Raad van Policie en tucht in de Gewone Koloniën,

op den 25e September 1841


Deels transcriptie, deels (cursief) samenvatting.

Alle leden zijn tegenwoordig.

De President deelt den Raad mede:

1. Dat Willem Eigendaal B7017 oud 43 jaren, den 13 April JL van kolonie no 3,  uit het huisgezin van Damer is gedeserteerd.

2. Dat Johannes Philippus Ocs B467, oud 23 jaren, den 16 Juny JL van kol. no 2, uit het huisgezien van Horst, is gedeserteerd en dat beide in den loop van dezen maand te Ommerschans zijn terug gebragt.

De Raad gelet op Art. 2§d en Art. 3§2 van het Reglement van tucht, waarbij overplaatsing voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans op dat misdrijf is gesteld.

Besluit:

Willem Eigendaal en Johannes Philippus Ocs, beiden voor een onbepaalden tijd te verwijzen naar de Ommerschans.




Daarna wordt gelezen een proces verbaal van den Raad van toezigt van kol no 3 van den 24e dezer maand, houdende beschuldiging tegen de kolonisten-dochter Klaasje van Putten, uit hoeve 39, welke den 14 Juny 1834, zonder bekomen verlof, de koloniën heeft verlaten en thans is terug gekomen.
De beschuldigde, binnen geroepen zijnde, kan niets tot hare verschoning inbrengen, gevende alleen te kennen, dat zij thans door ziekte niet meer kon dienen.

De Raad, gelet op Art 2§d en Art 3§2 van het Reglement van tucht, waarbij overplaatsing voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans op dat misdrijf is gesteld.

Besluit:

Klaasje van Putten voor een onbepaalden tijd te verwijzen naar de Ommerschans waarop de goedkeuring van de Permanente Commissie zal worden ingewacht.
De beschuldigde, binnengeroepen zijnde, wordt haar zulks kenbaar gemaakt.



Verder wordt gelezen twee processen-verbaal van den Raad van toezigt van kol no 1, van den 1 en 24 dezer maand, houdende beschuldiging

1. tegen Gijsbert, Matthijs en Jan van Roij, voorkinderen van de vrouw van G. van Schrevendijk, welke zouden hebben gevochten met Adriana en Johannes Jacobus Penning, voorkinderen van de vrouw van H. Krabbendam.
De beschuldigden, binnengeroepen zijnde, blijkt het den Raad, dat hoofdzakelijk als schuldig kunnen worden beschouwd Gijsbert van Roij en Adriana Penning.

De Raad, gelet op Art 2§6 en Art 3§1 van het Reglement van tucht, waarbij opsluiting van 3 tot 8 dagen in de strafkamer op dat misdrijf is gesteld

Besluit:

Gijsbertus van Roij de straf van acht dagen en Adriana Penning van vijf dagen toe te wijzen, hetwelk hun, zij daartoe binnengeroepen zijnde, door den President wordt kenbaar gemaakt.



2. tegen den kolonist H.J. Havermans, welke zich zoude hebben schuldig gemaakt aan het misbruiken van sterken drank.
De beschuldigde, binnengeroepen zijnde, bekent zijn misdrijf.

De Raad, gelet op Art. 2§c en Art. 3§2 van het Reglement van tucht, waarbij overplaatsing voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans op dat misdrijf is gesteld voor hem die zich daaraan andermaal schuldig maakt; -
Daarbij in aanmerking nemende, dat Havermans den 11 January 1840 reeds wegens dat misdrijf is gestraft

Besluit

Het huisgezin van H.J. Havermans voor een onbepaalden tijd te verwijzen naar de Ommerschans, waarop de goedkeuring van de Permanente Commissie zal worden ingewacht. De beschuldigde binnengeroepen zijnde, wordt hem zulks kenbaar gemaakt.



3. Ingedeelde Jacob Toornstra en kolonistenzoon Pieter Bakker: appels gestolen uit de tuin van onderwijzer Uhl --> 8 dgn strafkamer. 


4. Ingedeelde Johannes Gerardus (of Gerardus Johannes) van Heusden (K1H5): zonder verlof kolonie verlaten --> 3 dgn strafkamer.


