Naar het overzicht
van stukken over SUBCOMMISSIES




De subcommissie van weldadigheid te Almelo

Almelo meldt op 27 juli 1818 dat er in de stad een subcommissie van weldadigheid is opgericht, zie hier.

In 1818 heeft de subcommissie volgens de officiële opgaaf vanuit de Maatschappij 155 betalende leden, zie hier.
Het arrondissment bestaant dan volgens inventarisnummer 1112 naast Almelo zelf (waar in 1818 81 leden en in 1819 98 leden zijn) uit de volgende plaatsen, met tussen haakjes eerst het aantal contribuanten in 1818 en dan het aantal in 1819. Als er niks achter staat, zijn er geen leden:
● Tubbergen (3) (3)
● Diepenheim (2) (2)
● Weerselo (1) (1)
● Wierden (1) (1)
● Rijssen (3) (2)
● Vriezeveen (2) (3)
● Borne (5) (5)
● Delden (10) (8)
● Haaksbergen (3) (4)
● Ootmarsum (21) (7)
● Goor (9) (11)
● Hengelo (13) (13)
● Oldenzaal
● Markelo (0) (3)
● Denekamp
● Losser (0) (1)

1818 tot 1856

Zie voor een overzicht van contribuanten in de jaren tot aan 1856 een overzicht dat de IJsselacademie gemaakt heeft.

Mei 1819

Op 22 mei 1819 constateert de permanente commissie dat er 22 subcommissies zijn die hun afrekening over het jaar 1818 nog niet hebben ingeleverd en die daarom aangemaand moeten worden:
Alkmaar, Almelo, Meppel, Axel, Breda, Harderwijk, Groningen, Heerenveen, Kampen, Leeuwarden, Montfoort, Naarden, Purme­rend, Rhenen, Schoonhoven, Sloten, Sneek, Tilburg, Willemstad, Winschoten, Zutphen, Zierikzee

In het archief

In invnr 1104 zitten de rekeningen en verantwoordingen van inkomsten en uitgaven van de subcommis­sie Almelo 1818-1827.  In de invnrs 1112-1125 zitten door de permanente commissie gemaakte overzichten van ledentallen van alle subcommissies, inclusief Almelo, van 1818-1856.

September 1822

Blijkbaar loopt het niet meer zoals gewenst. Op 2 september 1822, invnr 62, schrijft Johannes van den Bosch vanuit Frederiksoord aan de andere leden van de permanente commissie in Den Haag:


Nog voeg ik hier bij eene missive van de Heer Ainsworth, mij bekent als een braaf man, en tot de aanzienelijkste inwoonders te Almelo te beho­ren.

Ik had die man inlichtin­gen gevraagd wegens het slappe gedrag der subkom­missie van die plaats, en daar op dit antwoord ontvangen.

Ik geef thans in beden­king de subkommissie alsdaar te bedanken en met de Heer Ainsworth in correspondentie te treden wegens het benoemen eer nieuwe.

Vind de Permanente Kommissie die goed, beneffens dat ik die corresponditie op mij nemen, dan verzoek ik de bijgaande terug te ontvangen.

Met hoogachting na vriendelijke groeten, heb ik de eer te zijn

UWelEd DWDienaar
J. van den Bosch