Naar het overzicht van de BRONNEN
Omdat het aanhoudend regende, pagina 81
De kolonist die te lang in het gemeentehuis van Vledder is blijven
hangen, is Isaak Johannes Kok. Zie bij de raad van toezicht van
Frederiksoord van 16 november 1837 (bijlage 1):
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/1VK/1837VK/18371125VK.html
Van de nood een deugd maken, komt uit de pen van voormalig
proefkolonist Matthijs Muller in een brief gedateerd 7 november
1822, invnr 63. Het staat in verhaalvorm op deze pagina:
http://www.deproefkolonie.nl/extra-informatie/stukken-over-de-proefkolonie/geweze-kolonist-en-mr-smit-van-frederik-oord/
De kolonist 'met de broek op de hakken & gants buiten staat
zich te kunnen redden', is Van Manenburg bij de raad van toezicht
kol 3 12-05-1834, horend bij RvPenT van diezelfde dag, invnr
1615. Zie het zittingsverslag:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/1VK/1834VK/18340512VK.html
Indien zij daartoe niet door slechte menschen ware verleid,
pagina 83
De eenendertigjarige Jacoba heet voluit Jacoba van Luin, volgens
de kolonieadministratie geboren 3 november 1797. Zij is getrouwd
met Johannes van Haazen, geboren 30 maart 1790 en ze hebben één
kind: Elizabeth van Haazen, geboren 2 oktober 1820. Het gezin is
op 19 september 1828 aangekomen in Willemsoord en de tuchtzaak
over het alcoholgebruik van Jacoba is al na anderhalve maand, op 1
november 1828, invnr 1615. Zie het zittingsverslag:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/1VK/1828VK/18281101aVK.html
Het gezin komt in de strafkolonie aan op 10 december 1828, invnr
1580 folio 11. Ze worden ontslagen en gaan vandaaruit terug naar
Utrecht op 19 maart 1833, invnr 1584 folio 7.
De tweeënveertigjarige Johanna is Johanna Goester, weduwe Pieter
Jan Geijtenbeek. Het is wat lastig omdat er twee weduwes
Gei(j)tenbeek op de kolonie lopen, maar bedoeld wordt die uit
Rotterdam, niet die uit Leiden. Zij was met haar man en twee
kinderen in de kolonie aangekomen op 23 maart 1836 en op 25
augustus 1836 overlijdt haar man. De zaak tegen haar wordt
behandeld op 31 oktober 1836 naar aanleiding van de raad van
toezicht van kolonie 3 van 23 oktober, en op 1 juli 1837 naar
aanleiding van de raad van toezicht van kolonie 3 van 31 mei 1837.
Alles invnr 1615.
Uit de raad van politie en tucht, pagina 84
Het citaat over Johan Karel Voorbrood komt uit de raad van politie
en tucht van 16 juli 1846, invnr 1616. Dat zittingsverslag komt
later op de site. Je kunt checken of het er al op staat op deze
pagina:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/1VK/0000VK.html
Om zich met zijn vader te verzoenen, pagina 85
Johannes van Lanthem moet voorkomen bij de raad van politie en
tucht op 21 juli 1838, van welke gelegenheid en van de
voorafgaande raad van toezigt te Willemsoord van 17 juli de meeste
citaten uit dit stukje komen. Op de raad van 19 januari 1839 moet
hij opnieuw voorkomen wegens dronkenschap en dan verdwijnt hij
naar de strafkolonie. Beide zittingen zijn invnr 1616.
Van Lanthem komt in de strafkolonie aan op 2 maart 1839 en keert
weer terug naar de vrije koloniën op 6 oktober 1840, invnr 1585
folio 6. Hij zal in de kolonie overlijden op 22 april 1857.
Hendrik Adrianus Schepman is in de kolonie ondergebracht door F.
of T. Welborn Schepman in Den Haag, die volgens www.schepman.nl
'Notaris en Procureur a/h Hooge Nationaal Gerechtshof' is. Hij is
december 1837 in de kolonie aangekomen en alles wijst erop dat
hier sprake is van stevige familieheibel. De hier beschreven
kwestie speelt als hij is ondergebracht bij het gezin Muijen.
