Het gezin van Albertus Vink Hoogendijk en Maria Huussen gaat van arbeidershuisgezin naar vrije kolonisten, de helft van de kinderen gaat weg via de voordeur, de helft via de achterdeur

De subcommissie van weldadigheid te Vlaardingen mag in januari 1825 een plek vullen van een arbeidershuisgezin. Zie algemene opmerkingen over arbeidershuisgezinnen en vandaar kun je doorklikken naar een pagina met de eerste arbeidersgezinnen in het derde gesticht.


Aankomst

Vlaardingen draagt het gezin van Albertus Vink Hoogendijk en Maria Huussen voor. De permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid accepteert de voordracht op 31 januari 1825, zie designatie 64 in het designatieregister 1824. Dan duurt het even, maar op 2 mei 1825 komt het gezin in Veenhuizen aan.

Volgens het designatieregister komen ze in het tweede gesticht, maar ze staan in het stamboek van het derde gesticht met invnr 1572 als bewoners van woning 82 van dat derde gesticht op scan 118. Zie bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.

Van die inschrijving en latere inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling

● Albertus Vink Hoogendijk is volgens die inschrijvingen geboren in mei 1772. Volgens zijn overlijdensakte is het 5 mei 1772 te Vlaardingen, als zoon van Paulus Hogendijk en Agatha Vink. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met:

Maria Huussen, geboren 3 mei 1782. Volgens een trouwakte is 5 mei 1782 haar doopdatum te Delft en is zij dochter van dochter van Hendrik Husen en Alida op den Kleijnenool. Het echtpaar heeft de volgende kinderen bij zich:

● Paulus Hendrik Hoogendijk, geboren op 26 januari 1811,
● Alida Hoogendijk, geboren op 26 september 1814,
Arie Hoogendijk, geboren op 30 november 1818, en
● Catharina Hoogendijk, geboren op 1 mei 1824.

Wilhelminaoord

Ze blijven een kleine drie jaar in Veenhuizen, dan wordt het gezin gepromoveerd tot vrije kolonisten. Per 14 maart 1828 betrekken ze hoeve 79 van Wilhelminaoord, zie voor de locatie dit kaartje. Ze staan geadministreerd in de stamboeken van Wilhelminaoord met de invnrs 1352 en verder.

De man des huizes Albertus Vink Hoogendijk overlijdt op 16 november 1828. Ze krijgen dan een ingedeelde in huis om met het landwerk te helpen.

Hertrouwen

Op 19 oktober 1832 hertrouwt Maria Huussen, met de kolonistenzoon Wiilem Raaphorst. Maria is vijftig, de bruidegom is 29 jaar oud. Dergelijke huwelijken tussen jongemannen en oudere weduwen komen in de vrije koloniën vaker voor, zie De strafkolonie pagina 72-73 en deze pagina op de site. Willem Raaphorst trekt er bij in en de hoeve wordt overgeschreven op zijn naam.

Dochter Alida Hoogendijk verlaat met ontslag het gezin en de koloniën op 9 mei 1834. Ze trouwt een voorzoon van de Goudse kolonist Hendrik Raaphorst en bevindt zich later te Veenhuizen, maar op welke basis dat is weet ik niet.

Verhuizen

Per 24 maart 1838 verhuist het gezin naar hoeve 98, zie de locatie.

Op 10 mei 1838 gaat de oudste zoon Paulus Hendrik Hoogendijk met drie maanden verlof om te proberen in de gewone maatschappij een baan te vinden. Zie de regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt hem en hij keert niet meer terug. Hij blijft wel in de buurt en woont met echtgenote en kinderen vermoedelijk in het huttendorp in Vledderveen.

Nu zijn er twee kinderen via de voordeur weggegaan. Dat gaat de andere twee niet lukken.

