Zie een fragment van de 'Nominative Staat van Huisgezinnen
aangekomen den 18 Oktober 1821 met vermelding waar dezelven zijn
gevestigd', invnr 1343 (ook geen scans), waar ze op staan met de
gezinnen van de ook uit Amsterdam afkomstige Abraham Oostmeijer en
Jacobus van Laar, en waar vermeld wordt dat de familie Westhoff is
geplaatst in kolonie 4 op hoeve 62. Uit die tijd zijn echter geen
stamboeken bewaard gebleven.
De directie is van mening dat je aan zo'n weduwnaar natuurlijk
niet het huishouden kunt toevertrouwen en daarom wordt er per 29
oktober 1821 een 'vrouwmeid' bij het gezin geplaatst, Marie
Louise Guemin geboren Roland, zie deze
pagina. Vermoedelijk blijft ze tot maart/april 1823 bij de
familie Westhoff. Het is niet bekend of zij hun ook rekent tot
'dit soort van menschen' waar ze na verloop van tijd niet langer
mee wenst om te gaan.
Het gezin komt verder voor op het overzicht van
oogstresultaten in Wilhelminaoord in 1821, wat een beetje vreemd
is gezien het feit dat ze in oktober van dat jaar aankomen.
Verkering
Vervolgens krijgt de oudste zoon van het gezin, Petrus
Gerardus Westhoff, volgens de kolonieadministratie geboren
in 1798, verkering met de buurvrouw. Neeltje de Wijn, weduwe
van Louwie Pierre, afkomstig van Texel. Op 30 augustus 1822
schrijft vader Westhoff daarover een brief, invnr 62, die opvalt
door de lengte van de eerste zin:
Geeft mit de hoogste eerbiet te kenne ik ondergetekende Fs Westhoff colonist in de Westvierdeparte als dat mijn sohn genaamt Ps Westhoff oud zijnde 24 jaare in eene verkeering geraakt zijnde mit eene Neeltje de Weyn, welke als huysversorgster, op de bovengenoemde colonie, insgelijks woonagtig sijnde, en sij bijde sodanig over een gekomen zijnde, van sich gaarne in het huwelijk te vereenigen, hiertoe egter, van UWelEedele Heeren de admissie en approbatie nodig hebbende, en ik als vader, van den bovengenoede P: Westhoff mijne goedkeuring geve; so bin ik te rade geworde van mijn mit deses bij UWelEedele Heeren te vervoege mit versoek, dat het UWelEedelens behaage moogen, de hiertoe benodigde admissie te verleenen, ten eijnde sij sich in der echt mogen vereenigen, en mijn sohn, als colonist mogen ontslagen worden, en als huijsversorger door UWelEedelens gunst mogen worde geaccepteert en opdat, dit mijn versoek door UWelEedelens moge worde toegestaan
Noeme ik mijn mit eerbiet UWelEedelens onderdanigste Dienaar Fs Westhoff colonist in de Westvierdeparten No. 62
Huwelijk
Het huwelijk vindt plaats op 26 oktober 1822,
huwelijksakte nr 7 van Vledder en dan verlaat Petrus Gerardus het
nest. De door Neeltje de Wijn bewoonde hoeve, waarover de Algemene
Armenvoogden van Texel mogen beschikken, komt op zijn naam te
staan.
Dat huwelijk was net op tijd, want 2 november 1822
schenkt Neeltje Westhoff-de Wijn het leven aan een dochtertje,
Johanna Westhoff. Meer kinderen komen er niet en Petrus
Gerardus Westhoff zal al 29 juli 1824 overlijden,
overlijdensregister 1824 gemeente Weststellingwerf.
Later hertrouwt Neeltje de Wijn weduwe Pierre weduwe Westhoff
opnieuw en verlaat ze in 1837 met die nieuwe man en
diverse kinderen waaronder de dan vijftienjarige Johanna Westhoff
de kolonie.
Ziekte
In 1824 heerst er ziekte. In het maandblad de Star van de
Maatschappij van Weldadigheid van juli 1824, zie ook deze pagina, wordt
gemeld: 'Over het geheel genomen, verheugen wij ons steeds in de
gezondheid der kolonisten. Alleenlijk zijn, in kolonie No 4,
westerhof, en, in No 6, de lange, niet buiten gevaar.'
