Extract uit de Notulen van het verhandelde in den raad van Tucht voor Weezen, Vondelingen en verlaten Kinderen bij het 1e Gesticht te Veenhuizen

Zitting van den 28 September 1850


Present:
C. W. Rensing, Presd
Leden van den Raad: A. Textor, G. Kuipers, J. van de Ven, B. Nijman
J. F. Morriën , Secretaris

De Raad geconvoceerd zijnde, wordt door den Voorzitter geopend.

Wordt voorgenomen acte van beschuldiging van den Instituteur te Wateren, tegen den bestedeling Willem Benjamin Feltman PK 37, thans voor den Raad van Tucht alhier teregt staande, inhoudende zijne desertie uit opgemeld Instituut op den 22 September jl., gepaard met ontvreemding van den bleek aldaar; van
3 stuks hembden
4 stuks doeken
1 stuk onderbroek
& 1 paar Kousen, welke goederen echter wederom zijn teregt gekomen.

Gehoord den beschuldigden, die tegen den Klagte niets heeft in te brengen.

In aanmerking nemende dat den Instituteur dezen jongeling van een doorgaand slecht gedrag doet kennen.

Gezien Art 4 § 2 van het Reglement van Tucht, voor Weezen, Vondelingen en verlaten Kinderen luidende als volgt:

Verwijdering uit de Koloniën zonder verlof, het zij die volvoerd en men van desertie terug gebragt is, het zij die verhinderd is geworden

Opsluiting van één tot 8 dagen in de strafkamer, om den anderen dag te water en brood en bij herhaling met boeijen aan.

Gezien Art 9 van het zelve reglement waar bij onverbeterlijke sujetten voor een onbepaalden tijd naar de Ommerschans worden overgeplaatst.

Overwegende dat de daad van ontvreemding meer is dan eene ontvreemding waar in het reglement van Tucht door eene dubbele vergoeding voorziet.

Overwegende het doorgaand slecht gedrag van den aangeklaagden Jongeling

Gehoord het gevoelen van den Raad

Wordt besloten:

Den Wees Willem Benjamin Feltman PK 37 te straffen
1e met opsluiting in de strafkamer gedurende den tijd van 8 dagen
2e met verwijzing voor eenen onbepaalden tijd naar het Bedelaars Gesticht aan de Ommerschans, dit laatste echter, onder goedkeuring van de Permanente Commissie.

Dit vonnis wordt aan den beschuldigden bekend gemaakt.

De President sluit de vergadering.

Aldus opgemaakt op datum als in hoofd dezes vermeld en onderteekend door
(Wasgt) C. W. Rensing, President
Leden van den Raad: A. Textor, G. Kuipers, J. v d Ven, B. Nijman
J. F. Morriën, Secretaris

voor copij conform
de Secretaris
J. F. Morriën

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, bij post 28 oktober 1850 N21, invnr 681

Notities bij het zittingsverslag