Een particulier kan een zogenaamd E-contract afsluiten met de
Maatschappij van Weldadigheid waarbij hij voor zestig gulden per
jaar iemand in de vrije koloniën plaatst. Zie op deze pagina een uitleg over
E-contracten. Hierbij mijn aantekeningen over een zo'n plaatsing,
die ook te vinden is op de (onvolledige) lijst van afgesloten
E-contracten.
Ene A. Oosterveen uit Schiedam
Zo'n contract sluit op 22 juli 1830 ene A. Oosterveen te
Schiedam af (contract E78) en als gevolg daarvan arriveert op 1
augustus 1830 in de kolonie Frederiksoord Cornelis
Oosterveen. Volgens de op dit punt niet altijd betrouwbare
kolonieadministratie geboren op 8 december 1787 te
Maassluis en bij aankomst dus 42 jaar oud. Als laatste woonplaats
wordt Rotterdam genoemd.
Uit genealogieën op internet denk ik te begrijpen dat die A.
Oosterveen een broer is van Cornelis. Ongeveer tien jaar jonger en
maatschappelijk meer succesvol, want zestig gulden per jaar is een
boel geld. Maar zeker weten dat het een broer is doe ik niet, er
is ook een twee jaar oudere halfzus van Cornelis wier naam met een
'A' begint, die kan het ook zijn.
Bij Wiemes
Hoe dan ook, Cornelis Oosterveen komt die 1 augustus 1830
aan en wordt dan ondergebracht op hoeve 57 bij het gezin
van Dirk Wiemes. Die speelt een rol in De proefkolonie als
de bruidegom uit het allereerste koloniehuwelijk en ook in De
strafkolonie als zijn echtgenote onder verdenking staat een
verhouding te hebben met de schoolmeester van de Ommerschans. Maar
dit terzijde.
De inschrijving bij Wiemes is te vinden op scan 59 van het
stamboek Frederiksoord met invnr 1348. Zie bovenaan de pagina hoe
die scans te bereiken. Daar staat aangetekend dat Dirk Wiemes en
zijn gezin naar de strafkolonie op de Ommerschans moeten op 26
oktober 1830 en op die datum wordt Cornelis Oosterveen
overgeplaatst naar hoeve 61.
Bij Pennings en Zorn
Daar komt hij bij het gezin van Pieter Jan Pennings en Elisabeth
van der Heijden uit Middelburg. Terwijl hij daar woont komt hij op
de zitting van de kleine
raad van 20 augustus 1831 vragen om veertien dagen met
verlof naar Rotterdam te mogen.
De inwoning bij Pennings duurt een jaar. Op 15 oktober 1831
wordt hij overgeplaatst naar hoeve 59, naar het gezin van Lodewijk
Zorn. Daar zit hij goed. En voorgoed. Nou ja bijna, dertien jaar.
Hij is bij deze hoeve te vinden in de stamboeken met invnrs 1348,
1349 en 1350. Zie over het Utrechtse gezin van Zorn hun eigen pagina.
Overigens staat Cornelis Oosterveen ook in het stamboek van alle
op contract geplaatste koloniebewoners met invnr 1389. Daar is hij
te vinden met het B-nummer (van 'bijzonder contract') B990.
Maar daar staan geen extra bijzonderheden bij, alleen de
bevestiging dat hij uiteindelijk op hoeve 59 woont. Zie voor de
locatie van die hoeve dit
kaartje.
Naar Veenhuizen?
In juni 1835 is er sprake van een carrière-switch. De
directeur der koloniën rapporteert na een bezoek aan de kolonie
Veenhuizen, zie hier:
'De zaalopziener van Dinteren heeft eindelijk om zijne
ongeschiktheid, buiten dienst moeten worden gesteld, in wiens
plaats zal worden beproefd de kolonist en bestedeling Cornelis
Oosterveen B990 van de gewone Kolonien, waaromtrent ik UWEdG nader
een voorstel doen zal, zoodra deze eenigzins schijnt te zullen
voldoen.'
Of de proef echt genomen is weet ik niet, maar een inschrijving
in de personeelsregisters van Cornelis Oosterveen als zaalopziener
in Veenhuizen is niet te vinden. Hij blijft gewoon wonen bij de
familie Zorn, ook als de man des huizes Lodewijk Zorn op 17
mei 1836 als kolonist is opgevolgd door zijn zoon Andries
Zorn.
