Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
■ De familie staat in een stamboek van Frederiksoord dat in te
slechte staat verkeert om in de studiezaal geraadpleegd te worden
als bewoners van hoeve nummer 9. Daar zullen ze altijd blijven
wonen, zie voor de locatie dit
kaartje.
■ Vanaf 1825 staan ze als bewoners van hoeve 9 in
stamboeken waar scans van zijn: invnr 1346, invnr 1347, invnr
1348, invnr 1349, invnr 1350 en invnr 1351. Navolgende informatie
komt uit die stamboeken.
■ Op 20 juni 1827 overlijdt de man des huizen Jacob David
Hoofien.
■ Op 1 februari 1828 gaan dochters Betje en Roosje
Hoofien weg om 'te gaan dienen'. Zie ook de zitting van de
kleine raad van 27 december 1828.
■ Dochter Judith Hoofien vertrekt om te gaan dienen op 21
juni 1829.
■ Zoon David Hoofien vertrekt als schutter in het kader van de
'algemeene wapening', zie hier, op 5
november 1830. Op een overzicht van de Drentse Schutterij
kan ik hem niet vinden, dus hij is met andere schutters op pad
gegaan.
Uit de zitting van
de kleine raad van 4 december 1830 blijkt dat de weduwe
Hoofien 'wekelijks eenige vergoeding' geniet na het vertrek van
David.
Hij keert 18 juni 1833 terug.
■ Vanaf 25 april 1833 krijgen ze, voor het eerst,
ingedeelden in huis. Drie joodse weeskinderen uit Dordrecht Betje,
Sara en Nathan Allemans. Op 9 oktober 1833 gaan die weer
naar een andere hoeve.
■ Op 28 juni 1834 vertrekt zoon David Hoofien om 'te gaan
dienen'.
■ Op 29 april 1838 gaat zoon Jesais Jacob Frederik
Hoofien in militaire dienst.
■ Op 9 mei 1838 verlaten moeder Judith van Praag weduwe
Hoofien en de enige nog niet uitgevlogen zoon Mozes Hoofien met
ontslag de kolonie. Van familieonderzoeker Nico Hoofiën begreep ik
dat ze dan naar Steenwijk gaan en daar nog lang zijn blijven
wonen.
Van hem begreep ik ook dat diverse nakomelingen van de
proefkolonist Jacob David Hoofien het ver geschopt hebben, eentje
zelfs tot directeur van de Centrale Bank van Israel.