En ik begin met het hiervoor al genoemde eerste register van
Willemsoord met invnr 1407. Aan dat tamelijk recent teruggevonden
register heb ik een
pagina gewijd, en daar staat de familie, afkomstig uit De
Rijp, op hoeve 29 met aankomstdatum 8 juni 1820 als
de kolonie Willemsoord nog maar net gebouwd is. Uit dit register
neem ik de gegevens over:
Gezinssamenstelling
● Zacharias Lutkenhuis is volgens de lang niet altijd betrouwbare kolonieadministratie geboren op 8 juni 1779. Hij is, evenals zijn huisgenoten, rooms katholiek. Zijn echtgenote is:
● Elisabeth Kerkhoff, geboren 22 maart 1781. Ze hebben de volgende kinderen:
● Dirk Lutkenhuis, geboren 14 augustus 1811,
● Annaatje Lutkenhuis, geboren 14 augustus 1813,
● Elisabeth Lutkenhuis, geboren 7 september 1816,
● Leentje Lutkenhuis, geboren 13 maart 1818.
Op de kolonie komt daar bij:
● Grietje Lutkenhuis, geboren 13 februari 1821.
Ze zijn geplaatst op basis van het contract A6, zie voor een uitleg over contracten deze pagina. en wonen op hoeve 29. Maar niet zo verschrikkelijk lang. Op 16 oktober 1822 schrijft de directeur der koloniën Wouter Visser aan de permanente commissie, invnr 63:
Nog ontvangt de Permanente Kommissie hier mede berigt dat de kolonist Lutjenhuis uit kol. no.3 wegens het maken van schulden en verwaarlozen van kleeding, huisraad enz: door de Raad van Policie verwezen is naar de Ommerschans.
De strafkolonie op de Ommerschans
In het register van strafkolonisten 1822-1827 met invnr 1442,
helaas nog niet gedigitaliseerd, staat de familie op folio 12. Als
aankomstdatum in de strafkolonie staat vermeld 12 oktober 1822,
zie ook het
overzicht van strafkolonisten.
Het maandblad van de Maatschappij van Weldadigheid, de Star, meldt hun verbanning naar de strafkolonie en de reden ervoor in het oktobernummer, zie op deze pagina bij oktober.
Later komt het ook in het jaarverslag over 1822, zie de Star van
augustus 1823 met de 'Staat der uit de vrije koloniën naar de
Ommerschans gedestineerde huisgezinnen' op pagina 683.
Overlijden echtgenote
Daarna voltrekt zich een drama in de strafkolonie: op 22 juni 1824 overlijdt de vrouw des huizes Elisabeth of Lijsbeth Kerkhoff.
Een paar maanden later wordt het overgebleven gezin overgeplaatst
naar Veenhuizen. De Maatschappij heeft gemerkt dat er niet zo'n
belangstelling is voor de arbeiderswoningen aan de buitenkant van
de drie Veenhuizense gestichten en wil ze toch vol hebben. Op 14
september 1826 worden zeven strafkolonistengezinnen naar
Veenhuizen gebracht als 'arbeidershuisgezinnen'. Deze verhuizing
wordt ook genoemd op pagina 230 van De bedelaarskolonie.
In Veenhuizen
Ze gaan naar woning nummer 12 van het eerste gesticht. We vinden ze terug in het register van Veenhuizen-1 met invnr 1571 op scan 6. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn. Vader Zacharias, zoon Dirk die bij aankomst in Veenhuizen dertien is en de vier wichten van 11, 8, 6 en 3 jaar oud.
Enkele algemene notities over de bevolkingscategorie
arbeidershuisgezinnen staan op deze pagina. Een
gedeeltelijke transcriptie van invnr 1571 staat hier.
Huishoudelijke hulp
Uit een brief van de directeur blijkt dat het onvolledige gezin huishoudelijke hulp krijgt van de vrouwelijke leden van een ander arbeidersgezin. Blijkbaar heeft de permanente commissie een brief ontvangen namens arbeiderskolonist Den Otter - zie over hun deze pagina - dat hij op de kolonie te weinig verdient en heeft zij de directeur gevraagd daarop te reageren. Die directeur schrijft 2 juni 1825, invnr 74:
Aangaande den arbeider den Otter wiens brief hier nevens terug gaat, heb ik gemeend geen duidelijker berigt te kunnen geven, dan het extrakt uit zijne rekening over drie of vier maanden; met bijvoeging eener opgave van den winkelwaaren welker voor de op die rekening voorkomende sommen, aan den winkelier, zijn verstrekt; terwijl aangaande het opzigt van Lutjenhuis diend, dat dit laatste huisgezin is slordig en daarom aan de vrouw of dogter van den Otter het schoonhouden en oppassen der kinderen van Lutjenhuis was aanbevolen, waarvoor Lutjenhuis aan den Otter betaalde wekelijks ƒ 0,60.- die niet in de rekening zijner verdiensten zijn opgenomen, en dus dadelijk zonder eenige korting door hem ontvangen.