Of met 'Westerhoff' bedoeld wordt vader Franciskus Johannis
Baptist Westhoff of zoon Petrus Gerardus Westhoff, die inderdaad
eind juli zal overlijden, is niet bekend.
En het augustusnummer van hetzelfde blad meldt: 'In den 1ste en
2de koloniën waren, gedurende deze maand, geene zieken. In de 3de,
4de en 6de waren er meer dan gewoonlijk. De kolonisten kuipers,
westhoff en de vrouw van alblas zijn nog gevaarlijk krank.
Stamboeken
In 1825 worden alle hoeves en kolonies hernummerd en
heringedeeld (zie het
besluit daarover) en daarna bestaat kolonie 4 niet meer en
maken ze deel uit van kolonie 2 Wilhelminaoord en zijn er
stamboeken bewaard gebleven.
We vinden het gezin bij
- hoeve 17 in het stamboek Wilhelminaoord 1825-1828 met invnr 1352
(zie bovenaan de pagina hoe de scans van dit en andere invnrs te
bereiken);
- hoeve 17 in het stamboek Wilhelminaoord 1828-1829 met invnr
1353;
- hoeve 17 in het stamboek Wilhelminaoord 1830-1835 met invnr
1354.
Zie voor de locatie van hoeve 17 dit
kaartje. En voor de buurvrouw waar Petrus Gerardus tot zijn
dood woont dit
kaartje.
Gezinssamenstelling
Uit die stamboeken neem ik de gezinsgegevens over. Met de
kanttekening dat geboortedata in de kolonieadministratie slechts
zelden juist zijn en absoluut moeten worden gecheckt met
burgerlijke stand- of doopregisters:
● Franciskus Johannis Baptist Westhoff is volgens die
administratie geboren op 24 juni 1773. Hij is, net als de andere
gezinsleden, rooms-katholiek.Naast de al uit huis vertrokken en
overleden Petrus Gerardus heeft hij de volgende kinderen:
● Johannes Westhoff, geboren op 26 januari 1802. Invnr
1352 meldt: 'Johannes Westhoff in het militaire hospitaal te
Leyden overleden den 24 Juny 1825',
● Jacobus Martinus Westhoff, geboren 26 september 1803, maar van familieonderzoekers begrijp ik dat dat zijn doopdatum is en hij een dag eerder geboren is,
● Franciscus Johannes Westhoff, geboren 17 augustus 1806
en
● Maria Magdalena Westhoff, geboren 21 juli 1810.
De dood van Johannes
Bij de kleine raad van 5 november 1825, zie deze pagina, komt vader
Westhoff, 'te kennen gevende dat een zijner zonen te Leyden, in 's
lands dienst zijnde, verleden jaar geduriglijk ziek had gelegen,
denzelven onderscheidene keeren te hebben geschreven, doch
hoegenaamd geen antwoord terug ontvangen had'. Hij vraagt 12 dagen
verlof om naar Leiden te gaan.
Blijkbaar weet hij niet dat zoon Johannes Westhoff al in
juni van dat jaar te Leiden is overleden (zie hier boven) en gaat
hij daar pas tijdens dit verlof achter komen.
Te veel verlof
Bij de raad van politie en tucht voor de gewone koloniën van 27
mei 1826 ligt Franciskus Johannis Baptist Westhoff onder
verdenking rogge te hebben verkocht aan een andere kolonist. Het
wordt onbewezen verklaard en is waarschijnlijk alleen maar laster
door een weggelopen jongeman. Zie het zittingsverslag.
Op 3 juni 1826 komt 'de oude Westhoff' vragen om verlof
naar Amsterdam, zie hier,
en omdat het dringend schijnt te zijn, mag het. En op 25 november
1826 mag hij tien dagen naar Leiden 'waar hij nog geld tegoed
had', zie hier.
Als hij 10 november 1827 naar Amsterdam wil, mag het ook,
zie hier, maar op 14
juni 1828 vindt de directeur dat Westhoff 'te dikwijls naar
Holland reist'. Twee weken later, op 28 juni 1828 probeert
hij het opnieuw, met als reden dat 'zijne zuster overleden was'.
