De 'Direkteuren van het BurgerWeeshuis' te Enkhuizen hebben in
december 1819 met de Maatschappij van Weldadigheid het contract A3
afgesloten. Zie een uitleg
van wat A-contracten zijn en elders een lijst van
afgesloten A-contracten.
Op basis daarvan mogen de directeuren beschikken over drie hoeves
in de vrije koloniën en als daar in 1839 een vacature is zenden ze
de weduwnaar Elbert Hoen met zijn vier kinderen. Hierbij mijn
aantekeningen over hem.
Willemsoord
De familie Hoen komt in de kolonie aan op 29 april 1839
en wordt gevestigd op hoeve 59 van de kolonie Willemsoord. Daar
zullen ze heel lang blijven wonen, zie voor de locatie van die
hoeve op dit
kaartje. Dat is dichtbij het centrum van Willemsoord (en
voor alle duidelikheid: die spoorlijn en de A32 waren er toen nog
niet).
Stamboeken
Ze staan als bewoners van die hoeves in de stamboeken Willemsoord met de invnrs 1361, 1362 en 1363. Zie bovenaan de pagina hoe de scans van die stamboeken te bereiken. Omdat ze op contract geplaatst zijn staan ze ook in het stamboek van alle op contract geplaatste koloniebewoners met invnr 1389. Ze zijn daar te vinden onder het B-nummer (van 'bijzonder contract') B32.
Uit die stamboeken neem ik de gezinsgegevens over, met de
kanttekening dat de kolonieadministratie GEEN officiële bron is
maar de aantekeningen van een particuliere organisatie die altijd
gecheckt moeten worden met officiële bronnen.
Gezinssamenstelling
● Elbert Hoen is volgens die kolonieadministratie geboren
op 30 september 1791. Hij is evenals de rest van het gezin
hervormd. Hij heeft de volgende kinderen bij zich:
● Mens Hoen, geboren op 3 juli 1825 (zie ook
pagina 225 van De strafkolonie),
● Grietje Hoen, geboren op 28 juli 1829,
● Maartje Hoen, geboren op 11 april 1831, en
● Jan Hoen, geboren op 20 december 1832.
Bovengenoemde kinderen staat met een fout in de
kolonistendatabase. Daar wordt namelijk gezegd dat zij kinderen
zijn van Elbert Hoen en Geertruij Melles Koning, maar dat zijn ze
niet.
Geertruij Melles wie??? Ja, we laten de weduwnaar Elbert en zijn
kinderen even met rust en kijken naar een andere koloniebewoner.
● Geertruij Melles Koning is volgens de
kolonieadministratie geboren op 12 maart 1809. Zij is
afkomstig uit de plaats Leens, in het Noordwesten van Groningen,
op het Hogeland niet zo ver van de Waddenzee, en zij is door die
gemeente in de kolonie geplaatst op 1 februari 1833 op
grond van 'de tweede helft van het contract van 16-19 juni 1826'.
Zie de uitleg van dat begrip.
Dat Leens haar op haar bijna vierentwintigste in de kolonie
plaatst is een duidelijk teken dat men ter plaatse met haar omhoog
zit.
Stamboeken
Ze staat in het stamboek van mensen die zijn geplaatst op de
tweede helft van het contract enzovoort met invnr 1399 (daarvan
zijn geen scans) met nummer 101 bis. Mensen die zijn geplaatst op
de tweede helft enzovoort hebben namelijk geen B-nummer maar een
bis-nummer. Het is een geweldige krachttoer, die administratie van
de koloniën.
Geertruij Melles Koning begint op 1 februari 1833 haar koloniale
carrière in de kolonie Frederiksoord op hoeve 67, zie het stamboek
met invnr 1348. Ze woont bij de kolonist-weduwnaar Arend
Oijens Kleinman, afkomstig uit Steenwijk.
Ze blijft een dik jaar en wordt per 31 mei 1834
overgeplaatst naar hoeve 70, zelfde stamboek, naar Anne Arends
Kleinman, een zoon van de hiervoor genoemde Kleinman, die
ook vanuit Steenwijk als kolonist is geplaatst.
