Deels transcriptie, deels (cursief) samenvatting.
Alle leden zijn tegenwoordig.
De President deelt den Raad mede:
1. Dat Willem Eigendaal B7017 oud 43 jaren, den 13
April JL van kolonie no 3, uit het huisgezin van Damer
is gedeserteerd.
2. Dat Johannes Philippus Ocs B467, oud 23 jaren,
den 16 Juny JL van kol. no 2, uit het huisgezien van Horst,
is gedeserteerd en dat beide in den loop van dezen maand te Ommerschans
zijn terug gebragt.
De Raad gelet op Art. 2§d en Art. 3§2 van het Reglement van tucht,
waarbij overplaatsing voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans
op dat misdrijf is gesteld.
Besluit:
Willem Eigendaal en Johannes Philippus Ocs, beiden
voor een onbepaalden tijd te verwijzen naar de Ommerschans.
Daarna wordt gelezen een proces verbaal van den Raad van toezigt
van kol no 3 van den 24e dezer maand, houdende
beschuldiging tegen de kolonisten-dochter Klaasje van Putten,
uit hoeve 39, welke den 14 Juny 1834, zonder bekomen verlof, de
koloniën heeft verlaten en thans is terug gekomen.
De beschuldigde, binnen geroepen zijnde, kan niets tot hare
verschoning inbrengen, gevende alleen te kennen, dat zij thans
door ziekte niet meer kon dienen.
De Raad, gelet op Art 2§d en Art 3§2 van het Reglement van tucht,
waarbij overplaatsing voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans
op dat misdrijf is gesteld.
Besluit:
Klaasje van Putten voor een onbepaalden tijd te verwijzen
naar de Ommerschans waarop de goedkeuring van de
Permanente Commissie zal worden ingewacht.
De beschuldigde, binnengeroepen zijnde, wordt haar zulks kenbaar
gemaakt.
Verder wordt gelezen twee processen-verbaal van den Raad van
toezigt van kol no 1, van den 1 en 24 dezer maand,
houdende beschuldiging
1. tegen Gijsbert, Matthijs en Jan van
Roij, voorkinderen van de vrouw van G. van Schrevendijk,
welke zouden hebben gevochten met Adriana en Johannes
Jacobus Penning, voorkinderen van de vrouw van H.
Krabbendam.
De beschuldigden, binnengeroepen zijnde, blijkt het den Raad, dat
hoofdzakelijk als schuldig kunnen worden beschouwd Gijsbert
van Roij en Adriana Penning.
De Raad, gelet op Art 2§6 en Art 3§1 van het Reglement van tucht,
waarbij opsluiting van 3 tot 8 dagen in de strafkamer op dat
misdrijf is gesteld
Besluit:
Gijsbertus van Roij de straf van acht dagen en Adriana
Penning van vijf dagen toe te wijzen, hetwelk hun, zij
daartoe binnengeroepen zijnde, door den President wordt kenbaar
gemaakt.
2. tegen den kolonist H.J. Havermans, welke zich
zoude hebben schuldig gemaakt aan het misbruiken van sterken
drank.
De beschuldigde, binnengeroepen zijnde, bekent zijn misdrijf.
De Raad, gelet op Art. 2§c en Art. 3§2 van het Reglement van
tucht, waarbij overplaatsing voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans
op dat misdrijf is gesteld voor hem die zich daaraan andermaal
schuldig maakt; -
Daarbij in aanmerking nemende, dat Havermans den 11
January 1840 reeds wegens dat misdrijf is gestraft
Besluit
Het huisgezin van H.J. Havermans voor een onbepaalden tijd
te verwijzen naar de Ommerschans, waarop de goedkeuring
van de Permanente Commissie zal worden ingewacht. De beschuldigde
binnengeroepen zijnde, wordt hem zulks kenbaar gemaakt.
3. Ingedeelde Jacob Toornstra
en kolonistenzoon Pieter Bakker: appels
gestolen uit de tuin van onderwijzer Uhl --> 8 dgn
strafkamer.
4. Ingedeelde Johannes Gerardus (of Gerardus
Johannes) van Heusden (K1H5): zonder verlof kolonie
verlaten --> 3 dgn strafkamer.