De schrijver des briefs is de kolonist Arnoudse, die dit bekend en verklaard, al spoedig na het schrijven, daarom berouw te hebben gehad.
Meer over de weduwnaar Pieter A(a)rnoudse staat op deze pagina.
De vlucht
Dan krijgen in 1826 vader Zacharias en de veertienjarige zoon Dirk verlof. Vermoedelijk bezoeken ze hun oude woonplaats. En ze komen niet terug. De laatste kolom in invnr 1571 meldt: 'Z & D Lutkenhuis van verlof achtergebleven 17 mei 1826'. Er is even onzekerheid wat er moet gebeuren met de vier achtergebleven meisjes. Dan wordt besloten: 'A, E, L & G Lutkenhuis op de kontrole der part kontrakt overgeboekt onder N22-25 den 10 oktober 1826'.
Vanaf dat moment zijn Annaatje, Elisabeth, Leentje en Grietje bij de andere wezen ondergebracht op de slaapzalen van het kindergesticht. Ze staan nu op een andere plek vermeld in het al eerder genoemde register met invnr 1571, vul rechtsonder het scannummer 116 in. Daar lezen we: 'Zacharius Lutkenhuis met zijnen oudsten zoon van verlof achtergebleven zijnde, zijn de 4 kinderen uit het 1 Etabl N12 den 16 Oct 1826 hier overgezet.'
Maar dat wisten we allemaal al. Daarna staan ze nog in invnr
1410, maar helaas ontbreken de op particulier contract geplaatste
weeskinderen in de andere wezenregisters.
Vertrek uit het kindergesticht
Gelukkig staan ze ook in het register van alle op contract
geplaatste koloniebewoners met invnr 1389 en vul rechtsonder het
scannummer 30 in. In de meest rechtse kolom zien we dat alle vier
de meiden het kindergesticht overleefd hebben. Dat is best
bijzonder. In die kolom wordt vermeld wanneer ze met ontslag
Veenhuizen verlaten:
● Annaatje Lutkenhuis gaat 12 december 1837 met
ontslag. Tegelijk met
● Elisabeth Lutkenhuis, die dus ook op 12 december
1837 vertrekt.
● Leentje Lutkenhuis gaat 12 april 1839 met
ontslag. En als laatste:
● Grietje Lutkenhuis, die op 3 juni 1844
weggaat. Van haar is een zakboekje bewaard gebleven, zie voor de
link daarnaartoe deze pagina.
Daarmee heeft de laatste Lutkenhuis de koloniën verlaten. Of toch
niet?
Terug in Veenhuizen
Nee, want in de tussentijd is vader Zacharias al weer terug geweest. Maar in een andere positie, nu als opgepakte bedelaar. De eerste keer is hij op 17 juli 1838 door de gemeente Graft binnengebracht bij het bedelaarsgesticht op de Ommerschans. Vandaar is hij op 3 november 1838 overgeplaatst naar het bedelaarsgesticht Veenhuizen-2, op welk moment zijn twee jongste dochters nog in Veenhuizen-1 wonen.
Het is allemaal te volgen in het bedelaarsregister toegang
0137.01 invnr 427 en vul rechtsonder het scannummer 196 in.
Hij heeft bedelaarsnummer 1173 en als zijn geboortedatum wordt nu
genoemd 13 juni 1783 te Wormer. Hij wordt uit het
bedelaarsgesticht ontslagen op 17 juli 1839.
Bedelaars recidive
De tweede keer staat hij in het register toegang 0137.01 invnr 429 en vul rechtsonder het scannummer 157 in. Hij heeft nu bedelaarsnummer 935 en hij is op 14 maart 1840 binnengebracht door de gemeente Alkmaar. Er staat nu ook een signalement bij: hij is 1.73½ meter lang, hij heeft lichtbruin haar en blauwe ogen en hij is pokdalig. Hij wordt 2 mei 1840 overgeplaatst naar Veenhuizen, waar zijn jongste dochter Grietje dan nog verblijft, en hij wordt in maart 1843 ontslagen.
Er moet nog een derde opname zijn, maar die heb ik niet kunnen
vinden. Dat die derde opname er wel geweest is, weet ik omdat als
Zacharias Lutkenhuis op 10 december 1847 overlijdt, de
aangifte van het overlijden wordt gedaan door twee zaalopzieners
van het bedelaarsgesticht. Zie hier voor de
scan van de overlijdensaangifte. Daarmee is dan echt de
laatste Lutkenhuis van de kolonie verdwenen.
Zie voor een overzicht van stukken over weeskinderen in Veenhuizen deze pagina.