In de zittingen van de raad van politie en tucht voor de vrije koloniën worden Hendrikje en Josephus aangeduid als Staaij de Melger of ook wel Van Staaij. Maar ze staan onder de naam Melger Verstaij ingeschreven. Volgens de kolonistendatabase zijn zij onechte kinderen van ene Hendrina de Melger, maar erkend door ene Pieter van Staij (of Verstaij).
Ze komen uit Leeuwarden en arriveren 17 januari 1835 in
Wilhelminaoord, In het
stamboek van op contract geplaatste personen, invnr 1389, zie
hier, staat Josephus op folio 179 met het nummer B464 en
Hendrikje met het nummer B466. Ze zijn geplaatst op het contract
A30 met de Stadsarm en Weesvoogden van Leeuwarden. (zie hier voor uitleg over
A-contracten en zie hier
voor de per plaats afgesloten A-contracten.)
Volgens deze inschrijving is Hendrikje geboren 23 april 1822 en bij aankomst dus twaalf jaar en is Josephus geboren 2 maart 1824 en bij aankomst dus tien jaar. Ze worden allebei ondergebracht bij de huisverzorger Johan Hendrik (oorspronkelijk Johann Heinrich) Horst op hoeve 30 in kolonie 2, Wilhelminaoord. Dat is het vaste adres voor de weeskinderen uit Leeuwarden, zie hier voor de ligging van hoeve 30.
Broer en zus verschijnen samen met nog twee ingedeelden bij Horst voor de raad van politie en tucht in de gewone koloniën van 28 april 1838 (zie ook bijlage 3). Dat levert ze alle vier een paar dagen opsluiting op. Hendrikje zie ik later niet meer terug bij de tuchtraad, Josephus wel.
Het is niet bekend of alle verslagen van de tuchtzittingen bewaard zijn gebleven. De manier waarop in de raad van 17 oktober 1839 over Josephus gesproken wordt, wekt de indruk dat er in de tussentijd zittingen geweest zijn waar hij heeft moeten verschijnen, maar die heb ik niet. Hoe dan ook kost de vechtpartij met Horst hem een verbanning naar de strafkolonie op de Ommerschans.
Josephus is dan vijftien jaar en eigenlijk stelt het reglement als ondergrens voor verbanning zestien jaar (zie artikel 16), en daarom gaat het nu niet door. Maar een half jaar later is hij wel zestien en zal hij nog iets uitgehaald hebben (maar dat heb ik niet gevonden) en verdwijnt hij op 4 maart 1840 alsnog naar de strafkolonie.
In het stamboek van strafkolonisten 1836-1847, met invnr 1585, staat Josephus op folio 2. Terwijl hij daar zit, krijgt de inmiddels negentien jaar oude Hendrikje Melger Verstaij verlof om Leeuwarden te bezoeken. Zie bij de kleine raad van van 17 juli 1841. Op 1 september 1841 wordt in het stamboek genoteerd 'van verlof niet teruggekeerd' en op de kolonie zien ze Hendrikje nooit meer.
Een maand later, 11 oktober 1841, wordt Josephus
vrijgelaten uit de strafkolonie en keert hij terug in
Wilhelminaoord. Men vindt het toch verstandiger hem niet meer
Horst onder te brengen en hij komt nu in huis bij eerst kolonist
Adriaan van Ommen Boddendijk op hoeve 29 en daarna bij kolonist
Antonie van Diest op hoeve 28. Bij de tuchtraad ben ik hem verder
niet meer tegengekomen, maar dat zegt niet alles omdat niet alle
verslagen teruggevonden zijn. Op 23 mei 1844 gaat Josephus
Melger Verstaij in militaire dienst en verlaat hij voorgoed de
kolonie.