5. Kolonistenzoon Antonie Aukes (K1H72): appelen gejat uit de tuin van timmerbaas Knol --> 8 dgn strafkamer



6. tegen Teuntje van Kooten, voordochter van den overledene vrouw van den kolonist Jacob Evers de Jong, hoeve N103, welke in eene zwangere staat verkeert, door onzedelijke omgang met den kolonistenzoon Teunis Nieuwenhoven van hoeve N39.
De beschuldigden, binnengeroepen zijnde, bekennen beide hun misdrijf.
De Raad gelet op ... enzv

Besluit:

Teunis Nieuwenhuis voor een onbepaalden tijd naar Veenhuizen en Teuntje van Kooten naar de Ommerschans te verwijzen, zullende de goedkeuring op de verwijzing van eerstgenoemden van de Permanente Commissie worden verwacht, terwijl de laatste, om hare toestand, aanstaande dingsdag reeds zal worden overgebragt.



Nav RvT's kol 2 van 3 september en 23 september:


- Joseph Mailly (K2H89), stoppels omgespit → ernstige vermaning


- kolonistengezin Evert ten Dulk ( K2H59), armoedig zootje → uitstel


- kolonistendochter Aletta Margaretha Eilders (K2H11) en kolonistenzoon Cornelis Vermeeren (K2H32) gevochten.


- Jan van Leeuwen (K2H42), Cornelis Toepoel (K2H46), Johannes Dubois (K2H49), Jan en Frederik Leonhardt (K2H50), welke zich zouden hebben schuldig gemaakt aan het ontvreemden van appels bij den landbouwer Klaas Jans, te Buil(?), hebbende zij almede door het ontwrichten het hek gebroken. Johannes Dubois & Jan Leonhart drie dagen strafkamer.


- Kolonistenzoon Johannes Lagcher (K2H19). ook al appels van onderwijzer Uhl gestolen! → acht dagen strafkamer.


- kolonistenzoon Hendricus Johannes van Olphen (K2H92), twee dagen zonder verlof naar Steenwijk geweest → onbepaalden tijd Ommerschans

.

- Johannes Jacobus Elmers (K2H10), aardappelen verkocht → drie dagen strafkamer

Bijlage 1: Raad van toezicht van Willemsoord 24-09-1841


GEEN transcriptie.


Bijlage 2: Raad van toezicht van Frederiksoord 01-09-1841


Raad van Toezigt
gehouden in kolonie No 1

woensdag 1 september 1841

Al de leden tegenwoordig

De voorzitter doet voorroepen den kolonisten zoon Christiaan Verhoeks als tegenwoordig geweest zijnde bij eene vechterij tusschen de kinderen van H Krabbendam Hoeve 42 en G van Schrevendijk Hoeve no 116, om getuigenis der waarheid te geven;
deze nog niet aanwezig zijnde komt voor:

- vrouw Krabbendam en beklaagt zij zich dat de zoons van Schrevendijk, Gijsbert, oud 17, Mattijs oud 15, en Jan van Roij oud 18 jaren, geholpen door die van Broekhuizen, hare kinderen Adriana en Johannes Jacobus Penning, hebben geslagen en dat zij zelve door Gijsbert van Roij met eene klomp voor het aangezicht was geslagen toen zij de vechtenden trachte te scheiden;
hare kinderen, zegt zij, hebben tengevolge der bekomen slagen, eenige dagen niet kunnen werken.

- Adriana Penning oud 18 jaren, zegt dat Gijsbert van Roij haar het eerste is aangevallen en geeft zij als oorzaak hiervan op, dat zij iets ten zijnen nadele tegen de doghter van Hentz zou gezegd hebben.

- Cornelia Penning oud 16 jaren, zegt dat ook zij door de zoons van Schrevendijk en Broekhuizen is aangevallen en geslagen nadat zij haare zuster te hulp was gekomen,
voor oorzaak van den twist geeft zij dezelfde redenen op, als hare zuster.

- Matthijs zoon van Roij, oud 15 jaren die nu voorkomt, zegt niet medegevochten te hebben, en hij eerst en eerst met zijne moeder, na afloop van het verschil, bijgekomen te zijn, nadat zij door de zoons van Broekhuizen van het voorgevallene waren verwittigd.