Meeloper
Terwijl ze daar woont, krijgt ze toestemming om met verlof naar
Groningen te gaan, maar als ze dat op 4 augustus 1834 doet
loopt de jongeman wiens plek als ingedeelde bij Kleinman ze heeft
overgenomen, de 21-jarige Job de Valk uit Tholen, met haar mee. En
hij heeft geen toestemming zodat hij zich na terugkomst op 16
augustus 1834 voor de tuchtraad moet verantwoorden.
Daarvan heb ik helaas geen transcriptie, alleen een minieme
samenvatting in dit overzicht.
Het levert Job de Valk de gebruikelijke straf voor 'desertie' op:
verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de
Ommerschans.
Zwanger
Geertruij Melles Koning woont in 1836 nog steeds bij Anne
Arends Kleinman als ze zelf middelpunt wordt van een relletje. De
echtgenote van Kleinman heeft een voorzoon, een zoon die ze
voorafgaand aan haar huwelijk in ongehuwde staat gekregen heeft,
met de naam Dirk Ekkelboom (soms Eikelboom), geboren 6 december
1817.
Geertruij Melles Koning deserteert van de kolonie, wordt door het
gemeentebestuur van Leens weer teruggebracht en verklaart dan op
de tuchtzitting van 11 mei 1836 dat de reden van de
desertie was dat ze zwanger is van die Dirk Ekkelboom.
Strafkolonie-1
Ik heb geen transcriptie van die tuchtraad, maar ik heb hem ooit wel eens gelezen, want in mijn aantekeningen staat dat de voorbereidende zitting van de Raad van Toezicht van Frederiksoord erg spannend is omdat Geertrui Melles en Dirk met elkaar geconfronteerd worden over de vraag of zij echt van hem zwanger is. Hij ontkent, maar onttrekt zich daarna aan elke berechting door van de kolonie weg te lopen.
Op ongehuwde zwangerschap staat dezelfde standaardstraf als
desertie: Geertruij Melles Koning wordt veroordeeld tot verbanning
voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar
zij volgens dit overzicht op
12 mei 1836 aankomt.
Dirk Koning
Zij bevalt in de strafkolonie op 28 juli 1836 van een
jongetje dat ze laat dopen Dirk Koning, maar die overlijdt al na
vier maanden, 24 november 1836. Geertrui Melles Koning
moet een dikke twee jaar blijven tot ze terug mag naar de vrije
koloniën op 3 november 1838.
Ze gaat niet terug naar Frederiksoord maar komt per 3 november
1838 in Willemsoord op hoeve 159, stamboek met invnr 1361. Ze
woont bij de kolonistenweduwe Strouw die een tijdje later met een
van de andere ingedeelden zal trouwen, maar dat maakt Geertruij
Melles niet mee, want al op 3 januari 1839 wordt ze
overgeplaatst naar hoeve 158.
Weduwnaars
Ze is nu ingedeelde bij Balthazar Stork en echtgenote Antje Adiks
uit Amsterdam. Weer heel kort, want op 23 maart 1839 gaat
ze naar hoeve 160, bij de weduwnaar Pieter Kramer uit Zaandam. En
na weer twee maanden, op 18 mei 1839, wordt ze ingedeeld
bij Elbert Hoen op hoeve 59.
Het is de zoveelste keer dat ze bij een weduwnaar wordt
ingedeeld, want die hebben natuurlijk het hardst een volwassen
vrouwelijke ingedeelde voor het huishouden en de kinderen nodig,
maar nu is het eindelijk raak.
Volgens de kolonistendatabase treden Elbert Hoen en Geetrui Melles de Koning op 15 februari 1841 in het huwelijk, maar volgens de burgerlijke stand van Steenwijkerwold is het 31 december 1840 en dat lijkt me betrouwbaarder. Het eerste kind wordt enkele maanden later geboren:
● Jantje Hoen, geboren 18 april 1841. Het
vreemde is dat er volgens de burgerlijke stand van Steenwijkerwold
op 20 april een Grietje Hoen wordt geboren. In de
kolonieadministratie is echter altijd sprake van Jantje.