Getuige is de ingedeelde Hendrik van Baarle. Het komt aan de orde
bij de raad van politie en tucht van 21 juli 1838, invnr 1616.
Ondanks het feit dat hij al een keer eerder voor dronkenschap was
veroordeeld, bij de raad van 28 april 1838, komt hij er met een
vermaning van af.
Dat is niet meer het geval als hij bij de raad van 8 september
1838 opnieuw moet voorkomen omdat hij dronken is geweest. Dit keer
wordt hij veroordeeld tot de strafkolonie, maar voordat hij
daarnaartoe vervoerd kan worden deserteert hij 'om zich met zijne
vader te verzoenen'. Hij wordt opgepakt en naar de Ommerschans
gevoerd. Dat verhaal komt aan de orde bij de raad van 10 december
1838.
Terwijl hij nog in de strafkolonie zit, wordt bij de raad van 19
januari 1839 de zaak behandeld tegen de ingedeelde Berendina
Beumers, die ontijdig van een dood kind is bevallen ten gevolge
van onzedelijke omgang met Schepman. Omdat hij al in de
strafkolonie zit, kan hij hiervoor niet daartoe veroordeeld
worden. Al deze zittingen zijn invnr 1616.
Schepman komt in de strafkolonie aan op 20 november 1838 en gaat
weer terug naar de vrije koloniën op 6 oktober 1840, invnr 1585
folio 5. Vandaaruit gaat hij op 6 februari 1841 in militaire
dienst.
Wel vrolijkheid onder elkanderen, pagina 87
De betrokken kolonisten zijn:
- Bolkestein, negenenvijftigjarige Amsterdamse kolonist;
- Pieter van Putten, Leidenaar van veertig;
- Barteld Grooters, dertigjarige man uit Kampen;
- Paulus Brands, uit Groningen gekomen (ook 30 jaar);
- Gerardus Scheffers, kolonistenzoon uit Bergen op Zoom (23 jaar);
- Johannes Jan Zwak (37 jaar);
- Jan Zwak (28 jaar).
De kwestie komt aan de orde bij de raad van politie en tucht van
24 september 1836, naar aanleiding van de raad van toezicht van
Willemsoord van 19 september 1836. Zie voor een gedeeltelijke
transcriptie van die zitting:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/1VK/1836VK/18360924VK.html
Winkelgeld, pagina 88
De Haarlemse gebeurtenissen rond Abraham de Haan heb ik van Carola
Scheepers.
Zie de mening van Johannes van den Bosch over de komst van Abraham
de Haan naar de kolonie:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Besluiten/1822_02_09DeHaan.html
De Rotterdammer wiens reis problemen geeft is Johan Wilhelm
Marinus van der Palm, geboren 05-08-1790. Hij komt in de kolonie
aan op 14 januari 1823.
Blaast mij wat in mijn Haarlemmer kont, pagina 90
Het verhaal met wijkmeester Jan van Buiten speelt voor de raad van
politie en tucht van 29 april 1837 naar aanleiding van de raad van
toezicht van Willemsoord van 17 april, invnr 1615. Zie de
zittingsverslagen:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/1VK/1837VK/18370429VK.html
De overige kwesties in deze paragraaf komen NIET uit het archief
van de Maatschappij van Weldadigheid, maar uit dat van de
rechtbank, Drents Archief toegang 103.
Bij de eerste kwestie is de assistent die klappen krijgt Helmcke
en de algemeen magazijnmeester die klappen uitdeelt Lindeman.
Getuigen zijn Derk Schuurman en Jan Odijk. De bron is Drents
Archief toegang 103 invnr 28027 dossier 530.
De mishandelende bakkersbaas is Berend Scholte(n), de mishandelde
assistent is Jacob Mollevanger (dezelfde die een grote rol speelt
op de pagina's 226-227). Getuigen zijn Cornelis van Oyen en
Johannes Hermanus de Bruin. De bron is Drents Archief toegang 103
invnr 28027 dossier 527.
Bij de kwestie met kolonist Sabelis is de scharensliep uit Vledder
Jochem Sleyfer en de twee slachters uit Steenwijk Egbert Bos en
David Bos. De bron is Drents Archief toegang 103 invnr 28029
dossier 581.
