Aanvullende bepalingen bij
de tuchtreglementen


Naast de grote tuchtreglementen die bereikbaar zijn via deze pagina, neemt de permanente commissie regelmatig losse besluiten met betrekking tot tucht. Soms omdat iets in een reglement niet waterdicht geregeld is, soms omdat tuchtraden een reglement niet helemaal zo toepassen als de permanente commissie in gedachten heeft.

Een lijst met zulke besluiten staat hieronder.
● In de linkerkolom staat de datum van het besluit. Als er een transcriptie of omschrijving beschikbaar is, kan die bereikt worden door op de datum te klikken.
● In de rechterkolom staat de titel van het besluit, met soms in cursief een toelichting van mij erop,



Datum
                     Besluit
16-11-1825
Verkopers van koloniale goederen moeten naar de strafkolonie en er kan plaats gemaakt worden door strafkolonisten als arbeiders naar Veenhuizen te brengen.
21-03-1829
Besluit van den 21 Maart 1829 inhoudende eene wijziging in het Reglement van Tucht voor de Gestichten van  Bedelaars van 25 February 1829.
24-03-1829
Opheldering ten aanzien van het reglement van tucht voor de bedelaars van 25 february 1829. Verbod aan de zaalopzieners in de Bedelaars Gestichten om certificaten van goed gedrag aftegeven.
21-07-1829
Wijziging van evengemeld reglement voor de huisgezinnen. Dit slaat op het reglement voor kolonistenhuisgezinnen van 8 juli 1829 (zie bij Reglementen)
10-09-1829
Opheldering nopens het reglement van tucht voor de kolonisten huisgezinnen. Ook over het reglement voor kolonistenhuisgezinnen van 8 juli 1829 (zie bij Reglementen)
22-09-1829
Ampliatie van het reglement van tucht voor de kolonisten huisgezinnen. Dit gaat over de verkoop van sterke drank door veteranen
28-03-1832
Aanvulling van het reglement van tucht der bedelaars.
22-01-1833
Benoeming van den Boekhouder des Directeurs tot lid van den Raad van Policie en Tucht der Gewone kolonien. Hiermee wordt de stemverhouding tussen kolonisten en ambtenaren uit het lood getrokken ten gunste van de laatsten.
15-10-1833
Opheldering nopens de toepassing der reglementen van tucht.
07-03-1835
De koloniale Raden van tucht mogen geen kwijtschelding van straf verleenen, maar moeten de verordening van tucht toepassen zoals dezelver liggen
16-08-1836
De raden van tucht kunnen niet oordeelen over falsiteiten.
19-09-1836
Toepassing der reglementen van tucht op de bedelaars huisgezinnen.
11-10-1836
Opheldering ten aanzien van 19 september hierboven.
05-09-1838
Aanbeveling tot naauwkeurige toepassing der reglementen van tucht.
13-12-1838
De ijverlooze katoenwevers te straffen als ongehoorzaamheid plegende.
07-01-1839
Toelichting van het reglement van tucht der gewone kolonien.
09-10-1839 Ampliatie van het reglement van tucht voor de bedelaars.
28-10-1839
Aanbeveling tot verduidelijking der redactie der notulen der raden van tucht.
16-03-1840
De bedelaarskinders uit het 3e Gesticht te Veenhuizen deserterende, naar aldaar of de Ommerschans terug te brengen en de distinctieve kleding te doen dragen.
16-06-1841
Bepaling uit welke stoffen de desertiepakken en noppen dekens zullen worden vervaardigd.
27-08-1841
Bepalingen nopens het misbruik van sterken drank bij de veteranenhuisgezinnen.
31-08-1841
De bestedelingen in de gewone kolonien die wegens desertie of het uitblijven over de verloftijd naar de strafkolonie worden verwezen verbeuren ook het tegoed bij de Maatschappij.
17-10-1842
Den Directeur der Kolonien de bevoegdheid toegekend om strafkolonisten tusschentijds tot terugplaatsing voor te dragen.
22 juli 1843
