Naar het overzicht
van stukken over SUBCOMMISSIES
In 1818 heeft de subcommissie volgens de officiële opgaaf vanuit
de Maatschappij 634 betalende leden, zie
hier.
Het arrondissement bestaat dan volgens inventarisnummer 1112
naast Alkmaar zelf (waar in 1818 196 leden en in 1819 116 leden
zijn) uit de volgende plaatsen, met tussen haakjes eerst het
aantal contribuanten in 1818 en dan het aantal in 1819. Als er
niks achter staat, zijn er geen leden:
● Wieringen (30) (12)
● Texel (0) (51)
● de Helder
● Wieringerwaard (63) (62)
● de Zijpe (124) (67)
● Barsingerhoorn
● Schagen (0) (8)
● Haringcarspel
● Petten (0) (2)
● Calandsoog (6) (5)
● Nieuweniedorp (10) (7)
● OudeNiedorp
● Warmenhuizen (10) (0)
● Winkel (6) (5)
● Akersloot
● Bergen
● Broek op Langendijk (4) (7)
● Castricum
● Egmond binnen
● Egmond aan zee
● Wimmenum
● Heemskerk (4) (0)
● Heilo (0) (8)
● Limmen (0) (17)
● Koedijk (0) (3)
● OudCarspel (8) (8)
● Schoorl en Groet (10) (5)
● Uitgeest
● NoordScharwoude (4) (4)
● ZuidScharwoude (8) (0)
● HeerHugowaard
● Otterleek (32) (16)
● Veenhuijzen
● Graft
● de Rijp (15) (20)
● Schermerhorn (7) (0)
● Ursem
● Zuid & Noordschermer (5) (5)
● Oudorp
● St. Pancras (0) (4)
In invnr 1104 zitten de rekeningen en verantwoordingen van
inkomsten en uitgaven van de subcommissie Alkmaar 1818-1853. In
de invnrs 1112-1125 zitten door de permanente commissie gemaakte
overzichten van ledentallen van alle subcommissies, inclusief
Alkmaar, van 1818-1856.
Bij het Regionaal Archief Alkmaar bevinden zich stukken van de
subcommissies Alkmaar, Wieringerwaard en Limmen. Archief van de
Subcommissie Alkmaar: inv.nr 10.6.4.25. Daaronder ledenlijsten
1821-1852 en een Alkmaars ‘Register van de Bijzondere
Gevers` waarop 48 namen prijken die goed zijn voor bedragen
van bijvoorbeel f1,50. (uit Oud Alkmaar, jaargang 32 nummer
1 van 2008, uitgave van de Historische Vereniging Alkmaar, artikel
Wil Schackmann en Marlies ten Berge)
Wanneer de Maatschappij ter ondersteuning van de kolonisatie het
maandblad de Star gaat uitgeven, prijken op de
abonneelijst ondermeer de Alkmaarse boekhandelaar H.Coster, het
Departement Alkmaar van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen,
en Bruno Tiedeman jr., controleur der directe belastingen 1e
klasse, 2e divisie te Alkmaar. In 1824 besluit de subcommissie
Alkmaar, omdat de Star niet algemeen gelezen wordt,
dat er advertenties geplaatst worden in de Alkmaarsche Courant en
dat een exemplaar van De Star ter lezing komt te liggen in
Sociëteit De Eendragt en in het koffiehuis van E. Pasman.
Op 22 mei 1819 constateert de permanente commissie dat er 22
subcommissies zijn die hun afrekening over het jaar 1818 nog niet
hebben ingeleverd en die daarom aangemaand moeten worden:
Alkmaar, Almelo, Meppel, Axel, Breda, Harderwijk,
Groningen, Heerenveen, Kampen, Leeuwarden, Montfoort, Naarden,
Purmerend, Rhenen, Schoonhoven, Sloten, Sneek, Tilburg,
Willemstad, Winschoten, Zutphen, Zierikzee.
De Regenten van het Aalmoezeniershuis te Alkmaar zijn de tweede
die een A-contract (zie voor de
uitleg hier) afsluiten. Het in december 1819 ondertekende
contract A2 geeft de regenten het recht om 'altoos' zes
weeskinderen met bijbehorende huisverzorgers en twee arme gezinnen
in de vrije koloniën te plaatsen. Zie hier voor de lijst A-contracten per
plaats en deze
pagina over het Alkmaarse contract.
Uit Oud Alkmaar, jaargang 32 nummer 1 van 2008: Begin 1821
kent de subcommissie van weldadigheid Alkmaar problemen.
