De Raad door den President geconvoceerd zijnde waaren alle leden
tegenwoordig.
Door de President is aan den Raad voorgelegd eene aanklagte tegen
de weezen Louwrens van der Put & Hermanus Lentink
welke bij herhaling zijn gedeserteerd en wel laatstelijk op den
8ste deezer en den 9e daaraanvolgende door de Veldwachter der
Gemeente Smilde geapprehendeerd en naar het Etablissement alhier
teruggebragt.
De Raad heeft de beschuldigden voor zig doen komen ten einde hun
te horen in hunne middelen van defensie.
De beschuldigden niets ter hunner verontschuldiging kunnende
inbrengen, maar integendeel verklaard, dat zij met voorbedacht
zijn gedeserteerd, heeft den Raad besloten zoo als dezelve besluit
bij deze
De beschuldigden ingevolge art 4 te condemneeren tot het opsluiten
in de strafkamer voor den tijd van 4 agtereenvolgende dagen met
boeijen aan. -
Wijders is door de President noch aan de Raad voorgelegd eene
aanklagte tegen het weesmeisje, Maria Ziegesen uit zaal 1
& 2, welke zich niet ontzien heeft om bij den veldarbeid het
weesmeisje Maike Kraan moedwilliger wijze met een kooren
sikkel in de arm te blesseeren, dat zij wijders volgens aanklagte
van de zaalopziener steeds geneigd is tot het oproer maken in de
zaal en anderen tot baldadigheid en kwaadwilligheid aantesporen.
De Raad heeft daarop de beschuldigde voor zich doen komen ten
einde haar op een en ander te horen, en wijders te vernemen wat
zij tot hare verontschuldiging konde inbrengen.
De beschuldigde geene voldoende bewijzen ter harer
verontschuldiging hebbende kunnen inbrengen, heeft den Raad
besloten zoo als dezelve besluit bij deeze:
De beschuldigde ingevolge het bepaalde bij paragraaf 1 & 9 van
art 4 van het reglement van tucht voor weezen te condemneeren tot
opsluiting in de strafkamer geduren 4 achtereenvolgende nachten.
Verlangende de Raad dat aan een en ander onverwijld executie zal
worden gegeven
Gedaan te Veenhuizen de datum als boven
Poelman
Kuiper
Textor
L. Vrieze
J.H. Kloekers
F. Holsteijn, Sekr:
Notities bij het zittingsverslag