Ze dragen het gezin van Jan Sjerps Vormeer en Romkje Elias de Haas
voor en als de voordracht is geaccepteerd, komen die op 19
maart 1841 in de kolonie aan met vier kinderen. Ze worden
gehuisvest in hoeve 38 van de kolonie Willemsoord, zie de locatie
van die hoeve op dit
kaartje. Op de Paaslooregel, niet zo ver van het centrum van
Willemsoord.
Stamboek
Ze staan geadministreerd in het stamboek met invnr 1362. Daarvan
zijn scans, zie helemaal bovenaan de pagina hoe die scans te
bereiken zijn, ze staan op scan 40 van invnr 1362. Van die
inschrijving neem ik hun gegevens over, met daarbij de
kanttekening dat de in de administratie van de kolonie vermelde
geboortedata slechts zelden juist zijn:
● Jan Sjerps Vormeer is volgens die kolonieadministratie
geboren op 5 mei 1799. Hij is net als de rest van het gezin
hervormd. Hij is getrouwd met:
● Romkje Elias de Haas, geboren 16 september 1800. Ze
zijn in gezelschap van de kinderen:
● Eekje Jan Vormeer, geboren 19 augustus 1825,
● Sjerp Jans Vormeer, geboren17 januari 1828,
● Baafke Jans Vormeer, geboren18 november 1836, maar op de
mutatiestaat van april 1846 wordt aangetekend dat dat 1835 moet
zijn, en
● Willemke Jans Vormeer, geboren16 januari 1840.
Op de kolonie wordt nog een dochter geboren:
● Elisabeth Catharina Vormeer, geboren 6 juli 1843.
Omdat de klerken van de kolonie altijd wat moeite hebben met
Friese namen, hebben ze bij Eeke, Baafke en Willemke genoteerd dat
ze van het vrouwelijk geslacht zijn.
Verhuizing
Zoals in het stamboek te zien begint de kolonieleiding er meteen
ingedeelden bij in huis te stoppen. Ze wonen er iets meer dan twee
jaar en dan worden ze op 14 april 1843 overgeplaatst naar
hoeve 45, zie de locatie op dit
kaartje. Nog steeds op de Paaslooregel, maar nu ietsje
verder van het centrum vandaan. Ze staan nog steeds in het
stamboek met invnr 1362, maar nu op scan 47.
Nachtwachten
Bij de Raad van toezicht van Willemsoord van 1 juni 1843,
bijlage 1 op deze
pagina, moet Jan Sjerps Vormeer verschijnen samen met de
kolonist Doede Klaassens de Vries. Ze schijnen te fungeren als
nachtwachten en hebben daarvan misbruik gemaakt door turf te
stelen bij de wijkmeester. Het gaat om 37 stuks en ondanks dat de
wijkmeester zegt dat hij hun 'reeds lang' verdacht, beweren ze dat
het voor de eerste keer was.
Als ze daarna op 3 juni 1843 voor de raad van tucht
moeten komen, hoger op diezelfde bladzijde, wordt genoteerd de
onbegrijpelijke zin dat de stukken turf 'voor hun als nachtwachts
bestemd waren, doch die zij daarbij bezuinigd hadden'. Niet te
begrijpen. Het kost ze in elk geval acht dagen opsluiting,
'wordende zij van de vergoeding vrijgesteld, daar het ontvreemde
van weinig waarde is'.
Debet
Op het overzicht van de rekeningen van alle kolonisten per 1 juli 1843, invnr 280 scan 599, heeft het gezin Vormeer een tekort van ƒ 68,37, dat wil zeggen dat ze voor dat bedrag méér ontvangen hebben dan ze aan werk hebben verricht.
Het tekort is nog meer geworden op 1 juli 1845, invnr 309
scan 734, want dan staat aan de debetzijde ƒ 91,58.
Nat en gezwollen
Ernstiger is waarvoor Jan Sjerps op 23 juli 1845 moet
verschijnen voor de Raad van Toezicht van Willemsoord, bijlage 3
op deze pagina.
De bij hem opgehaalde rogge was 'zoo nat en gezwollen' dat men
vier weken bezig geweest is het weer droog te krijgen. Jan Sjerps
beweert dat het ingeregend heeft, maar de raad weet zeker dat het
met opzet is gedaan om de korrel te vergroten en zo te verhullen
dat er te weinig rogge wordt ingeleverd.
Ook de Raad van Tucht van 24 juli 1845, hoger op
diezelfde pagina, gelooft niets van Jan Sjerps verhaal over een
stortregen. Hij en zijn gezin worden teruggezet tot de status van
arbeidersgezin in Veenhuizen. Maar omdat 'dat huisgezin voor het
overige niet ongeschikt is', zou de Raad het ook goed vinden als
ze in Willemsoord mogen blijven en er alleen voor straf brood
ingehouden wordt.
