Strafkolonisten: aanvullende informatie bij het boek De strafkolonie

Het boek De strafkolonie, met als ondertitel 'Verzedelijken en beschaven in de koloniën van Weldadigheid (1818-1859)' verscheen juni 2018. Het werd 20 en 21 juni gepresenteerd op de locaties waar het zich afspeelt: Veenhuizen, Ommerschans, Frederiksoord/Wilhelminaoord en Willemsoord.
Zie voor recensies en algemene informatie de site van uitgeverij Atlas/Contact. Deze pagina's geven aanvullende informatie bij het boek.




Om te beginnen is er de verantwoording van de gebruikte bronnen, met name archiefstukken, met soms wat extra informatie en met veel verwijzingen naar stukken op deze site. Die verantwoordingen per hoofdstuk zijn via deze pagina in te zien en/of op te halen. Op een andere pagina staan de in het boek voorkomende persoonsnamen en weer elders de plaatsnamen.


Dan de navolgende pagina's / verzamelingen:

Tuchtzaken waarbij kolonisten tot de strafkolonie veroordeeld kunnen worden staan bij de afdeling Tucht.

Uitleg over de registers/stamboeken van de strafkolonie in het archief.

Het aantal bewoners van de strafkolonie volgens de jaarverslagen van de Maatschappij. volgt

Hoofdpersonen

Alle stukken over hoofdpersoon Willempje van der Dooze (en Christiaan Willem Harbrecht).

Alle stukken over hoofdpersoon Johannes Hermanus Kniesenburg en zijn gezin.

Het gebouw

Stukken betreffende de bouw van de strafkolonie in september 1822.

De opzichter

De functie 'opzichter der strafkolonie': 1. De aanstelling op 8 oktober 1827 van Hendrik van Vianen.

De functie 'opzichter der strafkolonie': 2. De aanstelling op 4 mei 1830 van Haaije Hoogstra.

Beoordelingen

Op 6 september 1828 wordt een concept-besluit genomen over vrijlating e.d. van strafkolonisten.

Het besluit tot terugplaatsing, overplaatsing of ontslag van strafkolonisten per 31 augustus 1829.

Op 25 september 1833 is er ' jaarlijksch onderzoek van de strafkolonisten te Ommerschans'.

Beoordeling van het gedrag van de strafkolonisten over 1834 en 1835 in september 1835.

Diverse strafkolonisten

Johannes Lehmbroek gaat december 1830 naar de strafkolonie na twee jaar luidruchtig protesteren.

De reactie van Hermanna Friso op een mogelijke verbanning naar de strafkolonie in januari 1837.

Sjoukjen Ulbels Wijnia gaat in 1838 voor het eerst de strafkolonie in. Later volgen nog twee keer.

De hartstochtelijke pleidooien in 1843 voor de vrijlating van Cornelia Pennink uit de strafkolonie.

Lijsten

En tenslotte zijn er lijsten van alle mensen die in de strafkolonie hebben gezeten. De lijst is gemaakt door Luurt Vrijen uit de registers uit Drents Archief toegang 0186 met invnrs 1442, 1580, 1584, 1585 en 1586 (zie deze pagina). Daarna hebben Wil Schackmann en Luurt Vrijen de (vele) ontbrekende gegevens in de registers aangevuld vanuit de invnrs 1389, 1543, de kolonistendatabase en de wezendatabase en de stamboeken van arbeiders, veteranen en vrije kolonisten. Het is dus GEEN letterlijke weergave van de stamboeken.

De lijst is zo onhanteerbaar lang dat ik hem in stukken van vijf jaar heb opgeknipt. Als onderstaande schema klaar is, geeft het een indruk van ontwikkelingen in de toestroom van bannelingen. In de eerste kolom het jaar, in de tweede kolom waar de strafkolonisten vandaan komen (VK = vrije koloniën; VH = Veenhuizen; OS = Ommerschans; alleenstaanden uit VK zijn of ingedeelden of kolonistenkinderen) en in de derde kolom de verwijzing naar de lijst waar dat jaar bij staat.

1820
tot en met
1825
Het begint in 1820 met drie ingedeelden uit VK, in 1821 gaat het los met 9 kolonistengezinnen uit VK met in totaal 48 personen, 10 alleenstaanden uit VK en 1 alleenstaande die rechtstreeks van buiten de koloniën geplaatst is. In dat tempo gaat het door, met vanaf 1824 ook arbeidersgezinnen uit VH.
1826
tot en met
1830
Eind 1826 het jaar komt de allereerste recidivist in de strafkolonie: Johannes Hermanus Kniessenburg en gezin, zie hier. Er komt ook een vrije kolonist die niet tot de strafkolonie is veroordeeld, maar alleen hier wordt opgesloten om wat af te koelen: Antonie van Dalen, zie hier.
Vanaf 1828 worden ook wezen uit VH naar de strafkolonie gezonden.
1831
tot en met
1835
De grootste groep wordt gevormd door ingedeelden in de vrije koloniën: 24 stuks. Verder gezinnen (al dan niet volledig) uit die koloniën 16 met 39 kinderen en 8 zonen of dochters van kolonisten (of met kind of zwanger), 10 weeskinderen uit Veenhuizen, één arbeidersgezin, één arbeidersdochter en één veteranendochter.
Opvallend weinig in 1835..
1836
tot en met
1840

1841
tot en met
1845
In 1844 is het hoogtepunt qua wezen uit VH: 10 stuks.
1846
tot en met
1850

1851
tot en met
1855

1856
tot en met
1859