Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN





Een bij de brandverzekeringspolis van augustus 1847 gevoegd overzicht geeft a-l-l-e tegen brand verzekerde percelen in de kolonie Veenhuizen


Zie algemene informatie over brandverzekering, wat je er mee kunt, een overzicht en over de vindplaatsen in het archief op deze pagina. Bij de polis van 19 augustus 1847 zit een overzicht ven de verzekering van de in vruchtgebruik verkregen panden die sinds 1843 eigendom zijn van de Staat. Dit stuk geeft een COMPLEET OVERZICHT van alle gebouwen te Veenhuizen.

Tussen haakjes staat achter elk perceel achtereenvolgens het nummer van de akte of akten van aandeel waarmee het perceel verzekerd is, het volgnummer op die akte en het bedrag waarvoor het pand verzekerd is.


Veenhuizen 1e Etablissement

1. Het hoofdgebouw zijnde aan de binnenzijde een gesticht voor wezen en aan de buitenzijde arbeiders-woningen (G 594, No 1, f 50000);

2. Het poortiershuisje staande aan de west of voorzijde van het hoofdgebouw (G 836, No 17, f 50);

3. Drie dubbele ambtenaarswoningen, als: eene aan de Noord-, eene aan de Oost- en eene aan de Zuidzijde (G 631, No 3, f 1500);

4. De Broodbakkerij, het broodmagazijn, de molenplaatsen, een wagenhuis en eene strafkamer, zijnde alles een gebouw aan den Noordwesthoek van het Hoofdgebouw staande (G 610, No 3, f 1800);

5. Het waschhuis en de daaraan gebouwde winkelierswoning aan de Noordoosthoek van het hoofdgebouw (G 610, No 2 / G 858, No 1, samen f 1900);

6. De Verwerij aan den Zuidoosthoek van het Hoofdgebouw geplaatst (G 610, No 1, f 1400);

7. Eene boerenwoning zijnde die van den Onderdirekteur buiten en daaraan behoorende schuur en stal gequoteerd met No 1, met nog een paardestal, een koestal, een kalverhok en een hooiberg (G 691, No 1 / G 675, No 1 / G 675, No 2 / G 631, No 5 / G 836, No 18 / G 836, No 19, samen f 2330);

8. Acht boerenwoningen en daaraan getimmerde stal met nog eene dorschschuur en hooiberg gequoteerd met No 2 tot No 9 (G 596, No 1 / G 609, No 1 / G 631, No 4 / G 631, No 5 / G 641, No 2, samen f 9880);

9. Een nieuw gebouwd waschhuis met een droogloots plus woning voor de waschvrouw (G 962, No 11, f 800);

10. Een schapenhok aan de zuidzijde van de Hoofdvaart tegenover de 2e wijk (G 836, No 21, f 275);

11. Een schapenhok staande op de hoeve No 9 in de 3e wijk (G 836, No 24, f 80);

12. Eene gereedschapsloots aan de zuidzijde van de Hoofdvaart tegenover de 1e wijk (G 836, No 25, f 50);

13. De Protestantse Kerk (G 676, No 9, f 14000);

14. De Predikantswoning en daarbij aanwezige schuur (G 676, No 10, f 4000);

15. De R. C. Kerk en pastorij met eene losse schuur (G 676, No 11 en 12, f 8400);

16. De Israelitische Kerk benevens annexe woning voor den leeraar en een schoollokaal (G 1164, No 2, f 4150);

17. Het lijkenhuisje op de begraafplaats staande (G 1164, No 3, f 50);

Veenhuizen 2e Etablissement.

1. Het Hoofdgebouw zijnde aan de binnenzijde een gesticht voor Bedelaars en aan de buitenzijde arbeiderswoningen (G 1127, No 1, f 56600);

2. Een poortiershuisje aan de Zuidzijde van het Hoofdgebouw (G 836, No 26, f 50);

3. Drie dubbele ambtenaarswoningen, als eene aan de Noord-, eene aan de Oost-, en eene aan de Westzijde (G 676, No 5, f 15000);

4. Eene bakkerij, aardappelmachine en magazijn voor brood, benevens een brandspuithuisje en wagenschuur (G 1013, No 7, f 1850);

5. Eene werkplaats, bestemd tot klompenmakerij, kuiperij, bezem, en mandenmakerij ten Westen en nevens de bakkerij (G 836, No 27, f 500);

6. Eene smederij en wagenmakerij met twee woningen onder één dak ten Zuiden van het gesticht (G 1013, No 6, f 1700);

7. Twee waterhuisjes op het binnenplein van het gesticht, een in het mannen- en een in het vrouwenkwartier (G 962, No 12, f 140);

8. Eene standaard koorenmolen met twee stenen (G 737, No 1, f 3000);

9. Eene molenaarswoning ( G 962, No 13, f 100);

Veenhuizen 3e Etablissement

1. Het hoofdgebouw, zijnde aan de binnenkant een gesticht voor bedelaars, en aan de buitenzijde arbeiderswoningen (G 631, No 2, f 56600);

2. Het poortiershuisje ten Westen of aan de voorzijde van het gesticht (G 836, No 29, f 50);

3. Een waschhuis en Strafkamer ten Noordwesten van het gesticht (G 755, No 2, f 670)

4. Drie dubbele ambtenaarswoningen, als: eene aan de Noord-, eene aan de Oost- en eene aan de Zuidzijde van het gesticht (G 676, No 7, f 1500);

5.Eene boerenwoning zijnde die van den Onder-Direkteur met hooiberg en gereedschapsloots (G 641, No 4, f 1575);

6. Tien boerenwoningen en daaraan getimmerde stal met nog eenen dorschschuur en hooiberg gequoteerd met No  1-3, 7, 8, 10-14 (G 596, No 2, 5, 6 / G 641, No 3 / G 676, No 6 en 8 / G 836, No 30-37 en No 40-45 / 1012, No 8, samen f 13150);

7. Een gebouw ingericht tot Katoenspinnerij enzo, staande aan de Oostzijde bij het 3e gesticht (G 1123, No 7, f 26700);

8. Het Stoomwerktuig en de verdere machinerie zich bevindende in het gebouw ingerigt tot eene Stoomkatoenspinnerij bij het 3e gesticht te Veenhuizen (G 1130, No 1, f 80000);

9. De woning voor de Direkteur van de Katoenspinnerij (G 1164, No 8, F 3250);

10. De woning voor de Administrateur van de Katoenspinnerij (G 1164, No 9, f 2850);

11. Twee blokken woningen voor de verschillende employes bij de Katoenspinnerij (G 1164, No 10/11, f 5400);

12. Twee steenen veldwachtershutten op de 6e  wijk (G 1164, No 4, f 130);

13. Een opzienerswoning in de Turfgraverij (G 1164, No 5, f 700);

14. Vijf dubbele arbeiderswoningen in het veen (G 1164, No  6, f 1000);

15. Eene tent of loods in de Veenderij, bevattende zeven arbeiderswoningen (G 1164, No 7, f 250);

16. Drie tenten of lootsen in de Turfgraverij tot verblijf van Turfgravers en Kantoor van den veenbaas (G 763, No 2 / G 836, No 49 / G 1012, No 9, samen f 540);

17. Vier gebouwde veldwachtershutten in de 4e en 5e wijk (G 836, No 50 en 51 / G 962, No 14 / G 1012, No 10, samen f 204);

18. Een schapenhok aan de Noordzijde van de Hoofdvaart, kort bij de 6e wijk (G 857, No 9, f 340);