Naar het overzicht
van stukken over SUBCOMMISSIES




De subcommissie van weldadigheid te 's-Gravenhage

's-Gravenhage meldt op 20 juli 1818 dat er in de stad een subcommissie van weldadigheid is opgericht, zie hier.



Mei 1825: We doen echt ons best

In een brief gedateerd 3 mei 1825, invnr 73, reageert de subcommissie Den Haag op de onophoudelijke aansporingen van de permanente comissie om meer leden te werven. Ze hebben hun best gedaan:

Wij hebben op den ontvangen aanmerkingen van den 28 december jl. No 810 vermeend, in het belang der verarmde klasse van ingezetenen dezer stad, alle mogelijke middelen te moeten in het werk stellen, ter vermeerdering van het getal leden, der zoo edele Maatschappij van Weldadigheid.
Wij hebben tot dat einde door op geschikte plaatsen, te lezing leggen van de in het afgeloopende jaar, uitgebragte en gedrukte rapporten, getracht de ingezetenen dezer residentie met de staat der Maatschappij en hare kolonien bekend te maken. Vervolgens hebben wij door openlijke bekendma­king, aan de ingezetenen de voordelen doen kennen, door UEd besluit van 23 december jl. aan ons toegezegd en tevens die verarmde huisgezinnen, welke de geschiktheid hadden, om naar Veenhuizen te worden opgezonden, tot dat einde opgeroepen.
Wij hebben vervolgens het vertrek van de huisgezinnen, bij wijze van nieuwstijding aan het luzen(?) publiek medegedeeld, vermeendende als nu genoegzaam gedaan te hebben, om de ingezetenen, bij vernieuwing met den aard en inrigting der Maatschappij bekend te maken en tevens hunne belangstelling voor dezelve te hebben opgewekt, kwam ons het ogenblik geschikt voor, om bij wijze van schriftelijke uitnodiging, de geenen onzer stadgenoten welke nog geene leden waren, tot de aanvaarding van het lidmaatschap uittenodigen.
Wij hebben tot dat einde, ruim veertien hondert billeten doen rond­brengen en hadden ons gewis gevleid dat onze pogingen door ruime deelne­ming, zoude beantwoorden. Dan helaas, de uitkomst heeft in geenen deele aan onze billijke verwagting beantwoord, als hebbende slechts vijfentachtig personen het lidmaatschap aanvaard, dus weinig meerder dan het opgegeven getal, die ons in het afgelopen jaar zijn ontvallen - zie reken. en verantw.
Wij moeten het bekennen, dat bij ons geene andere middelen tot bevordering van de deelneming kenbaar zijn, en betuigen UEd dat het ons innig leed doet, dat veele onze pogingen zulke geringe uitkomsten hebben opgeleverd, waardoor wij onsen(?), ook niet in die mate, waardoor UEd toegedachte gunstige beschikkingen te zullen kunnen deelen als wij ons hadden voorgesteld.
De overtuiging hebbende van in deze, alle te hebben beproefd, om het voorgestelde doel te bereiken en de hoop voedende, dat een en ander Uwe goedkeuring mag wegdragen, zoo zullen wij daarmede beloond achten, voor alle de opofferingen en werkzaamheden, ter bevordering van de voor­spoed der Maatschappij en het heil der burgerij, meerendeel vrugteloos besteed.

Bijgevoegd is het rondschrijven en een aanplakbiljet waarin gemeld wordt dat de subcommissie gratis vijf arbeidersgezinnen in Veenhuizen mag plaatsen. Op het biljet wordt uitgelegd wat een arbeidershuisgezin moet doen. Tenslotte worden alle hoofden van behoeftige huisgezinnen opgeroe­pen om zich op 12 en 13 januari tussen 12 en 1 uur in de Engelse Kerk te melden om zich op een lijst te laten zetten. Van deze lijst worden uiteindelijk de vijf gezinnen gekozen.