Want zijnen oude vader wordt zoo knorrig en verdrietig, pagina
92
De invoering van groot verlof is een besluit van 21 maart 1829 en
bevindt zich in invnr 967 en invnr 988. Het is ook afgedrukt in
het nummer van maart 1829 van het maandblad van de Maatschappij
Vriend des Vaderlands, te vinden op www.delpher.nl. De volledige
tekst:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Besluiten/18290321Verlof.html
Vanaf dat moment komen jongeren of hun ouders voor de kleine raad,
invnr 1624 (periode 1825-1836) of invnr 1625 (periode 1837-1849).
Een overzicht van een aantal van de bijeenkomsten van die raad
staat op:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/KleineRaad/index.html
Genoemde Roelof Kleinman komt bij de raad op 28 juni 1828. Zie:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/KleineRaad/182806kr.html
De opzichter der strafkolonie, pagina 94
Hendrik van Vianen is geboren op 06-11-1770. Hij wordt
voorgedragen door de provinciale kommandant van Utrecht op
20-08-1827.
Over Vianens drankzucht en ontslag zijn de volgende stukken:
1) brief directeur Jan van Konijnenburg dd 3 april 1830 (N307),
invnr 84.
2) 15 april 1830 N5 besluit permanente commissie over ontslag
Vianen, invnr 375.
3) brief van directeur Van Konijnenburg dd 18 april 1830 (N355)
over mogelijke aanstelling Hoogstra, invnr 104 scans 467-469.
4) 4 mei 1830 besluit pc tot aanstelling Hoogstra, 4 mei 1830 N21,
invnr 376.
De citaten over Hoogstra komen uit de Star 1826 pagina 648.
De meester is een sodomieter, pagina 96
Een overzicht van materiaal over het onderwijs staat op
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Onderwijs/index.html
Zwarigheid in dat ontslag, pagina 98
De gegevens over Willempje van der Dooze volgen nog.
Dat het UwEds. goedgunstiglijk mogen komen behagen om de
goedheid gelieven te hebben, pagina 100
Transcripties van alle stukken over Johannes Hermanus Kniesenburg,
inclusief de inventarisnummers en in diverse gevallen verwijzingen
naar scans, zijn allemaal te bereiken via:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Kniesenburg/
Het besluit van de permanente commissie over de vrijlatingen uit
de strafkolonie najaar 1829 is - deels - opgenomen op deze pagina:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Kniesenburg/1829Vrijlating.html
Een transcriptie van de brief van Johannes Hermanus Kniesenburg
aan de permanente commissie van maart 1829 is afgedrukt op deze
pagina:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Kniesenburg/1829Poging.html
Het register van strafkolonisten 1828-1838, invnr 1580 folio 07,
meldt dat De familie Kniesenburg per 1 oktober 1829 wordt
vrijgelaten. In het stamboek Frederiksoord 1828-1830, invnr 1347
scan 33, vinden we ze terug op hoeve 61.
Eene herziening betrekkelijk de handhaving van de orde en
tucht, pagina 101
Meer over de leefomstandigheden en de sterfte in De
kinderkolonie, hoofdstuk vijf.
De potloodaantekeningen van dominee Sluiter staan bij het
exemplaar van het reglement dat Johannes van den Bosch op 12
september 1825 had gemaakt in invnr 988.
Een transcriptie van het reglement van tucht voor bedelaars van
28-02-1829, invnr 967, is te vinden op deze pagina:
http://debedelaarskolonie.nl/9-2/stukken-over-de-ommerschans-2/18290228-reglement-van-tucht-van-de-gestichten-van-bedelaars/
Een transcriptie van het reglement van tucht voor weeskinderen te
Veenhuizen van 08-07-1829, inventarisnummers 967 & 1617, is te
vinden op deze pagina:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/WezenVH/1829_07_08Tuchtreglement.html
In hoofdstuk zes van De kinderkolonie worden diverse
tuchtzittingen op basis van dit reglement behandeld.
Een transcriptie van het reglement van tucht voor
kolonistengezinnen van 08-07-1829 inclusief de additionele
artikelen voor veteranengezinnen, inventarisnummers 967 &
1617, is afgedrukt op deze pagina:
http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Tucht/Reglementen3.html