Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Veelbelovende jongeren kunnen vanaf ongeveer hun veertiende naar dat Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding om door te leren. Waarbij 'jongeren' moet worden gelezen als 'jongens'. Het is wel de negentiende eeuw, ja?!? Het idee dat meisjes ook door zouden kunnen leren wordt algemeen als te gek voor woorden gezien.
Er is in Wateren plaats voor 72 jongens die wonen op twee slaapzalen - zie het hierboven genoemde ontwerp en de daarin opgenomen tekening. In de praktijk bestaat de helft van de populatie uit wees- of armenkinderen die in de vrije koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord bij huisgezinnen waren ingedeeld. En de andere helft uit weeskinderen uit Veenhuizen.
Er zijn er honderden die tussen 1824 en 1859 zijn gepromoveerd
van wees te Veenhuizen tot 'kwekeling' te Wateren. Die kan ik
nooit allemaal langslopen. Ik pik er dus zomaar een aantal uit die
ik toevallig ben tegengekomen of waar ik toevallig informatie over
heb gekregen. Een volstrekt willekeurige greep!
Hoe de wezenregisters die hier genoemd worden te bereiken zijn
staat op deze pagina.
De hier genoemde registers van kwekelingen zijn nog niet
gedigitaliseerd en kunnen alleen op het archief ingekeken.
● Hermanus Huisman heeft weesnummer 102 in het register
van Veenhuizen-1 met invnr 1571. Volgens die inschrijving is hij
geboren in 1805 en dus al negentien jaar als hij in
Veenhuizen komt. Hij staat met volgnummer 7 op de eerste lijst van het
Aalmoezeniersweeshuis. Volgens die lijst heeft hij een
gezondheidsprobleem: 'bezet op de borst'.
Hij is op 28 februari 1824 aangekomen vanuit Arnhem, waar
de regenten van het Amsterdamse Aalmoezeniershuis hem uitbesteed
hadden. Hij gaat op 23 september 1824 naar Wateren,
maar... is op 12 oktober 1824 alweer terug. Het was
blijkbaar geen succes. Hij krijgt even weesnummer 755, maar dat is
een abuis en dan krijgt hij weer zijn oude weesnummer 102. Hij
wordt kort genoemd in De kinderkolonie pagina 52. Hij zal
op 3 september 1826 met ontslag Veenhuizen verlaten.
● Jacobus Burg is op 9 oktober 1814 als vondeling
te Amsterdam gevonden, met een briefje dat hij Jacobus Burg moest
heten en 'gerevermeerd' gedoopt moest worden. Hij wordt genoemd op
pagina 295 van De kinderkolonie. Hij komt op 23
september 1824 vanuit Amsterdam in het kindergesticht en
heeft weesnummer 610 in de wezenregisters 1571, 1410 en 1411.
In het register van kwekelingen met invnr 1610 heeft hij
kwekelingennummer 10. De datum dat hij van Veenhuizen naar Wateren
is gegaan is onbekend, maar de vorige drager van kwekelingennummer
10 is augustus 1830 overgeplaatst, dus Jacobus is in Wateren
terechtgekomen kort na augustus 1830.
Hij komt voor in het inspectierapport 1832, invnr 1544, maar dat
heb ik niet bekeken. Bij de ontslagvoordracht voor 1834, zie hier, heeft hij een tegoed
op kleding van ƒ 76,48 en aan oververdienste ƒ 30,85. Het advies
ten aanzien van zijn ontslag luidt: 'Verlangt te worden ontslagen
en zal eene dienst opsporen. In staat zijnde om zijn onderhoud te
verienen, bestaat er geene bedenking tegen het ontslag'.
Jacobus Burg verlaat de kindergestichten met ontslag op 13 mei
1834. Als Jen Hessels van Wolda in 1841 onderzoekt hoe het
ex-kwekelingen in hun verdere leven vergaan is, meldt hij over
Jacobus Burg dat hij eerst is 'overgegaan tot de Nationale
Militie' en later 'werkman bij Leuwarden, en naderhand gehuwd'.
