In april 1847 wordt het laatste lid van het gezin Logeman (zie
over hen deze pagina) van de kolonie
ontslagen. Op 19 mei 1847 bij agendapunt N5 besluit de permanente
commissie om aan de subcommissie van weldadigheid te Amsterdam te
schrijven dat zij nu het recht hebben een hoeve in de vrije
koloniën opnieuw te bevolken 'uit de contributie'. Een uitleg van
dat laatste begrip staat op deze
pagina.
Voordracht
Daarop schrijft de subcommissie Amsterdam op 29 juni 1847, invnr
340 scan 656, dat zij het gezin van J.A. Schutz voor die plek
voordragen. De permanente commissie besluit die voordracht te
accepteren op 24 juli 1847 N4. Ze geeft Amsterdam én de directeur
der koloniën daarvan kennis.
Op 26 juli 1847, invnr 342 scan 318, stuurt de directeur der
koloniën aan de adjunct-directeur van de vrije koloniën Coenraad
Hulst de 'stamlijst' van het gezin Schultz. Die stamlijst bevat de
gegevens die Amsterdam op 29 juni heeft gestuurd en die letterlijk
zullen worden overgenomen in het stamboek van de kolonie, zie
hieronder.
Aankomst
Het gezin komt in de kolonie aan op donderdag 5 augustus 1847.
Dat betekent dat ze zijn gereisd met het beurtschip dat op
dinsdagavond 3 augustus om 19:00 uur vanuit Amsterdam is
vertrokken naar Steenwijk. Vandaar is het nog 'twee uur gaans'
naar Frederiksoord. Ik neem aan dat er een paard en wagen is
gestuurd om ze op te halen.
Op 9 augustus meldt de directeur aan de permanente commissie in
Den Haag dat met de komst van dit gezin, dat hij abusievelijk
aanduidt als 'J.J. Schutz', alle hoeves in de vrije koloniën
bevolkt zijn, invnr 342 scan 204,
Het gezin staat nu vermeld in het stamboek Frederiksoord
1841-1848 met invnr 1350 op scan 67. Genoteerd als godsdienstige
gezindheid van het gezin is rooms katholiek en ze bewonen hoeve
61A van Frederiksoord. De exacte locatie van die hoeve is niet
meer te achterhalen. Vermoedelijk was het een voormalige
wijkmeesterwoning, die achter hoeve 61 (zie verderop) lag, een
eindje verder van de weg af en zonder een eigen lapje land
eromheen.
Gezinssamenstelling
Het stamboek geeft ook de samenstelling van het gezin, waarbij de
kanttekening moet worden gemaakt dat dit de administratie is van
een particuliere organisatie, zodat de opgegeven geboortedata niet
altijd betrouwbaar zijn:
● Johan Abraham Schütz is geboren 6 september 1797. Hij
is getrouwd met:
● Cornelia Geertruides Arends, geboren 5 maart 1803,
volgens scan 12 van invnr 3007 te Grave in Noord-Brabant. Ze komen
aan met de volgende te Amsterdam geboren kinderen:
● Ber(e)ndina Schütz. geboren 8 juli 1837,
● Johannes Roelof Schütz. geboren 19 mei 1839, en
● Carel Friederich Schütz. geboren 1 juli 1845 (maar dat
moet zijn 28 juni 1845).
Eerste verstrekking
Op 30 augustus 1847 schrijft de directeur der koloniën aan de
permanente commissie, invnr 343 scan 107 (hij noemt deze brief ook
in zijn maandopgaaf invnr 343 scan 557):
Ter voldoening aan de Resolutie van den 24 July jl. N4 heb ik de eer UwHEdG, op te geven de kosten van eerste verstrekkingen, gedaan aan het aangenomen huisgezin van J.A. Schutz, ten bedrage van:
ƒ 60.30 aan kleeding
ƒ 86.67½ aan huisraad en gereedschappen
ƒ 146.97½ uitmakende.
Verhuizing
Ze krijgen na anderhalve maand een ingedeelde in huis:
● Menske Douwes Dijkstra, geboren 23 april 1791, nummer
96bis, uit Sneek, die 21 oktober 1847 uit hoeve 39 naar hier wordt
overgeplaatst.
De dag nadat Menske Dijkstra bij hen is opgenomen, dus 22 oktober
1847, verhuizen ze met z'n allen naar hoeve 61. Ze staan in het
stamboek Frederiksoord 1841-1848 met invnr 1350 nu op scan 66.
Deze hoeve is later afgebroken, maar stond op wat nu Koningin
Wilhelminalaan 56 is. Dat hoort nu bij Wilhelminaoord, maar was
toen Frederiksoord. Kadastraal Vledder D 205, met de coördinaten
52.856874 en 6.167847.
