Klein stukje transcriptie, meeste (cursief) SAMENVATTING
- Lid Van Weert is met kennisgeving afwezig
Nav raad van toezicht Frederiksoord van 30 augustus:
- kolonist Schlecht (k1h3) en bestedeling Schepman
(k1h21) dronken. Getuigen Jan Willem Mulder, ingedeelde
bij Haakmeester, en Johannes Asmus, ingedeeld bij Reinbergen.
Voor beiden niet de eerste keer --> gezin Schlecht + Schepman
strafkolonie.
- Egbert van Rooij, voorzoon van de vrouw van Schrevensdijk
(k1h116), heeft kolonist Franciscus Herskamp (k1 h35)
beledigd --> 4 dgn strafkamer
Nav raad van toezicht Wilhelminaoord van 8 september:
- kolonistenzoon Izaak Beun (k2h47), die
eigendunkelijk de kolonie heeft verlaten wegens onzedelijke
omgang met Catharina Francina Puper (k2h55), maar nu
komt hij naar de Raad, en spreekt in de raad van toezicht de
vaak gebruikte mooie woorden. --> Ommerschans
- kolonistenzoon Albert Zwier (k2h39), zonder
bekomen verlof kolonie verlaten --> Ommerschans
Verder wordt gelezen in het zelfde proces-verbaal de beschuldiging
tegen den wees Pier Piebes Haitsma en Antonie van Ham,
zoon van den kolonist C. van Ham, welk baldadigheid zouden
hebben gepleegd aan de woning op eenen onbewoonde hoeve.
De beschuldigden binnengeroepen zijnde bekennen zij hun misdrijf.
De Raad, gelet op art. 2 § .. en art. 3 § 3 van het reglement van
tucht waarbij opsluiting van acht dagen in de strafkamer, benevens
dubbelde vergoeding van het beschadigde op dergelijke misdrijven
is gesteld.
Besluit:
Pier Piebes Haitsma en Antonie van Ham de straf
opteleggen van acht dagen opsluiting in de strafkamer, wordende zj
van vergoeding vrijgesproken, daar er geene beschadiging heeft
plaatsgehad zijnde alles wederom op zijne plaats bevonden.-
- wees Evert Robijn, ingedeeld bij de kolonist Van
Weert (k2h57), 16 jaar, eigendunkelijk de kolonie
verlaten, om buiten dezelve te gaan werken. Hij had bij boeren
gewerkt, want op de kolonie verdiende hij te weinig. Ook genoemd
sectiebaas D. Schouten en wijkmeester Keijzer
--> Onbepaalde tijd Ommerschans
Nav raad van toezicht Willemsoord van 3 september:
- bestedeling Alida Johanna van Munster (k3h71), f
-50 bij de winkelier kolonist Dammers ontvreemd. Ze
bekent en geeft meteen een andere ontvreemding van f-65 toe
--> 8 dgn strafkamer
President doet mededeling over:
- bijgevoegd proces verbaal van de adjunct-directeur van
het tweede gesticht te Veenhuizen, Kluvers, over Franciscus
Johannes Hazeloop, vroeger ingedeeld bij de kolonist Horst
(k2h30), in Veenhuizen aangegeven door zijn zwager Mulaard,
is al naar de Ommerschans afgevoerd.
Raad van toezigt gehouden in kolonie N 1.
Donderdag 30 augustus 1838.
Alle leden zijn tegenwoordig.
Er worden achtervolgens gehoord Jan Willem Mulder,
ingedeeld bij den kolonist Haakmeester en Johannes
Asmus ingedeeld bij Reinbergen, die tegenwoordig
zijn geweest bij eene questie, in den avond van den 9e dezer,
voorgevallen tusschen den kolonist Gerardus Schlecht en
den bestedeling Johannes Adrianus Schepman.
Beide getuigen, dat zij Schlecht en Schopman bij
den kastelein Oostindië te Nijensleek hebben
aangetroffen, waar zij sterken drank gebruikten, tengevolge
waarvan beiden bij het naar huis gaan, om 10½ uur, beschonken
waren, Schepman meer dan Schlecht;
eerstegenoemde was onderweg gevallen, hetwelk de eerste aanleiding
tot de twist heeft gegeven, die geëindigd is met elkander te
slaan.
De beschuldigden daarop als afzonderlijk gehoord zijnde willen zij
het doen voorkomen alsof zij niet beschonken waren geweest;
het tegendeel wordt hier door den voorzitter onder het oog
gebragt, die zelf hun luidruchtig geschreeuw, in de nabijheid van
het logement, gehoord heeft.
Schlecht brengt nog in, dat toen hij Schepman die
gevallen was, wilde ophelpen, deze, naar hem zoo wel als naar Asmus
en Mulder heeft geslagen, waaruit de twist zou ontstaan
zijn,
Schepman daarentegen, wil de schuld aan Schlecht
wijten, omdat deze hem gedurig had voortgesleurd.
