Raad van Policie en Tucht in de Gewone Kolonien op

den 9e Augustus 1838


Alleen samenvatting:

Nav raad van toezicht van Frederiksoord van 8 augustus:

- wees Wilhelmina Zwaan, 17 jaar, ingedeeld bij de weduwe van der Lugt (k1h90): ½ pond garen ontvreemd van Maria Baas (k2h26), aangever fabrieksbaas Aalt Kolkers (k2h20). Ze had het alleen gedaan om tot hare bepaalde verdienste te komen --> 8 dgn strafkamer + ingewikkelde berekening vergoeding

- kolonistenkinderen Johannes Althoff (k1h23), Jan Wibier (k1h25), Jan Smies (k1h29), Dirk Klaver (k1h28) en Agnes Versluis (k1h24), de drie eerste 11 en de twee laatsten 12 jaren oud, welke allen de te veld staande rogge zouden hebben vertrapt. Door het zoeken van de zoogenaamde brandkorrels uit dezelve.
De beschuldigden allen binnengeroepen zijnde, bekennen zij hun misdrijf. De Raad beschouwt dit misdrijf als eene ongehoorzaamheid, uit hoofde zulks reeeds vroeger verboden is, en gelet op Art 2 § a en Art 3 § 1 van het Reglement van tucht waarbij op opsluiting van drie tot acht dagen in de strafkamer op de kolonie op diergelijke misdrijven is gesteld, Besluit
J. Althoff, J. Wibier, J. Smies, D. Klaver en A. Versluis allen de straf op te leggen van drie dagen opsluiting in de strafkamer, hetwelk hun zij daartoe binnengeroepen zijnde door den President wordt kenbaar gemaakt.


Nav raad van toezicht van Wilhelminaoord van 8 augustus:

- bestedeling Cornelis Bode (k2h10), 48 jaar, heeft door dronkenschap zijn pleegvader Johannes Braun mishandeld, erkent zijn misdrijf en legt daarbij een waar berouw aan de dag, 8 dgn strafkamer

- wees Trijntje Stevens, 14 jaar, ingedeeld bij de kolonist Goossens (k2h25) betoonde luiheid en traagheid in de katoenfabrijk. 3 dgn strafkamer

- Johannes Philippus Ocs, ingedeeld bij H. Horst (k2h30), 22 jaar, op een nabijgelegen hoeve aardappelen gerooid, 'zeer slechte en liederlijke jongen' --> Ommerschans, 'deze overplaatsing reeds voorloopig in de volgende week geschieden, uit hoofde men met hem al hier zeer verlegen is'


Nav raad van toezicht van Willemsoord van 8 augustus:

- Johannes IJtes (k3h63) stroo bestemd voor zijn koe verkocht aan de vrijboer Bastiaan Kranendonk (k3h26), hij wist niet dat het niet mocht. Ernstige vermaning voor IJtes en ook Kranendonk wordt de ontevredenheid kenbaar gemaakt



Bijlage 1: Raad van toezicht van Frederiksoord 08-08-1838

Raad van Toezigt gehouden in kolonie N1 op woensdag den 8 augustus 1838

Eerste gedeelte, kwestie Wilhelmina Zwaan, niet getranscribeerd.

Verder worden binnengeroepen:
Johannes Althoff, hoeve 23,
Jean Baptiste Wibier, hoeve 25,
Jan Smies, hoeve 29,
Dirk Klaver, hoeve 28,
en Agnes Versluis, hoeve 24,
de drie eersten 11 en de beide laatsten 12 jaren oud, alle door den wijkmeester Visscher in de te veld staande rogge gevonden, om daaruit zwarte of zoogenaamde brandkorrels te zoeken, bij welke gelegenheid de rogge is vertrapt.

Zij willen zich trachten te verontschuldigen met voortegeven niet geweten te hebben dat zulks verboden was, hetwelk geen ingang vindt omdat door den wijkmeester aan alle huizen het verbod is bekendgemaakt.

De Raad oordeelt hen voor de Raad van Politie en Tuch te moeten doen teregtstaan.


Bijlage 2: Raad van toezicht van Wilhelminaoord 08-08-1838

Raad van Toezigt gehouden op Woensdag den 8e Augustus 1838 in kolonie No 2.

