Proces Verbaal van het Verhandelde bij den Raad van Tucht voor Wezen Vondelingen en Verlatene kinderen bij het 1 Gesticht te Veenhuizen

Zaturdag den 15e January 1831


De Raad door den President geconvoceerd zijnde waren alle Leden tegenwoordig, uitgenomen de Heere Onder Direkteur Textor, absent.

Door de President is aan den Raad voorgelegd eene aanklagte tegen de Wees, Cornelis van Zijl welke op den 28 Junij 1829, zonder permissie de Kolonie heeft verlaten en den ..i January 1831, door den Burgemeester der Gemeente Kuinre en Blankenham is opgezonden.-

De Raad heeft de Beschuldigde voor zich doen komen ten einde hem ten deeze te hooren.-

De Beschuldigde heeft aan den Raad verklaart, dat hij gedurende de tijd zijner desertie zich te Blankenham heeft opgehouden eerst bij Hendrik Tijsen van Wijk, Landbouwer aldaar en laatstelijk bij Klaas van der Linde, mede landbouwer aldaar, aan welke bijden door hem was gezegd van de gestichten te Veenhuizen te zijn gedeserteerd, dat hij aldaar voor kost en kleederen heeft gearbeid en wekelijks tien centen verdiensten genoten.-

De Raad heeft hierop besloten zoo als dezelve besluit bij deze,

De beschuldigde ingevolg art. 4 van het Reglement van Tucht te condemneeren tot opsluiting in de Strafkamer voor den tijd van drie dagen om den anderen dag Water & Brood.-

Verlangende den Raad dat hieraan onverwijld Executie zal worden gegeven.

Gedaan te Veenhuizen datum als boven.
J. Poelman Adj. Direkteur
Kuipers OnD
L. Vrieze Zaalopziener
J.H. Kloekers Zaalopziener
Textor secr

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1618

Notities bij het zittingsverslag