Aanwezig de WelEdelgestrenge Heer Thonhauser, Kapitein, de
Sergeant Majoor Muller en de Sergeant Roosendaal om te onderzoeken
en te vonnissen in zake betrekkelijk ingekoomen Proces Verbaal,
van den Kommandant belast met de directie over de Veteranen
Huisgezinnen, opgemaakt tegen Sophia Tromp, Veteranen
Dogter als hebbende zich schuldig gemaakt aan het mishandelen en
slaan van de Veteranen Weduwe Schabel, en daar zulks
strijdig is tegen Art: 3 van het tucht Reglement alhier in gebruik
Zoo word dezelve voor de Raad gebragt.
De Raad ondervraagt voormelde Sophia Tromp of zij zich
aan voormelde misdaad heeft schuldig gemaakt.
Waarop de aangeklaagde zulks ontkend;
De Weduwe Schabel beweerd de gegrondheid harer aanklagt
met twee getuigen te kunne staven.
Hiervoor heeft zij als getuigen aangebragt de Vrouw van den
Veteraan van der Zijp alsmede de Bedelaars Koloniste van
Borghem; welke beide verklaren dat voormelde Sophia
Tromp de Weduwe Schabel heeft geslagen en wel voor
haar eigen deur.
De misdaad alzoo genoegzaam bewezen zijnde doet de Raad de
beschuldigde buitengaan.
De president steld aan de overige Leden voor op grond van Art.3
van voormeld Reglement Sophia Tromp de straf op te leggen
van 5 dagen Provoost arrest, het welk met eenparige stemmen word
aangenomen.
De beschuldigde word binnen gebragt- vervolgens hare straf
voorgelezen, dewelke dadelijk zal worden geexecuteerd- waarna de
Raad wordt gehouden voor geeindigd.
Aldus gedaan op dag, Maand en Jaar als boven
De President en Leden.
S.B.Drijber
J. Thonhäuser
Müller
A. Rosenthaal
F.H.Krieger, secretaris