Tijmen van der Werf uit Zaandam maakt door het schrijven van brieven in veertig jaar kolonie een rondje: vrije kolonist, strafkolonist, arbeiderskolonist en weer vrije kolonist

De subcommissie van weldadigheid te Zaandam heeft in maart 1821 met de Maatschappij van Weldadigheid het contract C14 afgesloten. Zie voor een uitleg over C-contracten en vandaar kun je doorklikken naar een lijst van alle afgesloten C-contracten. In het kader van dat contract wordt juli 1821 het gezin van Tijmen van der Werff naar de vrije koloniën gezonden. Hier mijn aantekeningen over hem.


Aankomst
Het gezin komt op 19 juli 1821 aan. In de kolonistendatabase staat 10 juli, maar dat is niet juist, want op de dag dat de Zaandamse delegatie aankomt wordt er een aankomststaat gemaakt. Die bevindt zich in invnr 1343 en daarvan zijn geen scans, zodat we het moeten doen met mijn gebrekkige (ik ben schrijver, GEEN fotograaf) fotootje:

Van de andere Zaandammers heb ik Jan Posch/Post al op deze pagina gedaan, de anderen zal ik elders nog behandelen, nu beperk ik mij even tot het gezin van der Werf met man, vrouw en drie kinderen, die blijkens de aantekening rechts worden gehuisvest in hoeve 54 van de dan net gestichte kolonie Wilhelminaoord.

Ingedeelden
Het begint beroerd: op 16 augustus 1821 overlijdt het jongste zoontje Dirk van der Werf, zeven jaar oud.

Zaandam heeft twee jongens bij het gezin ingedeeld:
Pieter Jans Pigge, geboren 7 februari 1797, dus 24 jaar oud, en
Johannes Machielse, geboren op 7 mei 1789, maar dat zal niet kloppen, zie de brief van de directeur.

Die jongens zien het op de kolonie niet zitten. Na een maand, op 19 augustus 1821, invnr 58, schrijft de directeur der koloniën:

Eindelijk heb ik de eer de Permanente Kommissie bij deeze te rapporte­ren, dat op gister, zonder eenig verlof de kolonien heb­ben verlaten, de kolonisten Johannes Mag­chielse en Pieter Pigge, van Zaandam met het huisgezin van Tijmen van der Werf ge­zonden: de eerste is oud, 23.
De ander 24 jaar; volgens zeggen van van der Werf als geen beste sujetten bekend; in de kolonien egter, hebben zij zich gedurende de tijd dat zij daar waren, bij mijn weten aan geen ander misdrijf dan traagheid schuldig gemaakt; waar­voor ik hun voor eenige dagen op het werk heb onderhouden;
de onderDirek­teur heeft, zoo dra hij van de verwijdering der gen. kolonisten berigt ontving, hun dadelijk gevolgd, maar niet gevonden.

Ik zal daar van op heden aan regenten van het algemeen Armbestuur te Zaandam kennis geeven.

Wilhelminaoord
Pigge en Machielse worden opgepakt en verbannen naar de strafkolonie op de Ommerschans. Daar zit nog een staartje aan, maar dat doe ik later op een andere pagina, ik wil mij nu even beperken tot de familie Van der Werff.

Ze komen voor op een overzicht in het maandblad de Star van de oogstresultaten over 1821 in de kolonie Wilhelminaoord, waarbij ze op deze pagina op hoeve 53 blijken te wonen in plaats van op hoeve 54.

Er zijn uit die periode geen stamboeken van de kolonie Wilhelminaoord bewaard gebleven, dus de gezinssamenstelling moet uit andere bronnen gereconstrueerd. De meeste van die bronnen zijn latere inschrijvingen van de familie, die verderop aan bod komen, en daarbij hoort de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling
● Tijmen van der Werf is volgens die kolonieadministratie geboren op 18 augustus 1775. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met

Albertje de Leeuw, volgens haar overlijdensakte - Vledder, aktenummer 21 van 1822 - geboren op 12 maart 1772 te Nieuweschans, als dochter van Dirk de Leeuw en Martje de Leeuw. Het echtpaar heeft de volgende kinderen bij zich:

Trijntje van der Werf, geboren 19 maart 1807,
Gerrit van der Werf, geboren 13 mei 1812,
Dirk van der Werf, volgens zijn overlijdensakte - Vledder, aktenummer 15 van 1821 - geboren op: 7 september 1814 te Amsterdam en dus overleden op 16 augustus 1821.