NB: Als mijn veronderstelling betreffende hoeve 61A klopt, hebben
ze nu dus voor het eerst een eigen landje om de hoeve, dat ze zelf
moeten bebouwen.
Menske Douwes Dijkstra wordt 9 december 1847 overgeplaatst naar
een andere hoeve.
Volgende stamboek
De inschrijving loopt door in het stamboek Frederiksoord 1848-1859
met invnr 1351. Daar staan ze op scan 67, nog steeds als bewoners
van hoeve 61. Op 15 juli 1848 krijgen ze weer een
ingedeelde:
● Coenraad Hendrik Fransen, geboren 22 juni 1831, uit
Amsterdam. Hij wordt al op 28 september 1848 weer overgeplaatst
naar elders.
Daarna gebeurt er een tijdje niks tot ze op 3 januari 1851 worden
verbannen naar de strafkolonie op de Ommerschans. Daar kom ik
straks op terug, eerst de mogelijkheden om te zoeken naar...:
Meer details over 1848 tot 1851?
In het Drents Archief zijn over de meeste jaren van 1848 tot 1859
klappers op de post. Bijzonderheden over het bestaan van de
familie gedurende deze jaren kunnen via die klappers gevonden
worden. Het kan zijn dat ze bij naam genoemd worden, bijvoorbeeld
in het mapje 'Bijzondere belangen van kolonisten', maar daarnaast
zullen ze voorkomen op overzichten van de landbouw in
Frederiksoord, van de stand der rekeningen van kolonisten,
enzovoort. De klappers:
Jaar |
invnr |
1848 |
943 |
1849 |
944 |
1850 |
945 |
Het gaat bij het zoeken in de klappers in het geval van de
familie Schütz dus alleen om stukken over de vrije of gewone
koloniën, stukken over de Ommerschans of Veenhuizen kunnen worden
genegeerd. Daarbij is het goed te weten dat de adjunct-directeur
van de vrije koloniën C. Hulst heet, de adjunct-directeur van de
Ommerschans A. Hulst en die van de gestichten te Veenhuizen in
deze periode Rensing, Krieger en Drijber.
Bij de beschrijving van een brief staat in de rechterkolom van de
klappers steeds bij welke vergadering die opgeborgen is. Dan kan
de doos met die periode opgevraagd. Staat er bijvoorbeeld '18 Sept
1850 N4', dan moet opgevraagd worden invnr 679, want dat is de
post van 16 tot 30 september 1850. Het gaat om de invnrs 601, die
begint 1 januari 1848, tot en met 686, die eindigt 31 december
1850, zie de inventaris.
Verbanning naar de Ommerschans
Het gezin wordt 3 januari 1851 verbannen naar de
strafkolonie. Ze moeten dus iets heel ergs gedaan hebben, maar wat
precies is mij nog niet bekend. Het zal behandeld zijn bij de
tuchtraad van 9 december 1850, die zich volgens deze pagina zou moeten
bevinden in invnr 686 bij de post van 24 december 1850 N5. Meestal
bestaat dat uit het vooronderzoek in de raad van toezicht van
Frederiksoord, de behandeling in de raad van politie en tucht en
het besluit van de permanente commissie om de veroordelingen te
bekrachtigen.
Ze staan in het register van strafkolonisten met invnr 1586. Een
vereenvoudigde transcriptie van invnr 1586 staat hier.
Van dit register zijn geen scans, maar wel foto's op bonmama.nl. Doe voor
de familie Schutz eerst 'spring naar eerste blad' en vul dan
record 113 in. In de kantlijn is te zien dat 17 oktober 1853 N6
het besluit is genomen ze terug te plaatsen naar de gewone
koloniën. Dat wordt echter pas 9 mei 1854 geëffectueerd.
Meer details over 1851 tot 1854?
In de klappers over deze jaren moet dus niet gekeken naar
stukken over de vrije koloniën, maar naar stukken over de
Ommerschans. In principe wordt er elk jaar een beoordeling gemaakt
van het gedrag van de strafkolonisten om te zien of er aanleiding
is ze terug te plaatsen. Die beoordelingen komen of van de
adjunct-directeur A. Hulst of van de opziener der strafkolonie
(die tevens hoofdonderwijzer van de Ommerschans is) Haaije
Hoogstra.
