Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Zijne Excellencie de
Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat, als daartoe
geautoriseerd bij Besluit van ZM van 6 november 1822 N15, ter
eenre,
en de Permanente Kommissie van de Maatschappij van Weldadigheid
als in het algemeen door de Kommissie van van Weldadigheid
behoorlijk geautoriseerd ter andere zijde, zijn overeengekomen,
gelijk zij verklaren overeentekomen bij dezen, hetgene volgt:
Art. 1
De Permanente Kommissie zal van het Gouvernement overnemen, en
in de daartoe reeds door haar bestemde en verder aanteleggen
Koloniën, vestigen 4000 vondelingen, verlatene kinderen of
weezen.
Art. 2
Het Gouvernement zal aan de Maatschappij in twee halfjarige
termijnen, doen uitbetalen f 45:- voor ieder der gemelde
vondelingen, verlatene kinderen of weezen.
Art. 3
Voor zoo verre eenige dier vondelingen, verlatene kinderen of
weezen beneden de volle 6 jaren oud, doch boven de volle 2 jaren
(beneden welken ouderdom geene vondelingen, verlatene kinderen
of weezen zullen kunnen worden aangenomen) mogten zijn, zal de
bovengemelde betaling met f 5:- per hoofd worden vermeerderd,
tot zoo lang, dat de zoodanigen den vollen ouderdom van 6 jaren
zullen hebben bereikt.
Art. 4
De Permanente Kommissie verbindt zich, om, zonder eenige
vermeerdering in de betaling bij art 2 vermeld, van het
Gouvernement overtenemen 3 bedelaars, op ieder 8-tal
vondelingen, verlatene kinderen en weezen, en dus tezamen 1500
bedelaars en dezelve te plaatsen in het Bedelaars Instituut in
de Ommerschans, of in andere, tot dat einde door haar
aanteleggen etablissementen.
Art. 5
De Permanente Kommissie verbindt zich al verder, om, voor
dezelfde betaling, in hare koloniën te vestigen 500
huisgezinnen, door elkander uit 5 hoofden bestaande, en dus
tezamen 2500 zielen, waarvan de hoofden tot verzorgers en
verzorgsters der gemelde vondelingen, verlatene kinderen en
weezen, zullen dienen.
De keuze dier huisgezinnen verblijft aan de Permanente
Kommissie, doch zal geschieden uit de verschillende Noordelijke
Provinciën, in zoodanige evenredigheid, als Zijne Excellencie de
Minister aan de Permanente Kommissie zal opgeven te verlangen.
Art. 6
Vondelingen, verlatene kinderen en weezen, door gebreken buiten
staat om te werken, kunnen in deze overneming niet begrepen
worden.
Art. 7
Personen, door gebreken buiten staat om te werken, en kinderen
beneden 6 jaren zonder ouders, kunnen onder de overtenemen
bedelaars niet begrepen worden.
Art. 8
De bestedingsprijs, bij art 2 en 3 vermeld, gaat in 14 dagen na
het tijdstip, waarop de Permanente Kommissie aan de Minister zal
kennisgeven tot de overneming gereed te zijn: en wel in deze voege:
zoodra de Permanente Kommissie gereed is tot de overneming van
400 vondelingen, verlatene kinderen en weezen, zal zij daarvan
kennisgeven aan den Minister.
Deze 400 kinderen en het daaraan geëvenredigde getal bedelaars,
zullen alsdan dadelijk kunnen worden opgezonden naar de daarvoor
bestemde etablissementen, gelijk de Permanente Kommissie alsdan
mede dadelijk derwaards zal oproepen het geëvenredigde getal
huisgezinnen; 14 dagen na het zoo even gemelde door de
Permanente Kommissie bepaalde tijdstip, zullen de
bestedingspenningen voor deze 400 kinderen ingaan.
Op dezelfde wijze zal telkens met iedere volgende 400, tot aan
de volle 4000 toe, worden voortgegaan, en zullen daardoor de
tijdstippen van de overneming en van het ingaan der
bestedingspenningen worden bepaald.
Art. 9
De bestedingspenningen zullen in halfjarige termijnen, ieder a f
22,50 of f 25:- volgens de bepalingen bij art 2 en 3 voor
iederen vondeling, verlaten kind of wees, door den Minister aan
de Permanente Kommissie worden voldaan.
Art. 10
Deze betaling zal geschieden gedurende den tijd van 16 jaren,
naar de verschillende epoques van ingang, bij art 8 bepaald,
zonder dat onvoltalligheid eenigen grond tot vermindering zal
kunnen geven.
