Proces Verbaal van het verhandelde bij de Raad van Tucht, voor Vondelingen, Weezen en Verlaten kinderen bij het 1e Gesticht. Veenhuizen Dingsdag. Den 26 October 1831


De raad door den President geconvoceerd Zijnde waren alle de Leden tegenwoordig uitgenomen den onder Direkteur Textor absent.
Door den President werd ter tafel gebragt dat van wegen de Heeren Burgemeester en wethouders der stad `S-Hertogenbosch naar herwaarts was opgezonden den wees Johan Jansen geboortig te Amsterdam den welke in de maand Mei jl van het instituut van Wateren was gedeserteerd.

De Raad heeft genoemde jongeling voor Zich doen komen en hem hierover gehoord.
Dezelve heeft bekend genoemd instituut met voorbedachte raad te hebben verlaten, doch heeft tevens voor zijn begane misslag berouw betoond. Onder beloften van beterschap en door goed gedrag dit te herstellen.
De Raad dit in aanmerking nemende heeft ingevolge het Reglement van Tucht besloten de zelve te vonnissen tot opsluiting in de Strafkamer voor den tijd van drie achtereenvolgende dagen.
Verlangende de Raad dat hieraan onverwijld Executie zal worden gegeven, waarop de Raad is gescheiden en door den President is geadjorneerd tot een volgende zitting.

Gedaan te Veenhuizen Dag en Datum als boven
Poelman
Kuipers Ond Dir
L. Vrieze Zaalopziener
J.H.Kloekers Zaalopziener
L.Coelen, secr.



BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1618

Notities bij het zittingsverslag