Het eiland Schokland behoort tot het arrondissement van de
subcommissie van weldadigheid Kampen, zie hier. In
het beginjaar 1818 zijn er zeven contribuanten van de
Maatschappij van Weldadigheid, in 1823 valt daar één van
weg, in 1824 nog twee, in 1826 weer twee en in 1828
de laatste en daarna wordt er qua contributie niets meer van het
eiland vernomen.
Het is logisch dat Schokland dus niet in aanmerking komt voor een
hoeve in de vrije koloniën 'in computatie van de kontributie' (zie
voor een uitleg) en ook
niet behoort tot de plaatsen die hun enthousiasme beloond zien met
een gratis plek voor een arbeidersgezin in Veenhuizen.
Kosteloos
Maar in 1841 krijgt het eiland van het ministerie van
Binnenlandse Zaken toestemming 'om eenige personen kosteloos in de
Gestichten van de Maatschappij te vestigen'. Aldus invnr 281 (zie
bovenaan hoe dit en andere invnrs te bereiken) en vul rechtsonder
het scannummer 55 in. De gemeente Schokland kiest twee gezinnen
uit.
In het designatieregister met invnr 1395 (daarvan zijn geen
scans) wordt vermeld dat de Maatschappij op 15 december 1841 bij
agendapunt N37 toestemming geeft die gezinnen te laten komen. Ook
wordt vermeld dat ze daarna op 3 februari 1842 in de kolonie zijn
aangekomen. Het gaat om:
Uit invnr 1399 (ook geen scans) en straks nog te behandelen
brieven kunnen de volgende gegevens over die gezinnen gehaald
worden:
De familie Broodbakker
● Klaas Willems Broodbakker heeft in al die stukken geen
exacte geboortedatum, er wordt gegokt dat hij in 1803 geboren is.
Volgens genealogiën op internet moet dat zijn 22 januari 1802
te Schokland. Hij en zijn gezinsleden zijn rooms-katholiek. Klaas
Willems is getrouwd met:
● Aagje Botter wat later wordt veranderd in Agatha
Gerritsen Botter. Met als geboorteaanduiding '1808'. Volgens
genealogen moet dat zijn 6 juli 1807. Het echtpaar heeft
de volgende kinderen:
● Albert Broodbakker. Hij staat eerst in de boeken als
geboren op 29 januari 1829, maar als zijn geboorteakte is
opgevraagd blijkt dat te zijn 7 september 1830.
● Gerrit Broodbakker. Hij staat eerst in de boeken als
geboren op 27 november 1831, maar als zijn geboorteakte is
opgevraagd blijkt dat te zijn 20 maart 1833.
● Maria Broodbakker, volgens de kolonieadministratie
geboren 23 september 1835.
● Johanna Broodbakker, volgens de kolonieadministratie
geboren 28 maart 1838, en
● Jacob Broodbakker, volgens de kolonieadministratie
geboren 7 maart 1841.
De familie Tromp
● Jan Tromp, volgens de kolonieadministratie geboren in
1800. Volgens genealogiën op internet moet dat zijn 18
november 1797 te Schokland. Ook dit gezin is
rooms-katholiek. De echtgenote van Jan Tromp is:
● Aaltje Visscher, volgens de kolonieadministratie geboren
in 1802. Het echtpaar heeft vier kinderen:
● Jannetje Tromp, geboren 29 januari 1829,
● Hendrika Tromp, geboren 27 april 1831,
● Geertje Tromp, geboren 14 juni 1835, en
● Willempje Tromp, geboren 8 juli 1840.
Arbeiderswoning
in de administratie van de Maatschappij is aangetekend dat de
gezinnen zijn geplaatst 'op de tweede helft van het contract van
16-19 juni 1826'. Dat begrip moet ik nog ergens op een pagina op
de site gaan uitleggen, maar voorlopig doe ik het met een
verwijzing naar dat
contract en de omschrijving die ik geef op deze pagina
van de zoekwijzer bij de tweede soort van arbeidersgezinnen.
Ze worden dus meestal aangeduid als 'behoeftig' of
'hulpbehoevend', maar dat is gewoon de term uit het contract en op
zich wordt verwacht dat ze gezond zijn en flink kunnen werken. Ze
hebben allemaal een bisnummer, het gezin Broodbakker de nummers
291bis tot en met 297bis en het gezin Tromp de nummers 285bis tot
en met 289bis.