Bepaling dat op algemeene christelijke feestdagen geen raad van tucht zal worden belegd of kastijdingen zullen worden toegepast; dat het regelement van tucht voor de bedelaarskolonisten wekelijks des zaturdags voor de nieuw aangekomenen zal worden voorgelezen.
24 juli 1843
Bepaling dat de direct der kolonie, niet meer lid en voorzitter van den raad zal zijn en die betrekking opgedragen aan den Adj Directeur der gewone kolonien.
29-07-1843
Bepaling dat de raad van tucht over kolonisten die ter ontwijking van straf zijn ontvlugt, geen uitspraak zal doen voor hunne terugkomst in de kolonien; dat aan onzedelijke omgang zich schuldig gemaakte en ontvlugte kinderen van kolonisten, niet willekeurig in de kol mogen terugkeeren
21-08-1843
Bedelaarskolonisten schuldig aan desertie, verbeuren daardoor ook het zakgeld dat zij mogten hebben laten staan.
09-12-1843
Bepaling dat het teregt komen van gestolen goederen geen invloed moet hebben op de mate van strafbaarheid van het misdrijf noch op de toepasselijkheid der daarop bestaande straf
14-12-1843
Niet alleen de verkoopers maar ook de koopers van koloniale kleedingstukken moeten gestraft worden
25-07-1844
Verbod aan de gewone kolonisten om hunne zonen die zich vrijwillig in militaire dienst hebben begeven, naderhand weder bij zich te nemen met bedreiging van straf, en dat de beschikking op de te dien einde aan de Permanente Commissie gerigte adressen door de jonge lieden buiten de kolonien zal behooren te worden afgewacht
18-10-1844
Bepaling omtrent de straf voor bedelaarskolonisten, die ten tweede male door den Raad van tucht wegens overtreding schuldig worden bevonden
06-11-1844
Bij de processen verbaal van den raad van tucht bij de gewone kolonien steeds de consideratien enz des secretaris te voegen. Geen transcriptie.
20-04-1846
Aanbeveling om de straf van overplaatsing naar de strafkolonie ten aanzien der weezen niet te ruim toetepassen, en dus daartoe niet overtegaan zonder de goedkeuring van de Permanente Commissie, buitengewone gevallen alleen uitgezonderd
02-06-1846
Bepaling bij uitbreiding van de aanschrijving van 20 April ll N8 hierboven dat de overplaatsing van wie het ook is naar de strafkolonie, zonder vooraf verkregen autorisatie niet kan geschieden behoudens uitzondering in enkele gevallen
19-06-1846
De deserteurs welke zich aan ontvreemding van goederen der Maatschappij hebben schuldig gemaakt, moeten door den Directeur aan de bevoegde autoriteiten worden opgegeven
28-09-1846
Aanbeveling aan den Directeur der kolonien om voortaan zonder autorisatie geene overplaatsing naar de strafkolonie meer te doen plaatshebben.
26-06-1847
Den Raad van Tucht te Ommerschans zijne verpligting onder het oog gebragt om de bij het Reglement van Tucht bepaalde straffen toetepassen zonder iets daarbij te voegen ten aanzien van de kolonisten Mulder, Repel en Wijnands
09-11-1847
Magtiging op den Directeur der koloniën om in bijzondere gevallen teruggebragte deserteurs uit de gewone kolonien dadelijk naar de Ommerschans te doen overbrengen
29-11-1847
Aanschrijving aan den Directeur der kolonien bij de juiste toepassing der bij het Reglement van Tucht bepaalde straffen zijne aandacht gevestigd te houden en toetezien dat eenig misdrijf hetwelk zekere bepaling is gestraft niet nogmaals wordt gestraft bij toepassing van zekere andere bepaling
07-02-1848
Aanschrijving om de Raden van Tucht bij de Gestichten aantebevelen zich bij het opleggen van straffen te onthouden van door bijeenvoeging van art. 11 en 13 van het Reglement van Tucht, meer dan eene straf van gelijke aard voor verschillende gelijktijdig begane overtredingen opteleggen.