Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie





Beloningen voor kolonisten, uitgereikt ter gelegenheid van het leggen van de eerste steen voor de uitbreiding van Frederiksoord

De uitreiking van de beloningen wordt in De proefkolonie beschreven op bladzijde 185. Hier het betreffende gedeelte uit een brief dd 23 augustus 1819 van directeur Benjamin van den Bosch aan de Permanente Commissie, invnr 52


Frederiksoord den 23 augustus 1819

(...)

Ook was dezen dag dubbeld belangrijk voor onze kolonisten, dewijl in tegenwoordigheid van Dheer van Riemsdijk door mij, voor den aanvang van het feest de beloningen zijn uitgedeelt, bij besluit van de Kommissie van Weldadigheid, aan de zodanige toegekend, welke zich bij een onlangs plaats gehad hebbende zwaren heiden brand, het gunstigst hadden onderscheiden.
Aan alle andere kolonisten die door bijzonder toeval, bij genoemde heide brand niet konden tegenwoordig zijn, als mede aan die geenen welken op zodanige punten geplaatst waren, waar zij zich niet konden onderscheiden, maar van wier goeden wil ik mij volkomen overtuigd durf houden; is, met voorkennis van Dheer van Riemsdijk, eene kleine eevenredigde beloning toegelegt.

Zijn WG heeft wel mede willen goedkeuren dat eengelijks een kleine beloning wiert toegelegt aan de drie kolonisten welke bij eene vroeger ontstane brand in de kook keuken blijken van bijzondere welwillendheid en onderneming gegeven hadden.

Op dezelfde wijze zijn kleine beloningen toegelegt aan de beide huisgezinnen welke na evenredigheid der spinsters, zedert hun arrivement het meest, en best vlas gesponnen hebben.
Aan twee kinderen die zich het gunstigst op scholen hebben onderscheiden, en eindelijk aan een huisgezin dat de meeste orde en properheid in zijne kleding en huishouding had betoond.

Zo als op bijgaande lijst voorkomende Ik (stuk ontbreekt) mij van t besluit der Kommis­sie den besten uit (stuk ontbreekt) bekomen, vooral wanneer slegts zeer zelden, en in zeer buiten gewone gevallen, daarvan wordt gebruikt gemaakt.
Twee kolonisten hebben door een onver­dienstelijk gedrag alle beloning verbeurd.

(…)

Bijgevoegd is een overzicht:

extra betaling aan de kolonisten

sergeant Seil
ƒ 10=.=
sergeant Koster 7=.=
sergeant Schnatz 7=.=
onderopziener Jansen 10=.=
onderopziener Meder 7=.=
kolonist Klaver 5=.=
kolonist Molenaar 5=.=
kolonist Gerrits 5=.=
kolonist Rikmond 5=.=
kolonist Tijmes 5=.=
kolonist De Kruijf 4=.=
kolonist Mak 4=.=
kolonist Van Ommen 4=.=
kolonist Muller 3=.=
kolonist Vergeer 3=.=
kolonist Bransma 3=.=
kolonist Biemans 3=.=
kolonist Gerritsma 3=.=
kolonist Kranendonk/de zoon 2=.=
kolonist Breukel/de zoon 2=.=
kolonist Hopman/de zoon 2=.=
Jan Bult # 3=.=
de Vries # 3=.=
Tersmetten # 3=.=

ƒ 108


# voor de brand in de keuken


Van Haaften voor netheid en properheid ƒ 5=.=


op school:
de zoon van Geerards 3=.=
de dochter van Koppejan 3=.=


spinarbeid:
t huisgezin Harmeling 3=.=
t huisgezin van Baade 3=.=



ƒ 125=.=


* 24 kolonisten ieder à ƒ 1-
24=.=


Totaal    
ƒ 149=.=

* N.B. onder de 24 kolonisten die geen dadelijk aandeel aan den brand gehad hebben, zijn zeer veele van de meest oppassende en braafste begrepen.

Het is een mooi staaltje management dat Benjamin ook niet bij de brand aanwezige kolonisten wil belonen. Naast de al eerder als onderopziener opgevoerde Jansen, blijkt ook de kolonist Meder tot die status opgeklommen.
De twee die alle beloning verbeurd hebben, zullen waarschijnlijk Van Rhee en De Vos zijn.