Een paar maanden later komt Elbert Hoen (hier abusievelijk met
een 'A' als voorletter) op de
zitting van de kleine raad van 17 juli 1841 vragen
om twee weken naar Enkhuizen te mogen. Misschien moeten er
familiezaken geregeld?
Mens Hoen
Er volgen nog meer kinderen, maar dat komt straks, eerst trekt de
oudste zoon van Elbert alle aandacht naar zich toe.
Op de zitting
van de raad van politie en tucht voor de gewone koloniën van 30
juli 1842 moet de dan net zeventien jaar geworden Mens Hoen
samen met enkele andere jongens terecht staan omdat zij 'wortelen
en peulen uit den tuin van den schrijver J.Baijle hebben gestolen
en op de daad betrapt'. Volgens bijlage 4 van de zitting bekennen
de jongens grif en 'toonen er zich weinig om te bekreunen op dit
feit betrapt te zijn'.
Deugnieten
Er vinden meer van dit soort dingen plaats en te Willemsoord
worden ze helemaal niet goed van Mens Hoen. Dat blijkt uit een
zitting van de Raad van Toezicht van die kolonie, zie bijlage 1
bij de tuchtraad
van 3 september 1842, die ook wordt beschreven op de
pagina's 224-225 van De strafkolonie.
Men worstelt met de plaatselijke jeugd, omschreven als 'volkomen
deugnieten', en daarvan is Mens een van de ergste. 'in plaats nu
van verschooning te vragen heeft hij nog veel in te brengen, meent
gelijk te hebben, en staat heimelijk te laggen om dat men hem
vermaand meer ijverig en oppassend te zijn, in één woord dit is
een der grootte deugnieten.'
Strafkolonie-2
De tuchtraad maakt er dan ook korte metten mee en veroordeelt Mens Hoen tot een verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij volgens dit overzicht op 29 oktober 1842 aankomt. Ze houden hem ruim twee jaar vast en laten hem terugkeren naar zijn vader en stiefmoeder op 18 januari 1845. Zie bij hoeve 59 in het stamboek met invnr 1362.
Een dik jaar later gaat Mens Hoen als plaatsvervanger in militaire dienst. Op 22 april 1846 verlaat hij voorgoed de kolonie.
Zijn plek bij de tuchtraad wordt overgenomen door zus Grietje en
broer Jan. Op de
zitting van 18 juni 1849 staan zij terecht omdat zij
'katoenpijpjes zouden hebben ontvreemd'. Het zal ook behandeld
zijn in bijlage 9, de Raad van toezicht van Willemsoord van
diezelfde dag, maar daarvan heb ik helaas geen transcriptie.
Starfkolonie-3
De behandeling bij de tuchtraad is wat typisch. Het gaat er vooral
over dat er 'gedurig publieke handel gedreven wordt te Steenwijk
en Meppel met het gestolen garen van de Maatschappij en men de
daders zoo moeijelijk ontdekken kan'. Daarom moet er maar eens een
voorbeeld gesteld worden!
Oftewel, de 19-jarige Grietje en de drie jaar jongere Jan zijn
slachtoffers van het feit dat de directie niemand anders te pakken
kan krijgen die in Maatschappij-garen handelt. Ze worden verbannen
naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar ze blijkens dit overzicht op
28 juli 1849 aankomen.
Deserteurs
De detentie blijft beperkt tot minder dan een jaar, op 29 maart
1850 mogen ze terug naar hoeve 59. We zijn inmiddels bij het
stamboek met invnr 1363. Daar zien we ook dat ze er allemaal
vandoor gaan:
■ Grietje Hoen deserteert van de kolonie op 7 mei
1851,
■ Jan Hoen loopt weg (om even een ander woord te
gebruiken) op 16 april 1853, en
■ Maartje Hoen deserteert op 12 september 1853.
Waarmee alle Enkhuizense kinderen Hoen van de kolonie verdwenen
zijn en we kunnen constateren dat alleen Mens Hoen via de voordeur
is weggegaan.