En ze wonen dus in woninkjes voor arbeidershuisgezinnen (4.20
meter bij 4.70 meter) aan de buitenkant van de gestichten. Om
precies te zijn woont de familie Broodbakker volgens invnr 1399 in
woning 51 van het derde gesticht te Veenhuizen en de
familie Tromp in woning 27 van datzelfde gesticht.
Voorwaarde
Er zat wel een voorwaarde aan de toestemming die de gemeente
Schokland had om die twee gezinnen te plaatsen. Namelijk, zie
invnr 281 scan 55-56, 'dat zij voor de daaronder soms bevindende
invaliden, vergoedingskosten zoude betalen'. In een contract
in 1827 is geregeld dat voor kolonisten die de eigen kost niet
verdienen extra betaald moet worden.
Daarvoor is een rekening naar Schokland gegaan en, schrijft het
ministerie van Binnenlandse Zaken op 6 oktober 1843:
'inmiddels bezwaart zich die gemeente over de in rekening gebragte
kosten van vergoeding en verlangt zij het ontslag van de
personen'.
In de marge van die brief heeft de permanente commissie druk
zitten rekenen en doen, maar dat zal zijn gebeurd nadat zij de
gebruikelijke procedure heeft gevolgd, namelijk de brief van het
ministerie doorsturen naar de directeur der koloniën om er zijn
licht over te laten schijnen.
Validiteit
Die directeur stuurt het op 17 oktober 1843 weer door
naar de adjunct-directeur van het derde gesticht Sikke Berends
Drijber, zie invnr 283 scan 182: 'Nog vindt UwEd hierbij eene
marginale der Perm. Commissie van den 13 dezer maand N12 aangaande
de invaliditeit en het wenschelijke van het ontslag der
hulpbehoeftige huisgezinnen van J. Tromp en K.W. Broodbakker om
mij in staat te stellen, daaraan te voldoen.'
En op 23 oktober 1843 reageert hij, invnr 281, de scans
50 en 51. Op scan 53 geeft hij een overzicht van de validiteit.
Klaas Willems Broodbakker is valide, maar zijn echtgenote geldt
als 'verzorgende moeder' en kan daarom niet werken en de kinderen
moeten naar school en zijn te 'jeugdig' om te werken, wat geldt
als gedeeltelijke invaliditeit. Jan Tromp geldt als valide, maar
zijn echtgenote is 'aan de linkerzijde mank' en de kinderen zijn
op dochter Jannetje na nog te 'jeugdig'.
Armoede en ellende
Tenslotte geeft scan 54 een overzicht van de stand van de
rekeningen van de twee gezinnen, wat ze aan loon verdienen afgezet
tegen wat ze aan kleding en andere zaken kosten. Dat ziet er
helemaal niet zo slecht uit, blijkbaar kunnen de twee
gezinshoofden flink de handjes laten wapperen. Maar Schokland zou
dus wel moeten betalen voor de niet tot werken in staat zijnde
gezinsleden.
Daarover en over de kans dat Schokland de stekker er uit trekt is
met de gezinnen Broodbakker en Tromp gesproken door de
adjunct-directeur van het derde gesticht en die heeft
gerapporteerd dat ze allebei 'dringend verlangen toch in de
koloniën te mogen worden gelaten, daar hun op Schokland niets dan
armoede en ellende zouden wachten'.
Advies
Die wens te willen blijven raakt wel een snaar bij de directeur
en hij stelt voor om de regels wat soepeltjes te hanteren, en
vrouw Broodbakker en vrouw Tromp 'bij wijze van zeldzame
uitzondering' als valide te beschouwen en er rekening mee te
houden dat de oudste kinderen binnenkort van school kunnen. En ook
gezien de verdiensten stelt hij voor 'het, zoo mogelijk, daarheen
te dirigeren, dat aan het verlangen van genoemde huisgezinnen
worde toegegeven'.
De permanente commissie heeft op de brief genoteerd dat zij dit
bespreekt op haar vergadering van 3 november 1843 bij
agendapunt N1. Dat heb ik niet bekeken, maar ik neem aan dat ze
akkoord gaan met het voorstel van de directeur.
Of dat, of Schokland betaalt toch, maar hoe dan ook blijven de
beide gezinnen in Veenhuizen.
