De Raad door de President geconvoceerd Zijnde waaren alle Leden
tegenwoordig
Door de President is aan den Raad voorgelegd eene Aanklagte tegen
de wees Maximiliaan Joseph Wasserstein welke Zig op den 14 Juny
1830 Zonder permissie van de kolonie heeft verwijderd en den 24
September 1830 vrijwillig van desertie is teruggekomen.
De Raad heeft de beschuldigde voor zich doen komen ten einde
denzelve ten deeze te hooren
De beschuldigde heeft hierop verklaard naar Leyden te zijn
gedeserteerd geweest, om aldaar Zijne Zuster te gaan bezoeken, en
alstoen weder te zijn teruggekeerd.
Waarop de Raad besloten heeft Zoo als dezelve besluit bij deeze
De beschuldigde te condemneeren Ingevolge artl 4 van opgemeld
Reglement tot opsluiting in de Strafkamer gedurende den tijd van 8
achtereenvolgende dagen – om den anderen dag te water en brood.
Verlangende den Raad dat hieraan onverwijld Executie zal worden
gegeven.
Gedaan te Veenhuizen 1 Etablissement de datum als boven
J. Poelman
L. Vrieze
J.H. Kloekers
Textor
F. Holsteyn, sekretaris
Notities bij het zittingsverslag