De President opend de vergadering, alle Leden zij tegenwoordig.
Wordt voor dezelve gebragt de Koloniste Elizabeth Helmos,
N4747, schuldig aan het verkoopen van twee hemden, 1 doek, 2 paar
kousen en 1 muts, voorgeevende aan een met ontslag vertrokken
Koloniste. Men laat haar aftreden.
Gezien Artikel 13 hiervoren gemeld,
wordt besloten haar te straffen met dubbele vergoeding a f 8.50
en opsluiting voor den tijd van 8 dagen.
Ten tweeden verschijnt voor den Raad; Frederik
Johannes Zonneveld van der Gugten, N5001. Schuldig aan
desertie voor de 1e maal. Hij weet niets ter zijner verschooning
in te brengen. Men laat hem aftreden.
Gezien Artikel 11 hiervoren omschreven.
Raad besluit hem te straffen met 8 dagen opsluiting, de 2 eerste
te water en brood en het dragen van een distinctief pak voor den
tijd van vier maanden.
Ten derde verschijnt voor den Raad: Gerrit Ploog,
N493, schuldig aan ongehoorzaamheid jegens zijne zaalopziener,
dewijl hij zeer slordig was op zijn keuken, waarover hij hem
herhaalde seizen had onderhouden, zeer onverschillig over het hem
ten laste gelegde, laat men hem aftreden.
Gezien Artikel 9 van het Reglement van Tucht, luidende als volgt
Alle ongehoorzaamheid jegens de koloniale ambtenaren zal met verplaatsing in de discipline zaal voor drie tot acht dagen worden bestraft en indien deszelve met brutaliteit gepaard gegaan is, met opsluiting voor dezelfden tijd in de provoost.
De Raad besluit hem te straffen met acht dagen opsluiting zonder
meer.
Ten Vierde brengt de President ter kennisse van den Raad,
dat bij de Inspectie van den Weledele Gestrengen Heer Visser in
den zaal bij den zaalopziener Uhl, de Kolonist Wessaguin
eetende was bevonden voordat het eten was opgeschept.
Gemelde Heer Inspecteur hun vragende hoe hij aan dat eten kwam,
gaf hij te kennen hetzelve van zijn vrouw Antje Pieters
N3809 te hebben ontvangen. De president laat gezegde A. Pieters
voor den Raad komen, hetwelk zij verzocht had aan de kok Anna
Maria Vleege, N562 voor haar kind op te scheppen.
Anna Maria Vleege wordt mogelijk voor den Raad geroepen,
verklarende dat Aaltje Pieters voor haar kind vooruit zoude
opscheppen omdat gemeld kind naar de Leering of cathegesatie
moest.
De President, zeer ontevreden over hunne handelswijze, gelast hun
af te treden.
De Raad neemt in overweging dat Antje Pieters het eten voor haar
kind op eene slinkse wijze heeft verkregen, verklarende haar
strafbaar aan Artikel 13 van het Reglement, en besluit haar te
straffen met acht dagen opsluiting en de kok A.M. Vleege, uit
hoofde zij buiten tijd en zonder voorkennis van den zaalopziener
eten opschept, strafbaar is aan Artikel 9 mede hiervoren
omschreven, en alzoo haar condemnent tot opsluiting mede voor den
tijd van acht dagen.
De schuldigen worden allen binnengeroepen en door de Secretaris de
geslagen vonnissen kennelijk gemaakt, waarna zij aftreden en ter
opsluiting worden weggevoerd.
Niemand op den rondvraag van den voorzitter iets meer ter
verhandeling hebbende, wordt de vergadering gesloten.
Aldus gedaan op dato als boven (was getekend) A. Hulst, J.F.
Krieger, P. Postema, J. Steenbeek, Bourlard, Hamersman en
Zijlstra, allen Leden van den Raad. Voor extract conform.
Notities bij het zittingsverslag