Nog wordt gehoord Willem Frederik Uhl, kolonist in de 2e
wijk op eene ingekomen klagte tegen Egbert van Rooy
voorzoon der vrouw van den kolonist G. Schrevendijk, die
op ll Zaturdag den 25e dezer maand, den kolonist J. Herskamp
scheldwoorden zou hebben toegevoegd.
Uhl zegt wel gehoord te hebben, dat er door werkvolk in de
schuur bij den winkelier E. Kramer op Herskamp
gescholden is, doch weet den dader of de daders niet te noemen.
De beschuldigde Egbert van Rooy, oud 17 jaren,
voorkomende, ontkent de tegen hem ingekomen klagten en getuigt
overigens hetzelfde als de kolonist W.F. Uhl.
Herskamp die hierop zelven nog gehoord wordt, kan met geene
zekerheid E. van Rooy als schuldige opgeven en beklaagt
zich, overigens gedurig, langs den weg gaande, gescholden te
worden.
De Raad is van mening het vorenstaande aan de Raad van Policie en
Tucht te moeten onderwerpen.
Aldus gedaan te Frederiksoord, datum als boven.
H. Faaken
J. Uhl
J. Mulder
H. Veldmeijer
A. Mensink
Raad van Toezicht gehouden op zaturdag den 8 september 1838 in
kolonie No 2
Alle leden present.
Compareerde voor ons Izaak Beun, zoon van den kolonist Johannes
Beun op hoeve No 47. Van desertie terug gekomen den 3e
september jl, als zijnde gedeserteerd geweest op den 25 mei jl.
Hem ondervraagd hebbende naar de reden van zijne desertie heeft
geantwoord –
te willen gaan dienen in de gewone maatschappij.
Verder ondervraagd zijnde of hij bekende gemeenschap te hebben
gehad met Catharina Francina Pupper dewelken vroeger
verklaard heeft van hem zwanger te zijn
heeft geantwoord dat zulks de waarheid is, en de redenen van zijn
terug komst in de koloniën zijn, dar hij haar wilde eeren en
trouwen, zoo hem dit word toegestaan.
Verder binnengeroepen Albert Zwier, zoon van den kolonist
Albert Zwier op No 39, hem ondervraagd na de reden van zijn
desertie op 18 augustus en terugkomst op 26 dezer heeft geantwoord
van zints te zijn geweest een dienst te zoeken in de gewone
maatschappij. hierin voor het moment niet kunnende slagenis hij
vrijwillig terug gekomen.
Nog binnen geroepen Pier Piebes Haitsma wees ingedeeld bij
den kolonist C. van Duuren op hoeve No 19, en Antonie van Ham,
zoon van den kolonist C. van Ham op No 14, de eerste 16 jaar en de
tweede oud 11 jaaren.
hebbende beide in het leedige huis van hoeve No 11 de deur van een
daarin nog aanwezige kast afgenomen, en dezelve gebruikt tot een
roer aan de Bokschuit. om daarmede te varen.
welke deur van zondag den 2 dezer tot heden weg is geweest, doch
nu door hun weder op zijn plaats is gebracht. (deur is dus 6
dagen weggeweest)
Nog binnengeroepen Evert Robijn, wees ingedeeld bij den
kolonist C. van Weert, oud 16 jaar, zich woensdag, donderdag en
vrijdag jl zonder permissie van de koloniën hebbende begeven, en
gedurende die dagen bij de boeren heeft gewerkt, zijnde hij de
eerste dag door door de sectiebaas D. Schouten aangemaand
terug te komen en weder in het turfveen te gaan werken, docht
zulks niet verkoos en daarop gisterenavond, zijnde vrijdag den 7
dezer door wijkmeester Keijzer van het Doldersumsche veld
teruggehaald.
De redenen van zijn weglopen afgevraagd hebbende heeft hij
geantwoord
Geen geld genoeg in de ?? te kunnen verdienen tot aankopen van
kleederen enz; en dat hetgeen boven de f-90 cents verdiend wierd,
toch weg was.
Raad van toezigt gehouden in Kolonie N3. Alle leden zijn
tegenwoordig.
Wordt binnengeroepen Alijda Johanna van Munster, B71bis,
bestedeling van Deventer, oud 45 jaren, welke bij den winkelier Dammers
enig geld uit de lade van de toonbank nemende daarop betrapt werd.
Zij bekent nu dat dit de tweede maal was dat zij zulks gedaan heeft en wel dat zij de vorige keer 65 centen genoemde winkelier ontvreemd heeft.
De raad brengt haar het verkeerde en strafbare hiervan onder het oog, waarna zij toont berouw te hebben en ook nog nimmer heeft men iets ten nadeele van haar gehoord.
Aldus gedaan te Willemsoord den 3 september 1838.
w.g. J.L.Hoving
P. Hazeloop
B. Kuperus
F. Mandos
GEEN TRANSCRIPTIE
Notities bij het zittingsverslag