- Gijsbert van Roij oud 17 jaren zegt dat Adriana Penning gedurig kwaad van hem tegen anderen sprekende, hij deze ontmoetende, haar daarover had onderhouden,
dat zij hem toen voor een smeerlap had uitgescholden en uitgedaagd haar te slaan,
hierop is hij haar aangevallen en was een volwassen broeder van haar, Arie genaamd, die buiten de kolonie woont, en zich met een mes gewapend had en hare zuster Cornelia haar, zoo wel als zijne broeder Jan met de zoons van Broekhuizen hem te hulp gekomen, en hebben zij zich toen met hunnen klompen verweerd tot dat Arie Penning de wijk nam.

- Jan van Roij oud 18 jaren geeft omtrent den twist dezelfde verklaring als zijne broeder Gijsbert.

- Christiaan Verhoeks oud 20 jaren, die aanschouwer was, stemt in zijn verklaring der oorzaak van den twist met Gijsbert van Roij overeen en houdt beide partijen voor even schuldig daar die van Schrevendijk genoodzaakt waren, zich tegen den aanvallen met het mes, te verweren.


Nog komt voor de kolonist H. Havermans, hoeve 64, die tweemalen en wel op zondag de 22e en woensdag 25 augustus jl, misbruik heeft gemaakt van sterken drank, en de laatste maal, beschonken in zijn huis op de vloer leggende, door den Adjunct-directeur is gevonde. -
Wat de laatste reis betreft, tracht hij zich, met de toen ingevallen Noordwoldinger jaarmarkt, waar hij henen geweest is, te verschonen.

De Raad onderwerpt het bovenstaande aan dien van Politie en Tucht.
H. Faaken
J. Verhagen
J. Mulder
Gerrit van Os
Laarman secretaris


Bijlage 3: Raad van toezicht van Frederiksoord 24-09-1841


Raad van Toezigt
gehouden in kolonie no 1

vrijdag 24 september 1841

Enkele zaken niet getranscribeerd.

De timmermans baas Knol klaagt de kolonisten zoon Antonie Aukes aan, ter zake van ontvreemding van appelen uit zijn tuin.
Antonie Aukes oud 17 jaren bekent zijn misdrijf en geeft te kennen, van meening te zijn geweest, dat het nemen van een paar appelen, hem niet zo kwalijk genomen zou worden, aangezien vrouw Knol hem vrijheid gegeven zou hebben, om de afgevallen appelen van onder de boom op te zoeken, hetwelk echter niet zoo is.

Nog komt voor de kolonistendochter Teuntje van Kooten, hoeve N103, oud 22 jaren, die zich zwanger bevindt; zij zegt verboden omgang gehad te hebben met den kolonistenzoon Tonnis Nieuwenhuis van hoeve N39. 
Teunis Nieuwenhuis, oud 21 jaren, die hierop ondervraagd wordt, bevestigt de door T. van Kooten afgelegde verklaring.

De Raad onderwerpt het bovenstaande aan den raad van policie en tucht en is het aan belanghebbenden aangezegd morgen middag voor denzelven te verschijnen.

Aldus gedaan in den raad als boven


Bijlage 4: Raad van toezicht van Wilhelminaoord 03-09-1841


GEEN transcriptie.


Bijlage 5: Raad van toezicht van Wilhelminaoord 23-09-1841


Slechts klein stukje transcriptie:

Is voor den Raad geroepen Johannes Lagcher zoon van den kolonist Lagcher op hoeve no 19 ter zake dat hij op donderdag den 9 september zich heeft schuldig gemaakt met meer andere jongens aan het stelen van appelen uit den tuin van den Meester Uhl.
Na hem ondervraagt te hebben, heeft hij geantwoord, niet in de tuin van de Meester te zijn geweest nog geen appelen heeft gehad en ook niet gezien heeft dat er anderen zich hier aan schuldig hebben gemaakt, maar wel dat hij Lacher vooraan in de kweektuin is geweest om zijn behoefte te doen, en als toen gezien dat J. Toornstra en de zoon Bakker beiden van kolonie no 1, van den kant van Meesters tuin kwamen.


BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1616

Notities bij het zittingsverslag