Raad van Policie en Tucht in de gewone Koloniën, op den 3e December 1831


Alle leden zijn tegenwoordig.

Er is ingekomen een klagte tegen den kolonist Gerrit Wolters, van Willemsoord, vervat in het hierbij gevoegde proces verbaal van de raad van toezicht.

De Adjunct Directeur Bersma verhaalt het gebeurde nader, hierop nederkomende, dat Wolters te veel sterke drank gedronken hebbende, den onder-direkteur en den Adjunct-Direkteur, in de woning des eerste heeft gebrutaliseerd, gescholden en zelfs den laatste op de borst gestoten, vervolgens geweigerd het huis te ruimen en, toen hij daarop met geweld in de strafkamer gebragt was, uit dezelve heeft willen breken.

De Adjunct Direkteur, hierin als aanklager betrokken zijnde, wordt verzocht zich te verwijderen.
 
Wolters wordt gehoord, en zegt dien morgen berooid te zijn geweest, door behoeftige omstandigheden, en eenige Genever te hebben gebruikt, hetgeen anders zijne gewoonte niet is, waardoor hij niet weet wat hij gezegt of gedaan heeft, echter verschooning vragende voor zijne begane verkeerdheden.

De aanleiding schijnt werkelijk anders te zijn geweest, en het is zeker, dat Wolters niet gewoon is sterke drank te gebruiken, veel minder zich daar in te buiten te gaan.

Een vroegere twist met de wijkmeester en de daarop gevolgde straf van Wolters wordt beschouwd als van een andere aard te zijn geweest, en te lang verleden, om zijne nu begane fout als een herhaling, bij het Reglement bedoeld, te beschouwen.

De raad besluit alzoo, volgens Paragr. 3 van art. 3 van het Reglement, tot opsluiting van de kolonist Wolters, gedurende acht dagen in de strafkamer, welk besluit Wolters, met de noodige vermaning wordt kenbaar gemaakt.


Art. 2
Wordt gelezen de aanklagte door den wijkmeester van Heest over mishandeling van den kolonist Schnoor in de hierbij gevoegde stukken omschreven.

Schnoor, alhoewel aangezegt, is niet verschenen.

De raad besluit het gebeurde, waaraan niet te twijfelen valt, te straffen met opsluiting  van Schnoor gedurende drie dagen in de strafkamer.

Frederiksoord den 3 Dec 1831
J. Van Konijnenburg
A. Brouwer
M. Bersma
J.L. Janssen
De Vries
A.v.O. Boddendijk


Bijlage 1: Raad van toezicht van Willemsoord 3 december 1831


GEEN transcriptie

Bijlage 2: In schoonschrift geschreven verklaring van wijkmeester Jan van Heest


Heest

Klagten wegens een gehouden gedrag van den Kolonist Schnoor, Wonende op hoeve n° 85 van de Kolonie N° 2 Wijk n° 3. Wegens dronkenschap en verregaande Brutaliteit tegen den Wijkmeester.

Zondag avond zijnde den 27ste dezer, ongeveer 6 ½ uur Kwam de Kolonist Schnoor bij mij om zijn ongenoegen te kennen te geven dat zijn akker nog niet gezaaid was met rogge, en Liep Eijndelijx zoo Hoog, dat ik in mijn woning 2 Stompen van hem op mijn borst kreeg, en toen dezelve buiten de Deur was kreeg ik nog een Stomp van hem op mijn borst met Eene ontelbare Vloeken en Schelden, dat ik Zelfs dronken was Enz

Zoo als de Kolonist van Olphen Verklaarde gehoord en gezien te hebben dat ik een stomp op mijn borst kreeg op de Straat en hij met Vloeken en Schelden tot bedaren was te brengen, en Eijndelijx op de Weg gekomen zijnde, zijde hij nog tot een afscheid tegen zijn kind: “Siso heb ik mij nou niet Dondersgoed gehouden tegen den Wijkmeester.

Maar had de weg nagenoeg alleen nodig om naar huis te gaan.

Frederiksoord, 28ste November 1831
de Wijkmeester wg. J. van HEEST
De Kolonist wg. H.F. Van Olphen.


Bijlage 3: Raad van toezicht van Wilhelminaoord 30 november 1831

Procesverbaal van het verhandelde door den Raad  van Toezigt  in de Kolonie N° 2 op den 30 November 1831  op Last van den Heer Directeur.

De Kolonist Snoor voorgekomen zijnde Is gevraagd:
Hoe hebt gij het gehad met den Wijkmeester van Heest op Zondag avond den 27ste  dezer?

Heeft geantwoord:
Dat zijn koe tot aan de hakken In de mest stond En begeerde dat diezen mest ingeplagd worden Door de Wijkmeester doch den onder Directeur heeft Zijn vrouw gezegt dat dat door hem Zelven moest geschieden.

Hebt gij den Wijkmeester ook gestoten?
Neen zegt hij.

Is de Wijkmeester Zomtijds dronken geweest ?
Ik zelfs was niet dronken maar Mogelijk dat de Wijkmeester Meer gedronken had dan ik.

Maar hebt gij ook een Borrel gedronken Gehad ?
Ja  Zondag Morgen heb ik een Borrel gedronken.

Aldus opgemaakt en door ons Onder Directeur en Verdere Leden Getekend om naar den Raad van Tucht te worden opgezonden ten dage en Jaar voornoemd.



BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1615

Notities bij het zittingsverslag