De klappers van deze jaren (die van 1851 ontbreekt dus):
Jaar |
invnr |
1852 |
946 |
1853 |
947 |
1854 |
948 |
Wilhelminaoord
Als gezegd worden ze 9 mei 1854 teruggeplaatst naar de
vrije koloniën. Ze komen nu in Wilhelminaoord en staan op scan 45
van het stamboek Wilhelminaoord 1848-1859 met invnr 1357. Ze
bewonen hoeve 41 (die tot 1 januari 1853 nog nummer 44 had). Die
ligt binnen de gemeentegrenzen van Weststellingwerf en is
tegenwoordig Oostvierdeparten 12, kadastraal Noordwolde C 585, met
de coördinaten 52.87610 en 6.16311.
In het stamboek is vermeld dat zoon Johannes Roelof Schütz op 1
april 1859 als nummerverwisselaar in militaire dienst treedt. Hij
heeft dus zelf bij de loting een hoog nummer getrokken waardoor
hij niet in dienst hoeft, maar ontvangt een bedrag van een
welgestelde familie om in plaats van een zoon van die familie de
militaire dienstplicht te vervullen.
Meer details over 1854 tot 1859?
Nu moet er in de klappers weer gekeken naar stukken over de vrije
koloniën. Verder werkt het net als bij de hiervoor genoemde
zoektochten naar details. De betreffende klappers:
Jaar |
invnr |
1854 |
948 |
1855 |
949 |
1856 |
950 |
1857 |
951 |
1858 |
952 |
1859 |
953 |
Huwelijk
Ze staan nu geadministreerd op scan 12 van het stamboek
Wilhelminaoord 1859-1862 met invnr 3006, nog steeds als bewoners
van hoeve 41.
Op 23 augustus 1859 deserteert Berndina Schütz, dat wil zeggen
dat ze de kolonie verlaat zonder daarvoor eerst toestemming te
vragen aan de directie. Ze gaat niet heel ver weg, want ze trouwt
13 september 1860 te Weststellingwerf. Waarschijnlijk gaat ze
vanuit huis gelijk bij haar vriendje wonen?
De bruidegom is Johannes Beun. Hij is een kleinzoon van de
Johannes Beun die in 1821 met echtgenote en negen kinderen in de
kolonie aan is gekomen en vanuit de hoeve die tegenwoordig
Oostvierdeparten 23 is een kolonie-dynastie heeft gesticht. Zie de
pagina Beun. Een van zijn zoons, Abraham
Beun, deserteert in 1836 van de kolonie, trouwt met een
kolonistendochter (zoals bijna alle Beuns een kolonistenkind
huwen) en vestigt zich een tijdje later in het semi-illegale dorp
van zelfgebouwde hutten ten zuiden van Noordwolde. Afgaande op de
geboorteplaatsen van de kinderen van Johannes en Berndina woont
dit echtpaar daar ook.
Ingedeelde, terugkeer en
overlijden
Het gezin Schütz krijgt 13 oktober 1859 een nieuwe ingedeelde:
● Cornelia Johanna Thienpondt; geboren 27 oktober 1849,
uit Vlissingen. Zij verlaat 29 augustus 1860 de familie en de
koloniën met ontslag.
Op 19 november 1860 keert zoon Johannes Roelof Schütz uit
militaire dienst terug.
Op 30 januari 1861 overlijdt de man des huizes Johan Abraham
Schütz.
De kolonisten in Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord
worden deze periode onderverdeeld in arbeiders en vrijboeren. De
eerste categorie mag helemaal niks, behalve in ploegendiensten
onder streng toezicht op de hoeves van anderen werken. De
vrijboeren mogen ietsje meer. Het gezin Schütz wordt per 1 januari
1862 ingedeeld bij de vrijboeren.
Tot slot
De inschrijving loopt door op scan 12 van het stamboek
Wilhelminaoord 1862-1869 met invnr 3007 en daar staat genoteerd
dat de weduwe Schütz, dus Cornelia Geertruides Arends, en haar
zoons Johannes Roelof Schütz en Carel Friederich Schütz. op 31
januari 1863 worden gedegradeerd van vrijboer tot gewoon kolonist
en op 11 februari 1863 van de kolonie deserteren.
Er mag worden aangenomen dat er een verband is tussen die
degradatie en desertie. Ze komen nooit meer terug, maar zwermen
uit over het land.
Meer details over 1860 tot 1863???
Hier is de onderzoeker aan de wilde beesten overgeleverd. De
administratie van deze eerste, rommelige jaren in de nieuwe
situatie is slechts fragmentarisch bewaard gebleven en ken ik
bovendien niet goed. Ik kan alleen maar verwijzen naar het tweede
deel van de inventaris, de koloniën vanaf 1859, beginnend bij
invnr 1626. Misschien zit er wat bij de geagendeerde
stukken.
Ik zou wel de invnrs 3283 en 3284 doorbladeren of ze ergens in de tuchtzaken genoemd worden. Maar verder is het advies: doe maar wat.