Kolonistengezinnen - Veenhuizen-3

Vergadering van den Raad van Tucht op
den 12 Augustus 1830


De Leden allen tegenwoordig zijnde wordt de Raad geopend.-

De Wijkmeester Rutten heeft den Arbeiders Kolonist Mollebeek en Vrouw aangeklaagd, wegens het verlaten van de kolonie zonder permissie, van beschonken terug gekomen te zijn, en daarna onrust in huis verwekt te hebben, welke zaak de Raad thans voorneemt.-

De beklaagden gehoord, doch zonder grond van defensie.

De Veteraan Blanke als naaste buur verklaard dat Vrouw Mollenbeek den meesten tijd van den dag beschonken is, en zij zich erger in den drank te buiten gaat dan wel Mollebeek.-

In aanmerking nemende dat Mollenbeek voor de tweede maal voor de Raad verschijnt.-

Overwegende dat het van belang wordt dat dit huisgezin bij de eerste wederom plaats hebbende overtreding naar de Ommerschans verwezen worde.-

Is met eenparigheid van stemmen besloten dat Mollenbeek zal gestraft worden met 8 nagten strafkamer arrest terwijl deszelfs Vrouw 8 dagen en nagten in dezelve zal opgesloten worden, overeenkomstig art 3, 1e onderdeel van het Reglement van Tucht.-


Den arbeiders kolonist Duveiller heeft zich bij den Raad beklaagd, en wel daar over, dat hij door den arbeiders kolonist Daris was beschuldigd van aardappelen uit de Veteranen Tuinen te hebben opgestoken.-

Den arbeiders kolonist Daris hieromtrend gehoord welke te kennen geeft dat de Veteraan Amman hem zulks gezegd had.-

Den Veteraan Amman hieromtrend gehoord welke verklaart den persoon van Duveiller geheel niet te hebben genoemd, maar wel gezegd had iemand in de Veteranen Tuinen te hebben gezien dragende een Zak en Vork.-

In aanmerking nemende dat de erge graad van doofheid van den arbeider Daris de oorzaak van het ongenoegen schijnt te zijn.-
Overwegende dat den kolonist Duveiller in geene deele word verdacht gehouden.-

Is besloten Daris te kennen te geven in ’t vervolg voorzigtiger in het spreken te zijn, en wel voornamentlijk over gezegdens welke hij slegts ten halve of wel geheel verkeerd verstaan heeft;- en om den kolonist Duveiller in dezen onschuldig te verklaren.-

Aldus gedaan & gearresteerd op dato als boven
De president en Leden
A. de Geus
C. Hulst
L. NBandering
Coens
C. Blanke


BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1622

Notities bij het zittingsverslag