Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie





In een artikel gedateerd 21 oktober 1818 in de Staatscourant vertelt de permanente commissie over de vorderingen en onthult zij de naam FREDERIKS-OORD


Het begint met een brief van het lid van de Commissie van Weldadigheid dokter Nieuwenhuis op 9 oktober 1818, invnr 49, waarin hij reageert op de concept-bepalingen voor de proefkolonie. Daarbij merkt Nieuwenhuis ook op:

1mo
de naam Westerbeeksloot zag in gaar­ne, ter eere van ons doorluch­tig voorzit­ter, in die van Frederiks-Oord veran­derd, zijnde dit de eerste - moeder - colonie onder zijn doorluchtig presidium opge­rigt.

Daarop besluit de permanente commissie op haar vergadering van woensdag 14 oktober 1818 de proefkolonie inderdaad die naam te geven, invnr 38, en zij maakt dat wereldkundig in een artikel gedateerd 21 oktober 1818, dat verschijnt in de Staatscourant van 23 oktober 1818:

's Gravenhage, den 21 October.

Onder den gedurigen aanwas der maat­schappij, onder de snelle voltooijing van den bouw der woonhuizen en van de ontginning der gronden, in hare nieuwe kolonie, onder de verwachting der huisgezin­nen, die aldaar reeds vóór of met den 1sten november, uit alle oorden van het noordelijk vaderland, moeten aankomen, en onder de dagelijk­sche vergrooting van het getal der leden en der donateurs, en der deelnemers in het gebruik van te fabriceren linnen, blijf nog immer de milde hand van edelmoedigen ontsloten, die door buitengewone giften het fonds der maat­schappij steunen.

volgt een lijst van giften

De commissie van weldadigheid, willende zich ook voor de toekomst de talenten en de reeds betoonde edelmoedige diensten ten nutte maken van mannen, door stand, kunde en edelaardige gevoelens voor de maat­schappij belangrijk, heeft de volgende heeren tot hare honorai­re leden benoemd, als:

volgt de lijst honoraire leden

Tot veilige en gelukkige overbrenging der kolonisten, tegen den 1sten november, naar de kolonie te Westerbeeksloot, zijn, door Z.K.H. Prins Frederik, bij aanschrijving aan de stedelijke besturen, en door de permanen­te commissie, bij circulaire aan de stedelijke sub-commissien, de beste voorzor­gen geno­men.

Eindelijk heeft de commissie, met erken­tenis vervuld jegens den Vorst, onder wiens invloed en geleide de eerste kolonie geves­tigd is, en wenschende zoo de kolonisten zelve als geheel de natie, tot in de nage­slach­ten, aan deze naauwe verpligting jegens Hoogstdenzelven en geheel het Koninklijk Huis, dankbaar te herinneren, vastgesteld, dat die kolonie voortaan den naam zal dra­gen van FREDERIKS-OORD.