Clementie
Dan duurt het een tijd eer die degradatie echt plaats vindt en
eigenlijk vindt de directeur dat het dan maar niet door moet gaan.
Dat schrijft hij op 2 oktober 1845, invnr 310 scan 362.
Hij vindt dat het tekort aan rogge eigenlijk niet zo groot was en
denkt dat 'dat tekort door inhouding van brood, waarmede reeds een
begin gemaakt is, mede zal worden gedekt'.
En blijkbaar gaat de landelijke leiding daar mee akkoord want de
familie Vormeer wordt niet overgeplaatst. Dat besluit moet
gevallen zijn op 14 oktober 1845 bij agendapunt 6, dat
moet zitten in invnr 573, waarvan geen scans zijn en dat dus in
het archief ingekeken moet worden. Ze blijven gewoon in
Willemsoord wonen.
Nou ja, niet allemaal. Op 2 mei 1846 verlaat dochter Eeke
Jans Vormeer de kolonie zonder toestemming te vragen, ze
deserteert.
Hout
Vier dagen later, dus 6 mei 1846, is er weer sprake van
Jan Sjerps Vormeer bij de Raad van Toezicht van Willemsoord,
bijlage 4 op deze
pagina. Het is een kwestie die al eerder behandeld is, maar
daarvan heb ik geen transcriptie. Het gaat naast Jan Sjerps om nog
twee kolonisten en één kolonistenzoon (P. van Putten, onthoud die
achternaam) die hout uit een bos zouden hebben gestolen.
Bij de behandeling bij de Raad van Tucht op 7 mei 1846,
hoger op die pagina, zeggen ze dat ze het hout hebben gevonden,
maar zelfs dan, aldus de Raad, hadden ze er af moeten blijven. Ze
krijgen allemaal acht dagen opsluiting aan de broek.
Bijdrage Bolsward
Met de schuld gaat het de komende jaren beter dankzij Bolsward.
Op het overzicht van 1 juli 1846, invnr 325 scan 189, en
van 1 juli 1847, invnr 344 scan 686, hebben ze veel minder
debet dankzij een vrijwillige bijdrage van de subcommissie
Bolsward. Van de jaren erna zijn helaas geen scans.
De inschrijving in de stamboeken loopt na 1848 door in
het stamboek met invnr 1363, daar staan ze op scan 49. Het blijft
een komen en gaan van ingedeelden.
Vertrek Sjerp Jans
Op 30 juni 1852 gaat zoon Sjerp Jans Vormeer met ontslag.
Daarover is een besluit genomen op 21 juni 1852 bij agendapunt 9,
wat moet zitten in invnr 728 waarvan geen scans zijn. De
aanleiding voor dat ontslag is duidelijk, want hij trouwt op 23
december 1852 te Steenwijkerwold met de kolonistendochter
Niesje van Putten. Vermoedelijk wonen ze in het semi-illegale
huttendorp dat op het moment Huttenberg heet maar later
Marijenkampen gaat heten.
Verhuizing-2
In 1853 wordt de hoeve hernummerd van 45 in 54, maar twee jaar
later wordt weer verhuisd en verlaten ze deze hoeve. Ze gaan naar
nummer 48, zie de locatie op dit
kaartje. Nog steeds Paaslooregel, ze komen daar nooit vanaf.
In het stamboek met invnr 1363 is dit scan 43. Grappig is dat dit
de de hoeve is die eerst werd bewoond door de familie Van Putten.
Terugkeer Sjerp Jans
In 1856 mag de subcommissie Bolsward opnieuw een koloniale hoeve
vullen en wie dragen ze voor...? Sjerp Jans Vormeer! Op 25 januari
1856 komt hij met echtgenote en één kind vanuit Steenwijkerwold de
kolonie op en betrekt hij hoeve 105, zie de locatie op dit
kaartje. Er staan in het stamboek met invnr 1363 nu twee
kolonistenfamilies Vormeer, vader en zoon, de eerste dus op scan
49, de laatste op scan 186.
Zoals op die laatste scan te zien, heeft Sjerp Jans ook zijn
schoonmoeder in huis, de 70-jarige Margje van der Weg weduwe van
Barend van Putten.
Onderbaas
Per 6 februari 1858 wordt Sjerp Jans Vormeer aangesteld
als 'opziener van de katoenweverij', elders wordt het 'onderbaas
in de fabrijk te Willemsoord' genoemd, voor een salaris van zeven
gulden per week. Dat is best riant. Het besluit tot die
aanstelling is genomen op 28 januari 1858 bij agendapunt 8, wat
moet zitten in invnr 879, waarvan geen scans zijn.