5. Kolonistenzoon Antonie Aukes (K1H72):
appelen gejat uit de tuin van timmerbaas Knol --> 8
dgn strafkamer
6. tegen Teuntje van Kooten, voordochter van den
overledene vrouw van den kolonist Jacob Evers de Jong,
hoeve N103, welke in eene zwangere staat verkeert, door
onzedelijke omgang met den kolonistenzoon Teunis Nieuwenhoven
van hoeve N39.
De beschuldigden, binnengeroepen zijnde, bekennen beide hun
misdrijf.
De Raad gelet op ... enzv
Besluit:
Teunis Nieuwenhuis voor een onbepaalden tijd naar Veenhuizen
en Teuntje van Kooten naar de Ommerschans te
verwijzen, zullende de goedkeuring op de verwijzing van
eerstgenoemden van de Permanente Commissie worden verwacht,
terwijl de laatste, om hare toestand, aanstaande dingsdag reeds
zal worden overgebragt.
Nav RvT's kol 2 van 3 september en 23 september:
- Joseph Mailly (K2H89), stoppels omgespit →
ernstige vermaning
- kolonistengezin Evert ten Dulk ( K2H59), armoedig
zootje → uitstel
- kolonistendochter Aletta Margaretha Eilders
(K2H11) en kolonistenzoon Cornelis Vermeeren (K2H32)
gevochten.
- Jan van Leeuwen (K2H42), Cornelis Toepoel
(K2H46), Johannes Dubois (K2H49), Jan en Frederik
Leonhardt (K2H50), welke zich zouden hebben schuldig
gemaakt aan het ontvreemden van appels bij den landbouwer Klaas
Jans, te Buil(?), hebbende zij almede door het
ontwrichten het hek gebroken. Johannes Dubois & Jan
Leonhart drie dagen strafkamer.
- Kolonistenzoon Johannes Lagcher (K2H19). ook al
appels van onderwijzer Uhl gestolen! → acht dagen
strafkamer.
- kolonistenzoon Hendricus Johannes van Olphen
(K2H92), twee dagen zonder verlof naar Steenwijk geweest →
onbepaalden tijd Ommerschans
.
- Johannes Jacobus Elmers (K2H10), aardappelen
verkocht → drie dagen strafkamer
GEEN transcriptie.
Raad van Toezigt
gehouden in kolonie No 1
woensdag 1 september 1841
Al de leden tegenwoordig
De voorzitter doet voorroepen den kolonisten zoon Christiaan
Verhoeks als tegenwoordig geweest zijnde bij eene vechterij
tusschen de kinderen van H Krabbendam Hoeve 42 en G
van Schrevendijk Hoeve no 116, om getuigenis der waarheid te
geven;
deze nog niet aanwezig zijnde komt voor:
- vrouw Krabbendam en beklaagt zij zich dat de zoons van Schrevendijk,
Gijsbert, oud 17, Mattijs oud 15, en Jan van
Roij oud 18 jaren, geholpen door die van Broekhuizen,
hare kinderen Adriana en Johannes Jacobus Penning,
hebben geslagen en dat zij zelve door Gijsbert van Roij
met eene klomp voor het aangezicht was geslagen toen zij de
vechtenden trachte te scheiden;
hare kinderen, zegt zij, hebben tengevolge der bekomen slagen,
eenige dagen niet kunnen werken.
- Adriana Penning oud 18 jaren, zegt dat Gijsbert van
Roij haar het eerste is aangevallen en geeft zij als oorzaak
hiervan op, dat zij iets ten zijnen nadele tegen de doghter van Hentz
zou gezegd hebben.
- Cornelia Penning oud 16 jaren, zegt dat ook zij door de
zoons van Schrevendijk en Broekhuizen is
aangevallen en geslagen nadat zij haare zuster te hulp was
gekomen,
voor oorzaak van den twist geeft zij dezelfde redenen op, als hare
zuster.
- Matthijs zoon van Roij, oud 15 jaren die nu voorkomt,
zegt niet medegevochten te hebben, en hij eerst en eerst met zijne
moeder, na afloop van het verschil, bijgekomen te zijn, nadat zij
door de zoons van Broekhuizen van het voorgevallene waren
verwittigd.