Alle leden present zijnde, Is geroepen voor den Raad, Cornelis Bode bestedeling van Oudewater oud 48 jaren, ingedeeld bij den kolonist J Braun op hoeve N 10 in de 1 wijk, zich schuldig gemaakt hebbende aan dronkenschap, en wel op eene verre gaande wijze,
dat hij op Vrijdag den 3e Augustus, en zaterdag den 4e dezes ’s avonds ten 11 uuren eerst dronken te huis kwam,
vervolgens zondag weder uit is gegaan, en toen tegen half tien ure ‘s avonds te huis is gekomen,
waarna hij aan tafel ging zitten, om met Braun en zijne vrouw te eeten, doch zich als toen onbeschoft aan tafel gedroeg,
het welk hem wierd verzocht te laten, daar hij antwoorden, met zware vloeken en, zulkes niet te willen doen, en zich toen na bed begaf,
vervolgens wederom gedurende de nacht tot drie maal voor het bed van Braun is gekomen, met drijgementen, om te slaan,
waarna hij tot daadzaken overging, en de oude man in het gezigt gestompt en geslagen heeft, en hem verder drijgende den hals om te draijen, alsook de wijkmeester zoo hij mocht komen.

Vervolgens ‘s maandag ’s morgens voor 6 uur wederom uit is gegaan, tot halftien uuren;
voor deze tijd had vrouw Braun zich reeds bij den Onder Directeur vervoegd om adsiestentie gevraagd, waarop den Onder Directeur zich, dadelijk vergezeld van de Wijkmeester na Braun begaf,
daar komende werd Bode niet gevonden, doch bij het heengaan werd hij van verre gezien, en door den Onder Directeur geroepen -
waarop hij zich dadelijk omkerende wederom terug ging, en daarop door den Onder Directeur, en de Wijkmeester, achter ?? ?? en gelast zich mede naar huis te begeven,
het welk hij met dezen woorden, dat verdom ik, gij hebt over mij hier niets te zeggen, en geef om U nog om de geheele Directie niets beantwoorden, -
wordende hij als toen door den Onder Directeur met geweld hiertoe genoodzaakt, tot dat hij na Kolonie No 1, in de strafkamer is opgesloten.

Bode binnen geroepen heeft geantwoord, tegen hetgeen hier voorens is gezegd, geen verschooning te kunnen inbrengen , kunnende zich niets van het voorgevallen herinneren, als alleen, dit, dat hij door Braun met een stuk hout is geslagen, dat hij gebloed heeft, en nog een dikke lip hiervan draagd.

Rest zitting, kwesties Trijntje Stevens en Johannes Philippus Ocs niet getranscribeerd.

De Raad geoordeeld hebbende, een en ander, aan de Raad van Politie en Tucht te moeten mededelen, is alzoo geslooten.


Bijlage 3: Raad van toezicht van Willemsoord 04-08-1838

Raad van Toezigt
gehoúden in Kolonie N 3

Alle leden zijn tegenwoordig

Wordt binnen geroepen den kolonist I. Ytes Hoeve N 63, welke stroo aan den vrijboer B Kranendonk Hoeve N 26 verkocht heeft;

het verkeerde hiervan hem onder het oog willende brengen ontkende hij zulks gedaan te hebben, en blijft nog in tegenwoordigheid van Kranendonk ontkennen, die hem zegt dat hij er dit nog wel bij gevoegd heeft bij het verkoopen om hiervoor eenige ververschingen voor zijne zieke vroúw te koopen en niet tegenstaande dat alles blijft Ytes ontkennen.

De Raad brengt IJtes onder het oog dat zijn ontkennen niets af doet, daar het genoeg bewezen is dat hij genoemd kwaad gepleegd heeft, daar Kranendonk hem niet zou bezwaren met iets van dien aard waaraan hij geen schúld had, doch IJtes
blijft ontkennen.

Na dat de raad afgeloopen was heeft hij het den onder-Directeur bekend.

Aldús gedaan te
Willemsoord, den 8 Aúgústús 1838.
L Hoving
B Kuperús
F Mandos
P Hazeloop
J. de Slot

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1616

Notities bij het zittingsverslag