Vonnis 530
Zo rond 1825 hebben de ambtenaren op het algemeen bureau van de
Maatschappij van Weldadigheid een grote middagpauze voor de warme
maaltijd, waarna ze om drie uur weer op het kantoor in
Frederiksoord verwacht worden.
Dat we dat weten, danken we aan magazijnmeester Theodorus Lindeman
en diens assistent Jacob Carel Helmcke.
Want op de dag na Kerstmis 1825 komt Helmcke drie kwartier te
laat. De 43-jarige Lindeman had zich al tegenover de andere
aanwezigen lopen opfokken en als Helmcke arriveert, begint hij
heel cynisch dat de ander 'bliksems vroeg kwam'.
Helmcke, 37 jaar oud, verontschuldigt zich dat 'het middagmaal
niet zoo vroegtijdig gereed was als gewoonlijk' en belooft 'de
aanstaande nagt te zullen werken' om alle stukken klaar te
krijgen.
Maar Lindeman denkt dat Helmcke aan het drinken is geweest,
waarvoor hij kort tevoren al een schorsing had gehad, en begint
hem voor 'schelm, schurk, smeerlap' uit te maken.
'Ik gaf hem ten antwoord,' meldt Helmcke, 'dat hij zulks mogte
zijn maar ik nimmer geweest was.'
In hedendaags Nederlands: wat je zegt dat ben je zelf.
De voormalige sergeant Lindeman pikt dat niet, gooit 'hem in een
naastgelegen kamertje onder den tafel op de grond' en geeft hem
een pak slaag waar de ander een 'blauw opgezwollen oog, een opene
wond aan zijn voorhoofd en een dikte in de slaap van 't hoofd' aan
overhoudt.
Helmcke doet aangifte, Lindeman wordt voor de rechtbank in Assen
veroordeeld tot een boete, maar of het tussen de magazijnmeester
en zijn assistent ooit weer goed gekomen is, vermeldt de historie
niet.
Nadere informatie over betrokkenen |
● Zie voor meer over magazijnmeester Lindeman op deze pagina.