De 'Regenten van het Roomsch Katholijk Weeshuis te Alkmaar'
sluiten op 23 april 1824 met de Maatschappij een zogenaamd
E-contract. Zie voor uitleg over E-contracten deze pagina, waar
Schouten bij E35 staat. Ze betalen 180 gulden per jaar en
hebben dan het recht drie van haar pupillen in de vrije koloniën
te plaatsen. Op 5 mei 1824 arriveren die, zie de 'Nominatieve
Staat van aangekomene Weezen, met vermelding waar dezelve zijn
ingedeeldt' in invnr 1370:
Ze zijn alle drie wat ouder dan de meeste ingedeelden.
● Cornelis Nicolaas Goudsbloem volgens de kolonieadministratie geboren 15 oktober 1783. Zie verder deze pagina.
● Maria de Vrede is volgens de kolonieadministratie geboren op een onbekende datum in 1802. Zie verder deze pagina.
● En dus David Schouten. Hij is volgens de
kolonieadministratie geboren 29 juni 1799, Op de hierboven
afgedrukte Staat wordt gemeld dat hij wordt ondergebracht op hoeve
82 bij Maartje Verberne, geboren 5 of 8 december 1790, weduwe van
ene Kleberg. Ze heeft één kind van die Kleberg en één kind dat ze
in ongehuwde staat gekregen heeft. Zie ook de pagina
Wilhelminaoord bij hoeve 82.
De samenleving tussen Maartje Verberne en David Schouten gaat
niet geweldig. Bij de kleine raad van 29 april 1826, zie deze pagina, verschijnen
ze allebei 'over elkander klagende'. De wederzijdse
beschuldigingen zijn niet mis.
De gebruikelijke reactie van de kleine raad is de oprichting van
een commissie, waarin ook de adjunct-directeur voor het onderwijs
Jan Hessels van Wolda, die gaat 'trachten de oneenigheden van dat
huisgezin uit de weg te ruimen'.
Blijkbaar levert die commissie fan-tas-tisch werk. Want op de
kleine raad van 24 februari 1827, zie op deze pagina, komen
Maartje Verberne en David Schouten vragen of ze met elkaar mogen
trouwen! Dit staaltje geweldig bemiddelingswerk wordt vermeld en
geroemd op pagina 69 van De strafkolonie.
Op 9 juni 1827 wordt het huwelijk voltrokken. Drie dagen
erna, op 12 juni 1827, wordt hun dochter Mariannette Maria
Schouten geboren, maar die voortijdige zwangerschap ziet de
kolonieleiding door de vingers. De autoriteiten in Texel vinden
het goed dat het echtpaar Schouten-Verberne de Texelse hoeve als
kolonisten gaan bewonen.
Ze wonen eerst op hoeve 109 van Frederiksoord, verhuizen 27 december 1828 naar hoeve 61 van Wilhelminaoord en blijven daar heel lang wonen. Het is een van die gezinnen waar de kolonieleiding weinig op aan te merken heeft. Het jaar 1836 zit David Schouten zelfs als gemeensman van Wilhelminaoord in de raad van politie en tucht voor de gewone koloniën. Zie dit reglement voor uitleg over de functie gemeensman en zie hier bij 1836 welke tuchtzittingen hij in die hoedanigheid bijwoont.
Het echtpaar Schouten-Verberne blijft kolonist tot 10 augustus 1854. Dan laten David Schouten, inmiddels 55 jaar, en Maartje Verberne, inmiddels 63 jaar, het over aan de volgende generatie. Hun hiervoor al genoemde dochter Mariannette Maria trouwt met de kolonistenzoon Hendrik Antonius Kemper en dat jonge stel volgt hen op als kolonist. Zoals op de kolonie gebruikelijk worden Maartje en David als ingedeelden bij hun dochter en schoonzoon in huis genomen.
Maartje Verberne overlijdt op de kolonie op 23 november 1856,
David Schouten op 24 juli 1868.