Hij wordt naar de directeur gestuurd en het is onbekend of hij
verlof heeft gekregen of niet. Beide laatstgenoemde zittingen
staan op deze pagina.
Weglopers
Inmiddels is dochter Maria Magdalena Westhoff er van door
gegaan, ze is zeventien jaar oud als ze volgens invnr 1352 van de
kolonie wegloopt op 24 november 1827. In invnr 1353 staat
dat ze daarvan op 10 oktober 1828 terugkeert. Ze is dus
een jaar weggebleven.
Normaliter volgt op zo'n desertie een tuchtraad met als
consequentie een tijdelijke verbanning naar de strafkolonie op de
Ommerschans, maar zo'n tuchtzitting heb ik niet kunnen vinden.
Tijdens haar afwezigheid is broer Franciscus Johannes Westhoff
weggelopen. Zijn desertie van de kolonie is op 15 juli 1828
en hij komt niet meer terug. In huis zijn dan nog zoon Jacobus
Martinus en dochter Maria Magdalena. Plus natuurlijk wisselende
ingedeelden, zie de stamboeken.
Laatste reis
Op 14 maart 1829 is Westhoff weer bij de kleine raad, zie hier. Hij wil
veertien dagen verlof 'om te erven in Amsterdam'. Het wordt
toegestaan. Blijkbaar is hij op dat moment nog helder en in staat
om te reizen, maar daarna komen er steeds meer berichten dat hij
door ouderdom geveld wordt.
Zo komt later datzelfde jaar, 15 augustus 1829, Maria
Westhoff bij de kleine raad, zie hier, 'verzoekende
een ingedeeld weesje, hetwelk aldaar de koe kon hoeden en naar de
school gaan; haar oude vader was daartoe niet geschikt.' Het wordt
in orde gemaakt en diezelfde avond komt de dertienjarige Leendert
Kruisweg uit Den Haag bij hen in huis.
Mishandeling
Het jaar daarop wordt het echt erg. Maria is op 27 Maart 1830
bij de kleine raad om verlof te vragen, zie hier. Ze mag niet weg
'omdat haar oude vader ziekelijk en zwak is, die de oppassing
zijner eenigste dochter bestendig noodig heeft.' Dan gaat ze
zonder toestemming: ze deserteert op 7 april 1830.
Later zal ze verklaren dat ze wegloopt omdat 'haar vader gekrenkt
in zijnen geestvermogens geen gezag over zijn zoon Jacobus meer
had, die haar van tijd tot tijd zoodanig mishandeld had dat zij ??
in het huisgezin bij haar vader geen rust of vreden had kunnen
hebben'.
Kindschheid
Die Jacobus is nu alleen met zijn vader in huis, want de
ingedeelde Leendert Kruisweg is in januari al weer vertrokken.
Daarom staat Jacobus drie dagen na de vlucht van zijn zus, dus op
10 april 1830, bij de kleine raad om te vragen om een
huishoudster. Van vader Franciskus Johannis Baptist Westhoff wordt
nu gezegd dat hij 'wederom tot de kindschheid is teruggekeerd', zie hier.
Jacobus moet het nog anderhalve maand zelf redden tot op 28
mei 1830 de Vlissingse Susanna Altaart het huishouden komt
doen. Maar die komt 3 oktober 1830 bij de kleine raad
vragen of ze weer bij het gezin weg mag, zie hier. Dat wil de raad
eerst vragen aan vader en zoon Westhoff en dan gaat het blijkbaar
niet door en blijft Sussana Altaart. NB: Zij komt ook een paar
keer voor op deze pagina.
Algemeene wapening
Vlak ervoor is Jacobus door een medekolonist beschuldigd van het
stelen van een rijksdaalder maar daar is geen enkel bewijs voor,
zie bij 18 september 1830 op deze pagina. En kort
daarop ziet hij zijn kans de kolonie te verlaten.
De Belgen zijn in opstand gekomen en willen zich losmaken van de
verenigde Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden en gewoon België
zijn. Koning Willem I pikt dat niet en roept op tot een 'algemeene
wapening'. De Maatschappij van Weldadigheid ondersteunt dat met een besluit. De
eisen die normaal aan dienstplichtigen gesteld worden tellen niet
meer.