Zomer 1822 woedt er een besmettelijke ziekte in de kolonie, beschreven in De proefkolonie pagina's 325-327, en een van de slachtoffers is de vrouw des huizes. Albertje de Leeuw overlijdt 5 juli 1822.

Brieven
We komen de weduwnaar Van der Werf met twee kinderen weer tegen begin 1823. In het maandblad de Star van de Maatschappij van Weldadigheid van januari 1823, zie deze pagina, staat:

Het gedrag der kolonisten blijft, over het geheel, onberispe­lijk.
Echter zijn in deze maand, ter bewaring der goede orde en doorgaande ondergeschiktheid, voor den Raad van Policie te Steenwijk gebragt eenige kolonisten, die de koloniën heimelijk hadden verlaten, doch vrijwillig zijn teruggekomen.

Onder dezen behoordt de kolonist Zuidhoorn, die zich gedurende 3 of 4 maanden van zijne vrouw en kinderen had verwijderd.

Zoo ook is de kolonist van der Werf voor gemelden Raad verschenen, dewijl hij zich niet had ontzien, brieven te schrijven, waarin de koloniale Direktie op eene alloronbetamelijkste wijze werd gelasterd, en dat wel, volgens zijne eigene bekentenis, om daardoor het medelijden zijner vrienden op te wekken, en hem eenig geld of goed te zienden, waaraan hij in het bijzonder geen het minste gebrek heeft.
Beide deze kolonisten zullen naar de Ommerschans worden overgebragt.


Strafkolonie
In die tijd werden geen notulen van de Raad van Policie bewaard en ook de betreffende brieven van Tijmen van der Werf zijn in het koloniearchief niet terug gevonden. Wel de registers van de strafkolonie op de Ommerschans en daaruit blijkt dat het gezin op 31 januari 1823 in de strafkolonie aankomt, zie dit overzicht.

Najaar 1824 besluit de Maatschappij om zeven gezinnen uit de strafkolonie vrij te laten en die, in plaats van ze terug te brengen naar de vrije koloniën, als arbeidersgezinnen te vestigen in Veenhuizen. Die operatie, beschreven in De bedelaarskolonie pagina 230, vindt plaats op 14 september 1824 en een van die zeven gezinnen is dat van Van der Werf.

Veenhuizen
Ze hebben nu de status van arbeidershuisgezin, zie voor enige algemene opmerkingen over die bevolkingscategorie. Tijmen van der Werf, dochter Trijntje en zoon Gerrit komen in woning 14 van het eerste gesticht.

Ze staan geregistreerd in het stamboek van het eerste gesticht met invnr 1571, zie een transcriptie, en daarna in de stamboeken van arbeidershuisgezinnen met invnr 1573 en invnr 1574. Hoe de scans van die invnrs te bereiken staat helemaal bovenaan de pagina. De klerken van de Maatschappij schrijven de achternaam meestal met twee keer een 'f'.

Als in 1829 een stamboek van alle op contract geplaatste koloniebewoners wordt aangelegd, staan ze daar ook in, invnr 1389 scan 264.

Hertrouwen
Op 8 augustus 1829 laat Tijmen van der Werf een bruid invliegen.

Elisabeth Roukema (in de kolonistendatabase staat zij als Raukema) is volgens de kolonieadministratie geboren 8 oktober 1788 en komt uit Gorredijk. Uit haar huwelijk met Tijmen van der Werf komt

Klaas van der Werff, geboren 2 juni 1830.