Art. 11
Nadat door de Permanente Kommissie zullen zijn gedaan de
respektive kennisgevingen, bij art 8 vermeld, zal de minister
vóór de aankomst der optezenden personen in de etablissementen
van de Maatschappij, aan de Permanente Kommissie inzenden, eene
nominative opgave, bevattende naam, voornaam, beroep, datum en
plaats van geboorte en godsdienstige gezindheid, zoowel van de
kinderen als van de bedelaars, met vermelding dat de opgegeven
personen niet gebrekkig zijn.
Art. 12
De overneming zal geschieden in de etablissementen van de
Maatschappij, en de overbrenging derwaards zal zijn buiten haren
kosten.
Art. 13
De Permanente Kommissie zal echter, indien Zijne Excellencie de
minister dat mogt verlangen, behoudens restitutie door Zijne
Excellencie daarvan te doen, de zoo evengemelde transportkosten
voorschieten, volgens zoodanig tarief, als Zijne Excellencie
daaromtrent zal gelieven te bepalen. naar aanleiding van het
bepaalde bij art. 5 van Z.M.s besluit van 6 november 1822 N15 en
in evenredigheid van 8 kinderen bij iedere 3 bedelaars.
Art. 14
De Permanente Kommissie verbindt zich, om voor de overtenemen
kinderen en personen, gedurende den tijd dat zij in de
etablissementen der Maatschappij zullen zijn, buiten kosten van
het Gouvernement te zullen zorgen.
Art. 15
De verzorging zal geschieden overeenkomstig de Reglementaire
instellingen bij de Maatschappij van Weldadigheid, zoo voor de
vrije koloniën als voor de bedelaars inrigtingen reeds gemaakt,
of nader te maken.
Art. 16
De overtenemen kinderen en personen zullen tot een werkzaam
leven worden opgeleid en gedurende hun verblijf in de koloniën
tot den arbeid verpligt zijn: zullende de Permanente Kommissie
alle pogingen aanwenden om hen zoo door Godsdienstig- en
school-onderwijs, als ook door een gepast gebruik van den
openbaare godsdienst bij hunne gezindheid, te beschaven en te
verzedelijken.
Art. 17
De Minister behoudt het regt om ten allen tijde den staat van de
van het Gouvernement overgenomene personen te doen onderzoeken,
en zich van de nakoming van het bepaalde bij de twee voorgaande
artikelen te verzekeren.
Art. 18
Ingeval van overlijden, desertie, ontslag, oproeping bij de
Nationale Militie, of onvoltalligheden uit andere oorzaken,
heeft de Minister het regt, om het bepaalde getal kinderen en
bedelaars weder aantevullen.
Art. 19
Bij het eind van iedere maand zal de Permanente Kommissie aan
Zijne Ecellencie opgave doen van de verminderingen, die het
overgenomene getal door de zoo even gemelde oorzaken mogt hebben
ondergaan.
Art. 20
Ten aanzien van de bedelaars zal de Permanente Kommissie aan den
Minister, na verloop van elk jaar voordragen welke voorwerpen
zij vermeent, dat in de gewone maatschappij zouden kunnen
terugkeren, zonder dat het te duchten zij dat dezelve zich op
nieuw aan bedelarij zouden overgeven.
Art. 21
De Minister zal daarop bepalen, welke bedelaars zullen worden
ontslagen, terwijl hem tevens de bevoegdheid wordt toegekend, om
ook buiten die voordragt een grooter of kleiner gedeelte
bedelaars te ontslaan, mits dezelve ten minste één jaar in het
Instituut geweest zijn.
Art. 22
De aanvulling in art 18 vermeld (en welke geschiedt door
terugzending van gedeserteerden of door nieuwe kinderen en
bedelaars) geschiedt op de wijze bij art 11 & 12 bepaald, en
onder betaling van f 12:- voor de buitengewone onkosten van
kleeding voor de nieuwaankomenden per hoofd, welke betaling
echter niet zal behoeven te geschieden voor gedeserteerden, die
binnen drie maanden teruggebragt worden.
Art. 23
De Permanente Kommissie bedingt het regt, om personen of
kinderen, die bij de aankomst voor den arbeid ongeschikt worden
bevonden, of gedurende hun verblijf in de etablissementen der
Maatschappij, daartoe voor het vervolg buiten staat geraken, uit
de etablissementen te verwijderen, en aan de Minister
terugtegeven om op de bepaalde wijze te worden vervangen.
Art. 24
Teneinde de Permanente Kommissie in staat te stellen, om de
benodigde sommen te negociëren, zal dit kontrakt, alvorens
verbindende te zijn, met de speciale approbatie van Z.M. worden
bekleed, ten blijke van de garantie van het Gouvernement voor de
betalingen, daarbij vastgesteld.
Aldus dubbeld gedaan, gesloten en geteekend te sGravenhage den 1
Maart 1823
(geteekend) de Coninck, P. van Hemert, Faber van Riemsdijk
Voor Kopie Konform De Permanente Kommissie van Weldadigheid
Namens dezelve Van Konijnenburg secr.