Gregorius Johannes van der Toorn is geboren in 1786, volgens
de kolonieadministratie op 2 april 1786. Hij is dus 47 jaar als
zijn moeder, Maria Catharina Vrijthoff weduwe Van der Toorn,
uit Den Haag, een zogenaamd E-contract (zie uitleg) afsluit met de
Maatschappij van Weldadigheid om haar zoon voor zestig gulden per
jaar op te nemen in de koloniën. Uit internet-genealogiën begrijp
ik dat in november 1832 zijn vader is overleden, dus dat zou
misschien een reden kunnen zijn.
Gregorius Johannes komt op 21 april 1833 in de kolonie
Willemsoord aan en zijn diverse verblijfplaatsen zijn te volgen in
het register van alle op contract geplaatste koloniebewoners met
invnr 1389 (zie bovenaan de pagina hoe scans te bereiken). Daar
staat hij op nummer 973B op basis van contract E88. En vandaar
weten we dat hij achtereenvolgens terechtkomt op de hoeves 51, 16,
25. 5, 27 & 23 van Willemsoord.
Dat valt dan weer te volgen in de invnrs 1360 en 1361,
respectievelijk het stamboek Willemsoord 1830-1834 en het stamboek
Willemsoord 1835-1840.
Gregorius Johannes wordt eerst ondergebracht op hoeve 51 bij het
huisverzorgersgezin van Cornelis Andries Smith, zes dagen
nadat die Cornelis Andries is overleden. Er zit dan bij die weduwe
nog een hele kluit ingedeelden in huis en Gregorius Johannes gaat
daar na een half jaar weg.
Op 5 oktober 1833 verhuist hij naar hoeve 16, het gezin
van Jacobus de Nekker, kolonist uit Sleeuwijk, vader van
een wijkmeester en een schoolonderwijzer, inmiddels in de zestig.
Daar blijft Gregorius Johannes een jaar, op 25 oktober 1834 gaat hij naar hoeve 25, het gezin van kolonist Pieter Durks Dijkstra en zijn tweede vrouw Jeltje Klazes Riemersma (zie over haar ook dit verhaal dat enkele jaren later speelt).
Een half jaartje woont Gregorius Johannes hier, op 28 maart
1835 gaat hij naar hoeve 5, het gezin van Jan Wardenier,
kolonist uit Schiedam (later schoonvader van Marianne der
Nederlanden, maar dat is weer een heel ander verhaal).
Hier blijft Gregorius behoorlijk lang, tweeënhalf jaar.
Op 7 oktober 1837 gaat hij naar hoeve 27, het huishouden
van Jantje Weijers, weduwe van de Kampense kolonist Arend
van der Weerd. Aan het stamboek te zien is dit weer, net als bij
Cornelis Andries Smith, zo'n duiventil-huishouden, waar
voortdurend ingedeelden in en uit vliegen.
Na anderhalf jaar, op 15 juni 1839, gaat hij naar zijn
laatste adres hoeve 23, het gezin van Doede Klaaszn de Vries,
kolonist uit Medeblik en net zo oud als Gregorius. Daar overlijdt
Gregorius Johannes van der Toorn op 6 januari 1840 op
volgens de overlijdensakte 54-jarige leeftijd.
Een maand later krijgt de man des huizes, Doede Klaaszn de Vries,
een brief. De buitenkant met het adres is invnr 224 scan 378, wat
luidt: Aan D. de Vries, N. 23 Wyk 1, te Willemsoordt. De inhoud is
invnr 224 scan 377 en die luidt (de transcriptie is van Abdulwadûd
Louws en ik heb omwille van de leesbaarheid extra interlinies
aangebracht):
Voorburg den 9 februwary 1840
De Vries,
Ik ben zo verwondert dat U mij niet geschreven hebt toen mijn zoon zo erg wierdt.
de laaste brief dien ik van hem heb ontvangen was van den 13 decem en toen schreef hij mij, als dat langzaam begon te beteren, en al eens uit was geweest, zo dat ik dagt het slimste te boven was,
dadelijk heb ik hem een pakie gezonde met Ryst en zago, en eenig geld had ik in de ryst gedaan, en schreef hij mij dadelijk moest andwoorden of hij het ontfange hadt,
ik hadt het met het bureau ingeslooten en dan mooge de pakies niet groot zijn, maar zo dra ik andwoord van hem hadt, zoude ik weder een pakje gezonde hebbe en nu krijg ik van de week eerst de droevige tyding Mijn zoon den 6 janie overleeden is,
U kunt denken welk eene droefheid dit voor mij is, in myne hooge ouderdom,
nu ben ik zo verlangende iets te mooge weete hoe hij zo schielijk verslimmert is, en of hij dat pakie nog heeft ontvangen, en of hij bij zijn kennis is gestorven, en of hij niet van mij gesprooken heeft,
ag weest zo goed en schrijft mij dit eens alles,
en van zijn kleeden verlang ik niets terug, als alleen, een boekje met geschreevene blaadies en tekeninge,
als uw mij dat door het bureau wilde terug zende, met Een brief er bij, hoe hij het op het laast van zijn leeven nog gehadt heeft, ag dit zoude mij nog eenigsins tot troost zijn, iets van hem te mogen hooren,
en weet uw niet of hij een gedrukt papier uit Zwol heeft ontfange, wil u mij dat dan in de brief bij het boekie doen, het is voor [niem]and van eenige waarde
ik wagt [nu?] spoedig andwoord Van UE blyve in haar
Wed. J. van der Toorn
De arme moeder. In de kantlijn is in een ander handschrift
bijgeschreven: 'Verzoek de brief met het pakie bij het Bureau in
te sluiten aan dit Adres Mejufvrouw de Wed. Van der Toorn te
Voorburg.' Aangenomen mag worden dat zij de gewenste spullen dus
toegestuurd heeft gekregen.
Volgens een Vele Handen-invoerster, zie
hier onderaan, zal de weduwe op 10 februari 1840, dus een
dag nadat ze bovenstaande brief schreef, nog een zoon verliezen.
Pieter Hendrik van den Toorn wordt dood gevonden in de slootkant
nabij de Laakmolen van de Noordpolder te Rijswijk. Zelf zal zij
een jaar later, op 1 januari 1841, op 84-jarige leeftijd
overlijden.