Naar het overzicht
van stukken over SUBCOMMISSIES




De subcommissie van weldadigheid te Lochem

Lochem meldt op 17 juli 1818 dat er in de stad een subcommissie van weldadigheid is opgericht, zie hier.


Op 16 december 1828, invnr 95, schrijft de subcommissie Lochem:

Lochem, 16 december 1828

Zende hiernevens een Wisseltje op de Heeren Kemper en zonen ad f 20.80, in voldoening van het jaar contributie over 1828, van acht leden, op de nevensgaande Rekening Courant vermeld.

UwEd herinneren zich mogelijk dat ik voorleden jaar reeds het bedanken van den Heer L.G. Berends gemeld heb.

Dan zijnEd is op mijn verzoek nog een jaar blijven continueeren; doch nu heb ik het verdriet te moeten melden, dat niet alleen dezen Heer, maar ook de Heer N.W. Nijman, en Mejuffr. de wedw H.Thomassen finaal bedankt hebben, zoo, dat hier nu slechts vijf leden overblijven.

En of ik nieuwe leden zal kunnen aanwinnen, dat is zeer twijfelachtig, aangezien de hier steeds plaats gehad hebbende onverschilligheid omtrent de oprigting en loflijke ondernemingen der Maatschappij van Weldadigheid, nu bijna in afkeuring van al derzelver werkzaamheden veranderd is, zedert men ook hier met dat ellendig geschrijf tegen de Maatschappij en zonderlinge recensie van dat werk is bekend geworden.

En mag men met regt vragen: waarom verdiend dan de bondige wederlegging niet meer geloof?

Doch helaas, het gaat  ook hier als in zoo veel andere wereldsche zaken, dat een kwaad gerugt meestal het eerst en het liefst geloofd wordt, en de daardoor veroorzaakten indruk niet zoo gemakkelijk weer wordt weggenomen.

Namens de Subcommissie
de secretaris
H.J. Thomasson