● Andries Pieter Jan Everhard Walter is geboren op 1
januari 1820 (die notatie kan ook betekenen dat hij op onbekende
datum in 1820 geboren is). Hij komt op 1 juni 1835 in
Veenhuizen aan vanuit Amsterdam. Hij staat met weesnummer
235 in het register van weeskinderen met invnr 1412, klik hier.
De precieze datum dat hij naar Wateren gaat weet ik niet.
Geïnteresseerden die dat willen weten zullen de hele
kwekelingenregisters met invnrs 1584 en 1582 moeten doorbladeren.
Wel weet ik dat hij op 1 november 1837 vanuit Wateren
wordt gehuisvest in de kolonie Frederiksoord.
Hij staat in het register van Frederiksoord
met invnr 1349, klik hier en vul rechtsonder het
paginanummer 85 in, als ingedeelde bij het kolonistengezin van Flores
Gronthé (of Grotté) en Anna van Beek.
Wat hij daar doet blijkt uit de tuchtzitting van 5
februari 1838, klik hier en zie dan met name bijlage 4. Twee
oudere jongens hebben 'den ondermeester A. Walter'
uitgescholden. Blijkbaar assisteert hij bij het onderwijs in de
school van Frederiksoord.
Dat houdt op als hij op 17 april 1839 in militaire dienst
moet. Als Jen Hessels van Wolda in 1841 onderzoekt hoe het
ex-kwekelingen in hun verdere leven vergaan is - daar komt nog een
aparte bladzijde van - is Andries Pieter Jan Everhard Walter
'schrijver op een schip'.
● Johannes van Klaver heeft weesnummer 867 in het
wezenregister met invnr 1412, klik hier. Hij is geboren 17
september 1831 en hij is sinds 8 mei 1845 in het
wezengesticht. Hij schijnt daar gekomen te zijn vanuit het
bedelaarsgesticht, waar hij waarschijnlijk ouderloos geworden is.
Domicilie van onderstand (= de plaats die voor hem betaalt) is
Amsterdam.
In het kwekelingenregister met invnr 1611 maken ze van zijn
achternaam van Klaveren. Ach, dat kan in die tijd. En hij
komt volgens dit register uit Harderwijk. Hij heeft
kwekelingennummer 28 en hij is op 2 juli 1849 overgekomen
uit Veenhuizen. Er schijnt een besluit daarover genomen te zijn
door de permanente commissie op 12 maart 1849 onder
agendapnt N1. Dat heb ik niet gezien, maar moet in invnr 632
zitten. Hij blijft in Wateren - dat is altijd een gunstig
teken - tot zijn ontslag op 2 april 1851.
● Ferdinand van Wiemen heeft weesnummer 2161 in het
register van weeskinderen met invnr 1413, klik hier. Hij is
geboren 23 januari 1833 te Goes. Hij is op 26 februari
1849 vanuit Goes in het kindergesticht gebracht. Designatienummer
797/2.
Al na een maand, 29 maart 1849, gaat hij over naar
Wateren. In het register van kwekelingen met invnr 1611 heeft hij
kwekelingennummer 67.
Na twee jaar staat in het kwekelingenregister echter aangetekend
dat hij op 7 juni 1851 naar de strafkolonie op de
Ommerschans moet. Wat hij heeft uitgevreten weet ik niet, Het zal
staan in het besluit van de permanente commissie van 10 mei
1851 onder agendapunt N3, invnr 638.
We vinden hem terug in het register van strafkolonisten met invnr
1586 op folio 9. Aankomst daar dus 7 juni 1851 en hij overlijdt
daar op 5 november 1851.
● Dirk Johannes Goedhart heeft weesnummer 902 in het
wezenregister met invnr 1412, klik hier, en in het register
met
toegang 0137.01 invnr 652, klik hier. Hij is geboren 19
augustus 1842 te Rotterdam en van de hervormde godsdienst.
Hij komt op 5 december 1854 vanuit Gouda in het
wezengesticht. Designatienummer 915/4. In Volgens het
kwekelingenregister met invnr 1611 wordt hij 20 september 1856
gepromoveerd tot kwekeling in Wateren. Hij heeft kwekelingennummer
2. Op 30 augustus 1859 moet hij - dat is jammer - weer
terug naar Veenhuizen. Daar blijft hij nog een paar jaar en op 23
mei 1862 gaat hij met ontslag.