Dronkenschap
Bij de raad van toezicht van Frederiksoord van 20 september
1837 komt Cornelis Oosterveen ter sprake als een kolonist
die beschuldigd wordt van herhaalde dronkenschap betoogt dat 'C.
Oosterveen hem niet dronken, maar van vermoeidheid, door het
kwalijk gaan uitrustende en zittende aan de weg heeft gevonden en
toen met hem naar huis is gewandeld en hem in het dragen van een
pak met winkelwaren behulpzaam is geweest'. Het staat in bijlage 1
van de tuchtzitting
van 7 oktober 1837.
Op de tuchtzitting van 7 november 1840 staat Cornelis
Oosterveen zelf terecht vanwege dronkenschap. Van die zitting heb
ik helaas geen transcriptie, er staat alleen een korte
samenvatting in dit overzicht.
Huwelijk
Vier jaar later, op 11 september 1844, Cornelis
Oosterveen is 56 jaar, treedt hij in het huwelijk met Maria
Hendrika Zorn. Zoals op de Zorn-pagina te
zien onder het tussenkopje 'Ingedeelden' is het bij die familie
standaardprocedure om met een ingedeelde te trouwen.
Maria Hendrika Zorn, ten tijde van dit huwelijk 35 jaar, is de
weduwe van de jong gestorven kolonist Thomas van der Wulp, zie de
pagina over Van der Wulp. Ze woont met
vier kinderen uit dat eerste huwelijk op hoeve 80 van
Frederiksoord en daar trekt Cornelis Oostveen per de
huwelijksdatum bij in.
Ze staan bij die hoeve in de stamboeken met de invnrs 1350 en
1351. Bij de hernummering in 1853 wordt dit hoeve 112. Zie voor de
locatie dit
kaartje.
Kinderen
Bij de vier stiefkinderen van Cornelis komen de volgende eigen
kinderen:
● Elisabeth Jacoba Oosterveen, geboren 20 juli
1845,
● Jacobus Adrianus Oosterveen, geboren 21 juli
1845, dus blijkbaar een over twee dagen gespreid geboren
tweeling. Maar hij overlijdt al op 1 augustus 1845,
● Antonia Oosterveen, geboren 5 oktober 1847,
en
● Jacobus Adrianus Oosterveen, geboren 23
januari 1850.
Straks hun verdere lotgevallen. Hoe het met die vier kinderen van
Thomas van der Wulp en Maria Hendrika Zorn verder gaat staat op de
pagina Van der Wulp onder het kopje 'De
helft blijft, de helft vertrekt'.
Vrijboer
Als de Staat in 1859 de gestichten te Veenhuizen en Ommerschans
overneemt en de Maatschappij van Weldadigheid zich terugtrekt in
de vrije koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord
verandert er veel. De kolonisten worden onderverdeeld in arbeiders
en vrijboeren, Cornelis Oosterveen behoort tot de tweede groep.
Ze staan bij hoeve 112 in de stamboeken met de invnrs 2999 en
3000.
Op de tuchtzitting van 31 augustus 1860, geen
transcriptie, alleen een samenvatting, is
er sprake van 'den vrijboer C. Oosterveen, die ongeveer 1 ½ voer
plaggen gestoken heeft op de hoeve van zijnen buurman'. Er volgt
echter geen straf.
Tot slot
Op 14 augustus 1862 nemen Lodewijk van der Wulp, zoon van Maria Hendrika en stiefzoon van Cornelis Oosterveld, en zijn echtgenote de hoeve over van de inmiddels 74-jarige Cornelis Oosterveld en de 53-jarige Maria Hendrika. Daarna gaat het in rap tempo een paar maanden heel erg fout:
■ Op 27 september 1862 overlijdt Cornelis Oosterveen.
■ Op 11 oktober 1862 overlijdt Hendrika Maria Zorn, weduwe
Thomas van der Wulp en weduwe Cornelis Oosterveen.
■ Op 4 november 1862 overlijdt de zeventienjarige
Elisabeth Jacoba Oosterveen.
Er heerst duidelijk iets. Maar daarna houdt het wel op.
■ Antonia Oosterveen verlaat de kolonie op 1 april 1869.
■ Jacobus Adrianus Oosterveen gaat weg op 1 maart 1877
om te trouwen met een kolonistendochter, Hendrika Alida
Hilkemeijer, geboren 8 mei 1857.
En dan is de laatste Oosterveen van de kolonie verdwenen.