Naar het overzicht van de STRAFKOLONIE
De Permanente Commissie Der Maatschappij van Weldadigheid
Overwegende, dat bij het jaarlijksch onderzoek omtrent het gedrag
der strafkolonisten, in verband met de misdragingen waarom zij in
dezelve zijn geplaatst geworden, gebleken is dat eenige derzelve
zich de gunst waardig hebben gemaakt om in de vrije kolonien of
arbeiders gestichten te worden terug geplaatst.
Overwegende dat andere overeenkomstig hun daar toe gedaan verzoek
kunnen worden ontslagen.
Besluit:
Artikel 1
Naar de gewone kolonien terugteplaatsen:
Maria Muntz
Petrus Jurings
Antonie Fremeyer
Wouter Klaaszen Peen en gezin
Jacob van Luypen en gezin
Jan Jansen Mey en gezin
Johannes Herm. Kniessenburg en gezin
Reynder Verschoor
Jacobus van den Heuvel
en na het voltrekken van hun huwelijk Pieter Hartog met zijne drie
kinderen en
Johanna Broederhart wed: Alblas
Artikel 2
Naar Veenhuizen onder de arbeiders te plaaten
Grietje Klaas Jongen weduwe Muis
Artikel 3
Uit hunne betrekking tot de kolonien te ontslaan het gezin van den
gewezen huisverzorger Hendrik Buys.
Artikel 4
Aan de subkommissiën 's Gravenhage en Amsterdam en de Commissie
van Oppertoezigt over het Algemeen Armbestuur te Rotterdam van
welke de huisgezinnen
1) Willem Brauckman en gezin
2) de wed W Zuidhoorn & gezin en
3) de wed. J. Scholbroek en gezin
zijn overgenomen, voor te slaan, om aan hun ontslag te verleenen
bij de volgende missives:
Daarna volgt een standaardbrief waarin de namen van de
gezinnen moeten worden ingevuld.
Het huisgezin van ..................... hetwelk wij op den
..................... in computatie der contributie van UwEd in de
vrije kolonien hebben overgenomen, bleek spoedig voor de
betrekking in dezelve niet alleen ongeschikt te zijn maar hebben
wij ons uit hoofde van onbehoorlijke gedragingen verpligt gezien
om hetzelve ten voorbeelde van anderen en ware het mogelijk tot
verbetering naar de Strafkolonie te verwijzen.
Bij het jaarlijksch onderzoek door een onzer medeleden naar de
staat der in de strafkolonie geplaatste huisgezinnen worden zij
van welker verbetering het te verwachten is dat zij goede
koloniale huisgezinnen zullen zijn naar de gewone kolonien
teruggeplaatst en in al hunne vorige regten hersteld.
Het is ons echter bij herhaling gebleken dat van het gezin van
................... voornoemd niet is te verwachten dat gunstig
gevolg het welk wij ons van de verwijzing naar de strafkolonie
hadden voorgesteld, en tevens dat hetzelve al nu niet langer
aldaar kan verblijven.
Wij hebben dan ook besloten om dat gezin te ontslaan doch alvorens
daartoe overtegaan UwEd mededeeling te doen der redenen, welke ons
tot deze maatregel beweegt en zullen wij UwEd, zich daarmede,
gelijk wij vertrouwen, vereenigende, gen. gezin van derzelve
betrekking tot de kolonien ontslaan, terwijl daardoor de
mogelijkheid gegeven wordt een ander, beter en meer geschikt gezin
te plaatsen, tegen vergoeding der door hetzelve nagelaten schuld.