Vermoedelijk daarom, om dichter bij zijn werkplek te wonen,
worden Sjerp Jans en zijn gezin op 7 april 1858
overgeplaatst naar hoeve 71. Die staat op scan 63 van het stamboek
met invnr 1363 en zie de locatie op dit
kaartje. Daar zit hij pal bij de 'fabrijk' waar de spin- en
weefarbeid plaats vindt.
Verder...
Tot nu toe heb ik veel van de informatie gehaald uit de
stamboeken, maar de stamboeken van NA 1859 doe ik niet (je moet
ergens een grens trekken). Wie dat wel wil doen moet dat zeker
niet nalaten, er zijn scans van, de invnrs 3013 tot en met 3019
zijn de stamboeken van Willemsoord van 1859 tot het eind van die
kolonie.
Maar zelf beperk ik mij bij de schets van de familie na 1859 tot
de gegevens uit de kolonistendatabase. Eerst het gezin van de
ouders:
Het gezin van Jan Sjerps Vormeer
Hiervoor is al gemeld dat dochter Eekje en zoon Sjerp Jans al het
huis uit zijn.
● De jongste dochter Elisabeth Catharina gaat op 24 januari
1861 met drie maanden verlof om te proberen een baantje te
vinden, zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Blijkbaar lukt het vinden
van werk, want ze keert niet meer terug.
● Moeder Romkje Elias de Haas overlijdt later datzelfde jaar, op 28
november 1861.
● Dochter Willemke verlaat de kolonie door te deserteren op 11
oktober 1862.
● Dochter Baafke gaat netjes met officieel ontslag op 18 april
1863.
● Dan is het huis leeg en heeft vader Jan Sjerps Vormeer er ook
geen zin meer in, hij neemt ontslag en verlaat de kolonie. Op
internet zie ik dat hij in 1879 overlijdt te Bolsward.
Het gezin van Sjerp Jans Vormeer
Dan de gezinssamenstelling van de zoon:
● Sjerp Jans Vormeer, gegevens zie hoger op de pagina, is
getrouwd met
● Niesje van Putten, geboren 20 mei 1827 te Willemsoord.
Ze komen op de kolonie aan aan met
● Berend Vormeer, geboren 17 maart 1856 te
Steenwijkerwold en vermoedelijk vernoemd naar Niesjes vader.
Op de kolonie komen daar bij:
● Jan Vormeer, geboren 22 augustus 1857, hij zal 1
november 1884 trouwen en is later timmerman te Amsterdam,
● Harm Willem Vormeer, geboren 2 februari 1859, hij zal 20
april 1900 uit de kolonie vertrekken naar Losser,
● Sjerp Jan Vormeer, geboren 17 september 1860. hij zal
altijd in de kolonie blijven en uiteindelijk 8 mei 1936 overlijden
in de voorziening voor bejaarde kolonisten Rustoord II.
Op 18 september 1863 overlijdt Niesje van Putten. Sjerp
Jans Vormeer hertrouwt 31 maart 1865 met de
kolonistendochter:
● Adriana van Huizen, geboren 24 november 1840, zij zal
hoogbejaard op 19 november 1931 overlijden. Dit echtpaar krijgt de
volgende kinderen:
● Johannes Vormeer, geboren 3 maart 1866, hij wordt later
arbeider te Ronde Blesse,
● Bertus Vormeer, geboren 23 september 1867, hij trouwt in
1894 en wordt dan huurder te Willemsoord,
● Romkje Vormeer, geboren 17 september 1869, zij trouwt
mei 1896 te Steenwijk,
● Catharina Vormeer, geboren 4 oktober 1871, zij trouwt
1898 te Steenwijk,
● Eeke Vormeer, geboren 14 februari 1874, maar zij
overlijdt al 26 juni 1874,
● Hendrikus Antonius Vormeer, geboren 19 oktober 1876, hij
vertrekt op een gegeven moment naar Amerika,
● Adriana Vormeer, geboren 2 februari 1879, maar
verwarrende informatie in de kolonistendatabase; enerzijds zou zij
in 1947 zijn vertrokken naar Deventer, anderzijds zou zij in 1864
zijn overleden, wat knap is vijftien jaar voor haar geboorte, dus
ik weet het gewoon niet,
● Willemke Vormeer, geboren 6 juni 1882, zij trouwt in
1908,
● Alida Vormeer, geboren 7 juni 1885, zij krijgt 1 april
1905 een baantje in Boven Knijpe.
Een half jaar na de geboorte van het laatste kind overlijdt Sjerp
Jans Vormeer, op 8 januari 1886. Maar daarna blijft er dus
nog een aanzienlijke hoeveelheid Vormeers in Willemsoord wonen.
Naar ik begrijp tot op de dag van vandaag.