Extract uit de verhandelingen van den raad van policie over de vrije kolonien
Zaterdag den 28 october 1826
Zitting van den raad van policie over de vrije kolonien


Present
de Heer Visser, President
de Heer Bersma,   
de kolonist Gutsloo, Gemeensman
de kolonist Hoffman, Gemeensman
de kolonist Zwier, Gemeensman
en van Wolda, secret.

Zijn gelezen, de processen verbaal:

A van den raad van toezigt van Willemsoord, kol No 3, in dato 18e en 27 dezer maand, betrekkelijk de navolgende personen

1 De wed. Zwaan, beschuldigd van eenige aardappelen tot dagelijks gebruik gerooid te hebben op een stuk land, waar zij niet rooijen mogt

2 De huisvrouw van Drevers, welke hier en daar uit hare aardappelen stammen gerooid zoude hebben in plaats van zich alleen te bepalen tot dien hoek welke haar ten dien einder voor de consumptie was aangewezen.

3 De kolonist Staal, verdachtig gehouden van niet eerlijk gehandeld te hebben met de aflevering zijner verbouwde rogge, daar dezelve eenige schepels minder had afgeleverd dan het tantum, waarop hij getaiexeerd was geworden

4 Den bij de wed Simons ingedeelde wees Johannes Hombroek, oud 15 jaren, en deszelfs broeder

5 Nicolaas Hombroek, oud 13 jaren ingedeeld bij de wed Broekman, welke beide heden zomer met verlof naar hunne geboortestad Dordrecht gegaan zijnde, door hunne familie opgehouden en voor eenige dagen te rug gekomen zouden zijn.

6 Den bij Kok op de Halle ingedeeld geweest zijnde wees Jacobus van den Heuvel, oud 15 jaren voor verscheiden weken uit de kolonie gedeserteerd en thans door eenen wijkmeester te Eesveen wedergevonden zijnde.

7 Jannesje Steunenbrink, oud 34 jaren, ingedeeld bij Jan Rachius, en beschuldigd van zwanger te zijn.


B van den raad van toezigt van Wilhelminaoord kol No 2, dato 26 dezer.

8 De huisverzorgster de wed Westhoff, uit de westvierden parten aangeklaagd van uit 75 roeden lands, bepoot met aardappelen de beste stammen uitgerooid en in de huishouding opgegeten te hebben, in plaats van zich te bepalen bij die, welke haar door den wijkmeester waren aangewezen. En eindelijk


C van den raad van toezigt van kol No 1, de  dato 27 dezer omtrent:

9 Den huisverzorger Buis. Deze zoude dan op 23 dezer 2½ emmer of ruim een schepel rogge te Vledder verkocht hebben voor 28 stuivers en bij die gelegenheid, voor een gedeelte van dat geld jenever gekocht en gedronken hebben.



Al deze leden aangezegd en alhier gecompareerd zijnde, zijn dezelve  één voor één voor den raad geroepen, en bleken hunne eigene getuigenissen, op de vragen, hun, door den Heer President gedaan, te zijn, als volgt.


De wed Zwaan en de huisvrouw van Drevers hadden eenige aardappelen uit een ander stuk gerooid, dan tot haar gebruik was aangewezen, met geen ander oogmerk dan om spoediger gedaan en in de huishouding te zijn.
Hadden zij geweten, dat de Direktie der kolonien daar zoo veel tegen had, zij zouden het niet gedaan hebben, ook waren er geene aardappelen gerooid dan voor de menage noodig was geweest.

Staal had hoegenaamd geen rog verkocht of weggemaakt, maar volgens zijn zeggen alles ingeleverd wat er uit gedorschen was

De beide weezen Johannes en Nicolaas Hombroek zouden op hunne tijd weder te huis gekomen zijn, zoo niet hunne familie hen had opgehouden

Jacobus van den Heuvel had het te voren bij Kok goed gehad, was toch weggeloopen, en had sedert bij eenen boer te Eesveen als schaapherder gediend

Jannesje Steunbrink was zwanger van eenen jongeling uit het oude Steenwijkerwold

De wed. Westhoff had uit 75 roeden lands de beste aardappelen uitgerooid, doch met geen ander oogmerk dan dezelve in de huishouding te gebruiken

En eindelijk. De huisverzorger Buis, had de boven opgenoemde rog verkocht met het oogmerk om voor dat geld een tonnetje te koopen, hoewel hij ook bij die gelegenheid een half oort jenever gekocht en gedronken had.



Hierop in den raad overwogen zijnde:

Het belang van den Maatschappij en de huishoudingen zelve, dat zij, gedurende de aardappelentijd zich alleen houden aan het rooijen van dat stuk, het welk hun daartoe wordt aangewezen.

Dat het niet inleveren der rog van kolonist Staal niet genoegzaam bewezen is, om daarover met zekerheid te kunnen oordeelen en besluiten

Dat uit den brief der Sub Kommissie van Dordrecht blijkt, dat de beide broeders Hombroek door derzelve familie buiten hunne schuld zijn opgehouden.

d Dat de huisverzorger Buis bekend is voor een man die gaarne sterke drank gebruikt en zulks noodwendig op de bij hem ingedeelde weezen nadeelig moet werken

e Dat Jacobus van den Heuvel insgelijk van geene gunstige zijde bekend is, en

f Dat het ontuchtige leven van Jannes Steunenbrink genoegzaam bekend is.



Is na bevonden te zijn, dat de gevoelens der leden van den raad, in alle deele met elkanderen overeenstemmen, overeenkomstig de wetten en reglementen der Maatschappij,

Besloten:

1. Aan de huisgezinnen, de wed Westhoff, Drevers en de wed Zwaan, gedurende de aanstaande winter 1/6 aardappelen minder te doen verstrekken dan naar gewoonte.

2. Johannes en Nicolaas Hombroek voor 4 etmaal te doen opsluiten  in de koloniale cachot en hen te waarschuwen, zich nimmer weder op die wijze te laten verleiden.

3. De huisverzorger Buis met vrouw en kind en beide weezen Jannesje Steunenbrink en Jacobus van den Heuvel te condemneren naar de Strafkolonie Ommerschans

4. Den roggeoogst van den kolonist Staal, door middel van getuigen, aanstaande zaterdag nader te onderzoeken en dan naar bevind van zaken te handelen


En zal bij afschrift dezes, hiervan worden kennis gegeven aan de Permanente   Kommissie der Maatschappij van Weldadigheid.

Voor extract conform,
De Direkteur der Kolonien
Visser


BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1615

Notities bij het zittingsverslag