Kinderen
Zodat er nu ruimte is om alsnog de kinderen van Elbert Hoen en Geertruij Melles Koning te doen. We hadden dus al gehad Jantje/Grietje uit 1841 en daar komen bij:
● Willem Hoen, geboren 3 september 1843,
● Dirk Hoen, geboren 16 december 1844,
● Kornelis Hoen, geboren 18 maart 1848, en
● Anna Hoen, geboren 30 juli 1851.
Veenhuizen
Met die vijf kinderen worden Elbert Hoen en Geertruij Melles
Koning in 1855 gedegradeerd tot arbeidershuisgezin in Veenhuizen.
Daar zal een tuchtraad aan voorafgegaan zijn, allicht die van 2
maart 1855 die op dit overzicht
staat, maar die heb ik nooit gezien. Er wordt door de permanente
commissie twee keer een besluit over genomen, eenmaal op 4 mei
1855 N9 en eenmaal op 31 juli 1855 N10. Heb ik ook niet gezien,
maar moet te vinden zijn.
Op 10 augustus 1855 verhuizen ze naar Veenhuizen, het
derde gesticht woning 80, maar daarna wonen ze daar blijkbaar in
de veenderij. Ze staan nu in het stamboek van arbeidersgezinnen
met invnr 1575, waar gelukkig een prima register in zit.
Doldersum en Wateren
In de kantlijn staat aangegeven dat de permanente commissie op 8
november 1858 N5 het besluit neemt dat ze terug mogen naar de
vrije koloniën en op 1 december 1858 gaan ze naar een
hoeve die wordt aangeduid als 'c3' in kolonie 2, Wilhelminaoord.
Folio 105 van het stamboek met invnr 1357. Ze wonen dan in
'Doldersum en Wateren', het gebied dat later bekend zal staan als
Boschoord. Zie de
locatie.
Stamboeken na 1859
Van de stamboeken na 1859 zijn wel scans maar die heb ik niet bekeken. Liefhebbers die dat wel willen doen: volgens de kolonistendatabase staan ze bij:
■ hoeve c3 in invnr 3006,
Op 3 december 1860 gaan ze weer terug naar Willemsoord, en
staan ze bij
■ hoeve 112 in invnr 3013,
■ hoeve 112 in invnr 3014,
■ hoeve 112 in invnr 3015, en
■ hoeve 131 in invnr 3015.
Kolonistendatabase
Ik beperk me verder tot de gegevens van de kolonistendatabase:
■ Jantje/Grietje Hoen verlaat op onbekende datum de
kolonie.
■ Op 12 mei 1863 gaat Willem Hoen als
nummerwisselaar in militaire dienst.
■ Op 10 april 1866 overlijdt Elbert Hoen, 74 jaar
oud.
■ Na diverse keren in militaire dienst geweest te zijn, deserteert
Dirk Hoen op 22 juli 1872 van de kolonie.
■ Na verscheidene eerdere pogingen de gewone maatschappij in te
trekken trouwt Anna Hoen op 20 maart 1875 met een
kolonistenzoon en verlaten ze de kolonie (maar blijven wel in de
buurt wonen).
Tot slot
De enige die blijft is Cornelis Hoen. Hij trouwt een
kolonistendochter, wordt eerst inwonend en later zelf kolonist.
Maar dat is van hele korte duur. Het gezin krijgt moeilijkheden
met de leiding en komt op 21 januari 1880 voor de
tuchtraad, waarvan een korte samenvatting in dit overzicht staat.
Diefstal van koolrapen of turnips, diefstal koffiezakken en
belediging.
De strafkolonie bestaat dan niet meer (want de Staat heeft de
gestichten te Ommerschans en Veenhuizen in 1859 overgenomen) dus
het voorstel is hen van de kolonie te verwijderen. De reden dat
dat enige vertraging oploopt is vermoedelijk dat 13 februari
1880 Geertruij Melles Koning overlijdt, maar op 20
mei 1880 moeten ze vertrekken en dan is de laatste Hoen van
de kolonie af.