Uitvliegen
De twee kinderen uit het eerste huwelijk van Tijmen van der Werf vliegen uit:

■ Op 15 april 1830 gaat Trijntje van der Werf met drie maanden verlof om te proberen in de gewone maatschappij een baan te vinden. Zie de regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt haar en ze keert niet meer terug.

■ Op 20 augustus 1833 vertrekt Gerrit van der Werf met ontslag uit het gezin en uit Veenhuizen.

Wilhelminaoord
Achttien jaar nadat hij brieven had geschreven waar de kolonieleiding niet blij mee was, mag Tijmen van der Werf terugkeren naar de vrije koloniën. Per 29 december 1841 vestigt het gezin zich in hoeve 47 van Wilhelminaoord, zie de locatie op dit kaartje.

Ze staan als bewoners van die hoeve op scan 50 van het stamboek Wilhelminaoord met invnr 1350. Het kleine gezin wordt door de directie benut om er ladingen ingedeelden bij te stoppen. Daaronder ook:

Albert Hendriks de Boer, geboren 11 augustus(?) 1821. Volgens een aantekening is hij een 'voorkind der vrouw', dus een kind uit een eerder huwelijk van Elisabeth Roukema, hij komt uit Groningen en hij wordt krachtens een besluit op 8 augustus 1843 N4 op 17 augustus 1843 'bij gunstige uitzondering opgenomen zoo lang de ouders leven'. Maar zo lang duurt het niet, hij deserteert op 24 april 1844 van de kolonie.

Oneenigheden
Hij is niet de enige die wegloopt. Enkele maanden later, op de zitting van de tuchtraad van 25 juli 1844 moeten vrouw van der Werf, dus Elisabeth Roukema, en haar zoon, dat zal dan Klaas van der Werf zijn, zich verantwoorden voor hun tijdelijke desertie. Elisabeth verklaart 'dat zij was gegaan door dien zij oneenigheden met haren man had gehad en de zoon haar had gevolgd uit gehechtheid aan haar'.

Op desertie staat altijd verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans, maar de raad overweegt dat 'het echter zeer moeijelijk is, om man en vrouw van elkander te scheiden' en stelt daarom voor 'of het geheele gezin te verwijzen naar de Ommerschans of de vrouw en de zoon eene andere straf op te leggen'. Een tweede verblijf in de strafkolonie wordt Tijmen van der Werf bespaard, ik weet niet hoe, maar het wordt anders opgelost.

In een grep
Op de zitting van de tuchtraad van 26 november 1846 verschijnt de familie als slachtoffer. In bijlage 2 valt te lezen dat de zestienjarige Klaas van der Werf verschijnt, 'namens zijne ouders zich beklagende dat ?? telkens vrijdagavonds eenige jongens voor de deur leeven maken en tegen de vensters slaan'.

Op aanraden van de wijkmeester proberen Klaas en een vriend erachter te komen wie de boosdoeners zijn. Zij verklaren 'zich in een grep te hebben verschoolen om de daders te ontdekken en op het oogenblik dat genoemde jongens zich wederom naar de woning hadden begeven uit dezelven waren gesprongen en ze allen hadden herkent'.

Verhuizing
Ik heb het nergens aangetekend gezien, maar wellicht is dit burengerucht de aanleiding waarom het gezin in januari 1847 wordt overgeplaatst naar hoeve 67 van Wilhelminaoord, zie de locatie op dit kaartje. Nog steeds invnr 1350, en ook het daarop volgende stamboek Wilhelminaoord met invnr 1351.

Op 15 mei 1850 gaat Klaas van der Werf in militaire dienst. Hij keert terug op 22 augustus 1850 en vertrekt met ontslag uit de kolonie op 3 april 1855.

Vertrek
Dan zijn alleen zijn ouders er nog, met in hoeve 67 die in 1853 is hernummerd tot hoeve 119, een ware duiventil aan binnen- en weer naar buitenvliegende ingedeelden. De inschrijving loopt door in het stamboek met invnr 2999, waar staat aangetekend dat de inmiddels zeer hoog bejaarde Tijmen van der Werf en Elisabeth Roukema op 20 april 1861 met ontslag de kolonie verlaten.