De schutterij
Bij de kleine raad van oudejaarsdag 1830, zie hier, komt 'Jacobus
Martinus Westhoff, zoon van den ouden Westhoff van kol 2,
verzoekende eene reispenning, wijl hij aanstaanden maandag als
schutter zou uittrekken.' Die reispenning krijgt hij niet, maar
hij vertrekt wel.
Omdat de woning van de familie net in de provincie Friesland ligt
zal hij met de Friese Schutterij uitgetrokken zijn, maar op dit
overzicht zie ik alleen een Jacobus Franciscus Westhof die
als tamboer met de 2e afdeling, 1e bataljon, 4e compagnie
ten strijde trekt. Misschien is dat hem ondanks de foute tweede
voornaam toch.
Overlijden vader, terugkeer
dochter
Met nu geen kinderen meer in huis kan de oude en blijkbaar kindse
Franciskus Johannis Baptist Westhoff niet op de hoeve blijven. Hij
wordt per 4 januari 1831 ingedeeld bij de
kolonistenfamilie Barning op hoeve 31, maar dat is van korte duur.
Drie weken later, 25 januari 1831 overlijdt hij.
Daarmee zijn alle leden van de familie van de kolonie verdwenen.
Maar Maria Magdalena Westhoff komt (eventjes) terug. Ze
moet al wat langer in de buurt zijn want op de kleine raad van 28
juni 1834 komt ze ter sprake, zie hier. Cornelis
van Klooster is een Amsterdamse kolonist in Wilhelminaoord
van 39 jaar wiens echtgenote in januari 1834 is overleden.
Trouwplannen
Hij vraagt toestemming 'in het huwelijk te treden, met Maria
Westhoff, dochter van den overledene kolonist Westhoff van kolonie
N2, welke dochter vroeger ook in de kolonie geweest, doch
gedeserteerd is, en alzoo in der tijd afgevoerd; zij is 25 jaren
oud.'
De kleine raad staat er niet onwelwillend tegenover. Het argument
dat zij gebruikt, 'dat het van belang is, dat er een vrouw in dit
huisgezin is, daar van Klooster drie kinderen heeft waarvan de
oudste slechts 8 jaren oud is', noem ik op pagina 74 van De
strafkolonie.
Hoe de permanente commissie reageert op het advies van de kleine
raad heb ik niet bekeken, maar van een huwelijk tussen de twee zal
het nooit komen. Wel keert Mara Magdalena terug in de kolonie.
Volgens de kolonistendatabase (maar ik kan het in het stamboek
niet vinden) komt zij op 23 augustus 1834 aan en wordt ze
ondergebracht bij het kolonistengezin van Johannes Braun,
een van hun vroegere buren.
Raad van toezicht
De dag ervoor is ze bij de raad van toezicht van Wilhelminaoord
geweest, zie het
verslag. Daar houdt ze het hier boven al weergegeven verhaal
over de mishandeling door haar broer als reden waarom ze
gedeserteerd is. Er wordt aan toegevoegd: 'anders zou zij haar
vader in die ellendige toestand waarin hij toen verkeerde niet
verlaten hebben'.
Van de behandeling hiervan bij de raad van politie en tucht heb
ik helaas geen transcriptie. En ik moet weer vertrouwen op de
kolonistendatabase als die meldt dat ze op 1 september 1834
de kolonie weer moet verlaten op last van de permanente commissie.
Dat zal wel kloppen, want in de boeken van de kolonie is verder
geen spoor meer van haar of de andere familieleden te vinden.
Tot slot
In het gedeelte van de ingekomen post van de permanente commissie
dat is geïndexeerd komt de naam Westhof(f) diverse malen voor. Dat
heb ik niet allemaal bekeken, maar voor liefhebbers is hier de
lijst. Dat zal niet allemaal deze familie zijn, er zullen
ook vermeldingen zijn van de weeskinderen met die naam, zie hier,
en er lopen ook nog twee ingedeelden uit Den Haag met die naam in
de vrije koloniën rond, maar dat mogen anderen uitzoeken.