Tuchtraad-1

Bij de raad van toezicht van Wilhelminaoord van 5 januari 1842 moeten Arie Hoogendijk en de kolonistendochter Maria Beun uit Leiden verschijnen. Bijlage 2 op deze pagina. De beschuldiging is dat hij haar zwanger gemaakt heeft. 'Beiden ondervraagd zijnde hebben geantwoord dat zulks onwaar is. Zie over de familie Beun deze pagina.

Het wordt behandeld bij de 'Raad van Policie en tucht in de Gewone Koloniën' van 12 februari 1842, hoger op dezelfde pagina, en dan blijven ze gewoon stug ontkennen. Maar ze weten dat die ontkenning op den duur niet vol te houden is en in op 2 maart 1842 lopen zowel Arie Hoogendijk als Maria Beun van de kolonie weg.

Huttendorp

Blijkbaar hadden ze alles al lang van te voren helemaal geregeld, want ze trouwen die dag te Weststellingwerf. Hun eerste kind wordt 26 mei 1842 geboren dus ze hebben bij de raad van toezicht en de tuchtraad glashard staan te liegen.

Dat kind en volgende kinderen worden geboren in Weststellingwerf, dus vermoedelijk wonen ze in het semi-illegale huttendorp dat eerst bekend staat als 'de hutten onder Noordwolde', later als Noordwolde-Zuid en nog later als Lombok. Na de dood van Arie Hoogendijk keert Maria terug op de kolonie met drie kinderen uit het huwelijk:

Albertus Vink Hoogendijk, geboren 26 mei 1842. Hij trouwt later de familie van zijn moeder in door in het huwelijk te treden met kolonistendochter Maartje Beun en wordt kolonist.
Johannes Hoogendijk, geboren 2 januari 1844,
Maria Hoogendijk, geboren 14 mei 1846.

Tuchtraad-2

Bij de jongste uit het gezin, Catharina Hoogendijk, looopt het net zo als met haar broer. Van de raad van toezicht van Wilhelminaoord van 18 juni 1849 heb ik geen transcriptie, maar wel van de behandeling dezefde dag bij de raad van politie en tucht. Voorgeroepen worden 'de kolonisten kinderen Catharina Hoogendijk en Sybrandus Leltz wegens onzedelijke omgang met elkander ten gevolge waarvan eerstgenoemde in een zwangeren staat verkeert'.

Sybrandus Leltz is een kolonistenzoon uit Harlingen. Het jonge stel heeft blijkbaar geen zin in de tuchtraad, want ze weten dat op ongehuwde zwangerschap altijd een verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans staat. 'De beschuldigden zijn niet verschenen, zijnde de Raad echter ook niet met hunne desertie bekend.'

Daar wordt aan gewerkt, op 20 juli 1849 deserteren zowel Catharina Hoogendijk als Sybrandus Leltz. Vermoedelijk is dat de dag dat de zelfgebouwde plaggenhut in het huttendorp gereed is. Ze trouwen kort daarop, 3 augustus 1849, en blijven gezien de geboorten van de kinderen wonen in het huttendorp, maar zij keren niet meer in de kolonie terug.

Tot slot

Daarmee is het nest leeg en bestaat het gezin alleen nog uit Willem Raaphorst en Maria Huussen weduwe A.V. Hoogendijk. Plus heel veel ingedeelden. Per 27 november 1858 wordt het echtpaar teruggezet naar de rangen van arbeidershuisgezin te Veenhuizen. Ze staan in dat stamboek met invnr 1575 als bewoners van woning 11 van het eerste gesticht en daarna woning 7 van het derde gesticht.

Zoals op deze pagina betoogd onder het kopje 'Laatste arbeidershuisgezinnen' valt niet te achterhalen waar arbeidersgezinnen blijven als de Staat in 1859 de gestichten te Veenhuizen en Ommerschans overneemt van de Maatschappij van Weldadigheid. Dat geldt ook voor dit stel. Blijkbaar blijven ze in Veenhuizen, want Maria Huussen overlijdt daar op 25 juli 1861 en Willem Raaphorst op 31 maart 1870.