Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
Sire!
Een aanzienlijk getal onderdanen van Uwe Majesteit hebben zig
vereenigd om een Maatschappij van Weldadigheid opterigten, onder
de bescherming van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Frederik, met
oogmerk om aan de talrijke klassen van behoeftige ingezetenen,
arbeid te verschaffen,
en zulks in de eerste plaats door middelen van fabrieksmatige
inrigtingen, ter vervaardiging van zoodanige goederen, die of
geheel of grootendeels van buitenlands worden ingevoerd, het
debiet daarvan te verzekeren door eene vrijwillige overeenkomst
der leden van de Maats: om jaarlijks eene zekere hoeveelheid
stoffen op deze wijze vervaardigd tegen gezette prijzen te
ontvangen,
ten tweede door het ontginnen en vruchtbaar maken van nog
ongecultiveerde gronden in ons Vaderland, en daarop bij wijze van
kolonisatie overtebrengen zoodanige armen die voor dezen arbeid
geschikt geoordeeld worden.
Daar deze vereeniging niets bevat strijdig met de bestaande
inrigting reeds ten behoeve der armen gemaakt of nog te maken,
maar alleen te beschouwen is als eene oprigting van fabrieken door
bijzondere personen en door hunne eigen middelen, waarin bij
voorkeur behoeftigen als werklieden zullen worden gebruikt, zoo
hoopen zij dan ook dat deze onderneming die naar hun inzien zoo
zeer strookt met de weldadige bedoelingen van U.M. om zoo veel
mogelijk den toestand eener talrijke klasse van menschen, die
thans zoo diep ongelukkig zijn te verbeteren met de goedkeuring
van U.M. vereerd zal worden.
Het is van wege de Commissie door deze Maatschappij benoemd, dat
ik mij veroorlove ter kennisse van U.M. te brengen het ontwerp
hetwelk de werkzaamheden zal regelen, benevens de namen der reeds
benoemde personen harentwege met de directie belast.
Mogt ik mij vleijen dat de belangeloosheid van het oogmerk, en
het nut dat bedoeld wordt, ter verontschuldiging der vrijheid die
ik mij veroorlove te nemen strekken zal, en inzonderheid dat U.M.
zulks als een nieuw bewijs mijner verkleefdheid en van den diepen
eerbied gelieve aantemerken waarmede ik altijd zijn zal
Sire
Uwe Majesteits trouwschuldige onderdaan
(get) J. van den Bosch