Secretaris en penningmeester Vonk is overleden. Er wordt door FL
der Kinderen op 1 februari 1821 een brief gestuurd naar de
Permanente Commissie:”de overneming van papieren en gelden welke
onder onzen secretaris, die tegelijk penningmeester was,
berustende waren, door velerlei belemmeringen nog niet hebbende
kunnen geschieden, zal eerlangs plaatshebben...”. Later blijkt
Vonk’s boedel verzegeld te zijn en wordt een kastekort van 391
gulden en 58,5 cent vastgesteld. Dhr W. Kluppel wordt tot
secretaris verkozen, en pas vanaf 22 juni 1821 zijn de notulen
terug te vinden in de archieven. In maart 1822 doet men zijn
beklag over de langzame inzameling van de contributies door de
stadsbode, alsook over de niet voldoende verantwoording der
penningen
In het maandblad de Star van november 1821 melden
Wageningen, Koevorden, Woerden, Hoogeveen en Alkmaar
‘nieuwe aanwinsten leden, donateurs en giften’.
De 'Regenten van het Roomsch Katholijk Weeshuis te Alkmaar'
sluiten een E-contract met de Maatschappij (zie voor uitleg over
E-contracten) en plaatsen een maand later drie al wat oudere
pupillen in de kolonie:
● David Schouten
● Maria de Vrede, en
● Cornelis Nicolaas
Goudsbloem.
Op 2 februari 1825 schrijft de subcommissie Alkmaar aan de permanente commissie, invnr 72:
De subkommissie alhier heeft uit uwe konductoire missive bemerkt, dat de Permanente Kommissie begeert, dat er nieuwe maatregelen ter vermeerdering van 't getal van leden en kontribuanten zullen worden aangewend,
doch de subkommissie neemt de vrijheid hierop te reflecteeren, dat zij vermeent van tijt tot tijd (gelijk zulks aan de Permanente Kommissie ook uit voorstellen, door ons gedaan, niet onbekend zal zijn) pogingen aangewendt te hebben, om dat getal te vermeerderen, schoon niet altijt met een gewenschte uitslag.
In 't verleden jaar heeft zij zelfs de medewerking van den Ed:Achtb: Heer Burgemeester dezer stad (hoezeer deze de besturing van de Maatschappij geheel aan de kommissie heeft opgedragen) te hulp geroepen, waarvan de uitkomst geweest is, dat de Maatschappij alhier een aanwinst bekomen heeft van een en veertig zoo leden als kontribuanten, doch van welken wij met leedwezen moeten betuigen, dat reeds eenigen bij de voldoening hunner kontributie wederom bedankt hebben.
Wij kunnen toch over de haren ten beurzen onzer mede ingezetenen niet naar welgevallen disponeeren; te minder in een tijd, in welken zoovele maatschappijen hunne pogingen aanwenden om vele deelnemers te bekomen, en de fondsen der ingezetenen niet gedogen om in alles deeltenemen.
In invnr 1013 (ongedateerd, maar vermoedelijk rond 1825) staat
als secretaris en thesaurier W. Kluppel, wiens naam is doorgehaald
en er bij is geschreven 'Uitgetrokken' en als president F.L. Der
kinderen. In invnr 1015, ook ongedateerd, staat als president Jr
M.G. Fontein Verschuir.
Uit Oud Alkmaar, jaargang 32 nummer 1 van 2008: De
samenstelling van de Alkmaars subcommisie is onduidelijk. Er zijn
pas notulen en een ledenlijst bekend vanaf 1821. Belangrijke
deelnemers zijn in ieder geval de vier burgemeesters Jonkheer
meester Gijsbert Fonteyn Verschuir, Nanning van Foreest van
Petten, Cornelis van Oostveen en dr. Petrus de Sonnaville. Fonteyn
Verschuir, die overigens bij elke vergadering als absent wordt
genoteerd, is voorzitter van de subcommissie, als secretaris en
penningmeester fungeert Herbertus Johannes Vonk, die raadslid en
secretaris van de stad is. Verder nemen zitting vertegenwoordigers
van de kerken, FL der Kinderen namens de hervormde gemeente, D.
IJzenbeek van de doopsgezinden, en Vinckesteijn namens de
rooms-katholieken. Een officier en nog enkele raadsleden, van wie
velen ook bestuurders in de armenzorg zijn, maken de subcommissie
compleet.
● Jacob Mollevanger
● Jacob Olij
● Ede Lenting
● Petrus Bommel de Heer
● Willem Oukes
● David Schouten
● Jacob Smit
● Klaas
Tiemes of Tijmes