Bedelaars bij het tweede gesticht Veenhuizen

De Raad van Tucht belegd voor Bedelaars Kolonisten op heden den 2e Januarij 1834 door den WelEdele Heer Adjunkt Direkteur A. de Geus als President


Zoo zijn gecompareerd des avonds ten Zes Uur de navolgende Leden.

De President voornoemd
De Leden
De Onder Direkteur J.F.Krieger, De Zaalopziener Muller, De Zaalopziener Unverzagt

De Raad geopend zijnde, zoo wordt aan de zelve voorgelezen een Proces Verbaal van den Zaalopziener A: B: Schagen.

Wordende daarin aangeklaagd, de Bedelaars Kolonisten Elisabeth de Haan, Catharina Geraats en Dinkje Smaak, als hebbende zich schuldig gemaakt aan het Koopen en Verkoopen van Koloniale Kleeding Stukken.

De beschuldigden worden binnen gelaten en hun ondervraagd, of zulks overeenkomstig de waarheid is. Hierop hebben zij hunne misstap erkend en wel in dier voege

E. de Haan een voerlakensche Rok aan de met ontslag vertrokkene Bedelaars Koloniste van Maurik.

en C. Geraats en D. Smaak Een voerlakensche Rok

Daar dit eene overtreeding is tegen Artikel 13 van het Tucht Reglement , inhoudende

“Ontvreemding of Verpanding van Koloniale Goederen of van mede Kolonisten, zal worden gestraft met opsluiting in boeyen van drie tot veertien dagen naar gelang der omstandigheden des noods te water en brood om den anderen dag en bij herhaling van een dier misdrijven, altijd met veertien dagen opsluiting in boeyen , de drie eerste en de drie laatste te water en brood. !!”

Zoo gaat de Raad over tot de overweging welke straffen voornoemde Bedelaars Kolonisten behoren te worden opgelegd, en gelast den zelve buiten de Raad te gaan.

Na bovenstaande overtreeding en de daarop toepasselijke straffen te hebben overwogen, Zoo wordt door de Raad besloten, de straffen toe te passen als volgt:

E. de Haan 10 dagen Provoost arrest

C.Geraats zes dagen Provoost arrest

D. Smaak drie dagen Provoost arrest

Aldus opgemaakt op datum als boven
Ads de Geus
J.F. Krieger
Müller
Unverzagt

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1620

Notities bij het zittingsverslag