- Gijsbert van Roij oud 17 jaren zegt dat Adriana
Penning gedurig kwaad van hem tegen anderen sprekende, hij
deze ontmoetende, haar daarover had onderhouden,
dat zij hem toen voor een smeerlap had uitgescholden en uitgedaagd
haar te slaan,
hierop is hij haar aangevallen en was een volwassen broeder van
haar, Arie genaamd, die buiten de kolonie woont, en zich
met een mes gewapend had en hare zuster Cornelia haar, zoo
wel als zijne broeder Jan met de zoons van Broekhuizen
hem te hulp gekomen, en hebben zij zich toen met hunnen klompen
verweerd tot dat Arie Penning de wijk nam.
- Jan van Roij oud 18 jaren geeft omtrent den twist
dezelfde verklaring als zijne broeder Gijsbert.
- Christiaan Verhoeks oud 20 jaren, die aanschouwer was,
stemt in zijn verklaring der oorzaak van den twist met Gijsbert
van Roij overeen en houdt beide partijen voor even schuldig
daar die van Schrevendijk genoodzaakt waren, zich tegen
den aanvallen met het mes, te verweren.
Nog komt voor de kolonist H. Havermans, hoeve 64, die
tweemalen en wel op zondag de 22e en woensdag 25 augustus jl,
misbruik heeft gemaakt van sterken drank, en de laatste maal,
beschonken in zijn huis op de vloer leggende, door den
Adjunct-directeur is gevonde. -
Wat de laatste reis betreft, tracht hij zich, met de toen
ingevallen Noordwoldinger jaarmarkt, waar hij henen geweest is, te
verschonen.
De Raad onderwerpt het bovenstaande aan dien van Politie en Tucht.
H. Faaken
J. Verhagen
J. Mulder
Gerrit van Os
Laarman secretaris
Raad van Toezigt
gehouden in kolonie no 1
vrijdag 24 september 1841
Enkele zaken niet getranscribeerd.
De timmermans baas Knol klaagt de kolonisten zoon Antonie
Aukes aan, ter zake van ontvreemding van appelen uit zijn
tuin.
Antonie Aukes oud 17 jaren bekent zijn misdrijf en geeft te
kennen, van meening te zijn geweest, dat het nemen van een paar
appelen, hem niet zo kwalijk genomen zou worden, aangezien vrouw
Knol hem vrijheid gegeven zou hebben, om de afgevallen appelen van
onder de boom op te zoeken, hetwelk echter niet zoo is.
Nog komt voor de kolonistendochter Teuntje van Kooten,
hoeve N103, oud 22 jaren, die zich zwanger bevindt; zij zegt
verboden omgang gehad te hebben met den kolonistenzoon Tonnis
Nieuwenhuis van hoeve N39.
Teunis Nieuwenhuis, oud 21 jaren, die hierop ondervraagd
wordt, bevestigt de door T. van Kooten afgelegde
verklaring.
De Raad onderwerpt het bovenstaande aan den raad van policie en
tucht en is het aan belanghebbenden aangezegd morgen middag voor
denzelven te verschijnen.
Aldus gedaan in den raad als boven
GEEN transcriptie.
Slechts klein stukje transcriptie:
Is voor den Raad geroepen Johannes Lagcher zoon van den
kolonist Lagcher op hoeve no 19 ter zake dat hij op
donderdag den 9 september zich heeft schuldig gemaakt met meer
andere jongens aan het stelen van appelen uit den tuin van den
Meester Uhl.
Na hem ondervraagt te hebben, heeft hij geantwoord, niet in de
tuin van de Meester te zijn geweest nog geen appelen heeft gehad
en ook niet gezien heeft dat er anderen zich hier aan schuldig
hebben gemaakt, maar wel dat hij Lacher vooraan in de
kweektuin is geweest om zijn behoefte te doen, en als toen gezien
dat J. Toornstra en de zoon Bakker beiden van
kolonie no 1, van den kant van Meesters tuin kwamen.
Notities bij het zittingsverslag