Naar het overzicht
van stukken over SUBCOMMISSIES




De subcommissie van weldadigheid te Harderwijk




Mei 1819

Op 22 mei 1819 constateert de permanente commissie dat er 22 subcommissies zijn die hun afrekening over het jaar 1818 nog niet hebben ingeleverd en die daarom aangemaand moeten worden:
Alkmaar, Almelo, Meppel, Axel, Breda, Harderwijk, Groningen, Heerenveen, Kampen, Leeuwarden, Montfoort, Naarden, Purme­rend, Rhenen, Schoonhoven, Sloten, Sneek, Tilburg, Willemstad, Winschoten, Zutphen, Zierikzee



Foutje maart 1822

Op 4 maart 1822, invnr 60, schrijft de subcommissie Harderwijk aan de permanente commissie over een niet-bestaande bestedeling. Uit de briefwisseling wordt geciteerd op pagina 329:

(...) ontvangen hebbende eene missive van diaconen der hervormde gemeen­te, aldaar gedaan 25 febr. ll., waarin dezelve zich be­klagen over het gebrek­kig toezigt hetwelk in de kolonien op de weeskinderen, door hen aldaar besteed, wordt gehouden, vermits Gerrit Boon een van hunne bestedelingen in de roomsche kerk gaat en in het kort zijne belijdenis in dezelve staat afteleggen.

De subcommissie maakt duidelijk dat als dit het geval is, er dan een grote leegloop van protes­tantse leden staat te wachten. De permanente commissie reageert meteen de volgende dag, 5 maart 1822, invnr 353:

Het heeft de Perm. Komm. ten uiterste be­vreemd, bij UWelEd Missive van gisteren, de klagten van de diakonen der herv. gemeente in uwe stad, te vinden medegedeeld, dat één hunner bij kontrakt geplaatste 6 kinderen, dien zij opgevende als Gerrit Boon, van de gereformeerde religie, in de roomsche kerk zoude gaan, en in dezelve weldra zijne belij­denis afleggen,
daar noch eenen Boon, noch eenen Gerrit, blijkens de stamlijst door beste­ders zelve ingezonden - en waarvan hierne­vens een kopie gaat - ten gevolge het met HunEd gesloten kontrakt in de kol. is opgeno­men, en het hier uit blijkt, dat Heeren Diako­nen niet bekend schijnen te zijn, met de van hun overgenomene kinderen.

De Perm. Komm. verzoekt UWelEd der­halve, allervriendelijkst, alvorens hier naar onderzoek kan worden gedaan, omtrent den bedoelden persoon nader naauwkeurig te worden geinformeerd;
terwijl het haar boven­dien hoogst aangenaam zoude zijn, indien UWelEd sekretaris de goedheid geliefde te hebben, zich op den overbrenger van zoodanigen laster, waaraan de P.K. reeds voor­loopig niet het minste geloof kan hechten, te informeren, en dit aan haar te gelijk vertrou­welijk mededeelen;
wijl zij door het vroeger en later inkomen van meer diergelijke klag­ten, welke alle van allen grond ontbloot zijn bevonden, zich te vollen overtuigd houdt, dat even zoo ook deze, hare oorsprong heeft in de kwaadwilligheid van sommige vijanden der M., zullende de P.K. echter, na de ontvangst der informatie van de bedoelde persoon, de zaak in loco met alle mogelijke juistheid doen onderzoeken, en van de bevinding UWelEd overwijld kennisgeven.