Geboortedata
Daarna komen we de Broodbakkers tegen bij discussies over
geboortedata. Dat betreft eerst Albert Broodbakker in 1845
in invnr 302 scan 768 en 770 en in 1846 in invnr 318 scan
454 en 459, tot het helemaal is opgelost en zijn juiste
geboortedatum (zie boven) bekend is.
En daarna Gerrit Broodbakker in 1847 in invnr 341 scan
159, waarbij is aangetekend: 'de ouders zeggen dat hij 20 maart
1833 is geboren' . En dat klopt.
Waarschijnlijk zal het daarna wel bij de andere kinderen gaan
spelen, maar de post van na 1847 is niet geïndexeerd dus dat is
voor de liefhebbers die van zoeken houden. Zelf moet ik mij verder
beperken tot de informatie uit het bevolkingsregister van
'personen geplaatst op de tweede helft van het contract van 16-19
juni 1826', invnr 1399 (geen scans) plus de Burgerlijke Stand van
Norg:
Chronologisch
● Op 1 juli 1843 wordt een
naamloos kindje Tromp geboren dat overlijdt.
● Op 6 augustus 1844 wordt
geboren Willem Klazen Broodbakker.
● Op 31 maart 1845 wordt een
naamloos kindje Tromp geboren dat overlijdt.
● Voor belangstellenden bevindt zich in invnr 1158 (geen scans) een overzicht van de verdiensten van de gezinnen in 1845.
● Op 15 augustus 1847 wordt geboren Anthonie Klaas Willem Broodbakker.
● Op 26 februari 1851
wordt geboren Jan Klaassen Broodbakker.
● Hendrika Tromp vertrekt om 'te gaan dienen' op 13 juli 1851. Zie hier hoe dat met drie maanden de tijd ervoor geregeld is voor jonge koloniebewoners die werk gaan zoeken. Het lukt haar niet een baan te vinden en ze keert terug op 8 september 1851.
● Jannetje Tromp vertrekt om 'te gaan dienen' op 20 april 1852. Ook zij slaagt niet en ze keert terug op 26 juli 1852.
● Albert Broodbakker gaat 7 mei 1852 in
militaire dienst en komt niet meer terug.
● Geert Broodbakker deserteert van de kolonie op 3 mei 1852, maar keert vrijwillig weer terug op 23 mei 1852. Hij moet dan voor de raad van tucht komen op 25 mei 1852, zie het zittingsverslag.
● Jacob Broodbakker overlijdt 18 juni 1854.
● Hendrika Tromp verlaat de kolonie met ontslag op 5 mei 1855. Daarover schijnt door de permanente commissie een besluit genomen te zijn op 25 april 1855 bij punt N4.
● Geert Broodbakker vertrekt om 'te gaan dienen' op 5 september 1855. Als hij niet terugkeert, wordt hij formeel ontslagen op 6 november 1855.
● Maria Broodbakker vertrekt om 'te gaan dienen'
op 23 oktober 1856. Ze komt niet terug en ze wordt op 23
april 1857 formeel ontslagen.
● Jannetje Tromp verlaat de kolonie met ontslag op
19 mei 1857. Er moet een besluit daarover zijn van de
permanente commissie op 12 mei 1857 bij punt N6.
● Geertje Tromp verlaat de kolonie met onslag op 30
juni 1858. Besluit permanente commissie 26 juni 1858 bij
punt N9
● Johanna Broodbakker verlaat de kolnie met ontslag op 7 mei 1859.
Tot slot
Het bevolkingsregister van 'personen geplaatst op de tweede helft van het contract van 16-19 juni 1826' loopt tot 1859. Dan zijn nog aanwezig Klaas Willems Broodbakker en echtgenote Aagje Botter, maar de kleine Broodbakkertjes zijn allemaal uitgevlogen. Jan Tromp en Aaltje Visscher hebben nog Willempje Tromp in huis.
In 1859 neemt de Staat de gestichten te Veenhuizen en
Ommerschans over van de Maatschappij van Weldadigheid. De
Maatschappij heeft dan twee jaar om de mensen die vanuit haar in
die gestichten zitten eruit te krijgen. Of door ze over te brengen
naar de vrije koloniën of door ze weg te sturen. In de vrije
koloniën zijn Broodbakker en Tromp nooit gekomen, maar waar ze dan
wel gebleven zijn is de vraag want ik kan ze na 1859 nergens in de
registers en stamboeken nog vinden.
Jan Tromp blijft blijkbaar in Veenhuizen want hij overlijdt er 17
juni 1869. Van de anderen weet ik het niet.