Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Op 25 september 1826, invnr 81, stuurt de subcommissie van weldadigheid te Middelburg een lijst van de kledingstukken die vijf wezen uit die stan aanhebben als ze op de boot naar het kindergesticht gezet zijn:
Middelburg, den 25 september 1826
Wij hebben de eer UwelEd kennis te geven, dat naar aanleiding der bij ons van UwelEd ontvangen missive dato 12 dezen no. 571, door onze tusschenkomst, op gistren per schipper J.J. du Munck vertrekkende naar Amsterdam aan het adres van den Heer J.W. Bagman, zijn afgezonden de kinderen sub N1 tot 5 vermeld op de lijst gevoegd bij de onze van 25 augustus jl, zijnde de onder N6 vermelde gereclameerd geworden; en voegen hiernevens de lijst der kleedingstukken door gedachte kinderen medegenomen.
De nodige beschikkingen gemaakt hebbende, om het kind van den kolonist Heijdt, te gelijker tijd optezenden, ontvingen wij eergisteren het berigt, dat de familie van hetzelve, had aangenomen voor haar in het vervolg zorg te dragen; daarbij kennis gevende dat gedagt kind door de vrouw van Heijdt in onecht was geteeld; en deze volgens ontvangen berigt overleden zijnde, er thans geen redenen bestonden tot haar opzending.
De Stedelijke Subkommissie van Weldadigheid te Middelburg,
Namens dezelve,
J. van der Hoze Tafelle(?), secretaris
Notitie der Kleedingstukken welke door de onderstaande verlatene kinderen op den 24sten junij 1826 uit het Werkhuis naar Veenhuizen worden meedegenomen.
Namen en voornamen | Kleedingstukken |
In ’t Hout, Louws Cornelis | Een linne buis. Een linne broek. Een paar wolle sokken. Een paar schoenen. Een blaauwe halsdoek. Een petje. Een hemd |
Leunis, Arij | Als voren |
In ’t Hout, Catha Corna | Een linne jak. Een linne onderrok. Een gestreepte baaije rok. Een blaauwe schort. Een blauwe doek. Een muts. Een paar wolle sokken. Een paar schoenen. Een hemd |
In ’t Hout, Petrona Willema | Als voren |
In ’t Hout, Levina Joha | Als voren |
Middelburg, den 22sten september 1826
Den Arnant der Commissie van bestuur over Armen Inrichting (?),
Joh.van der Leije
De kinderen komen 4 oktober 1826 in Veenhuizen aan. De koloniale
carrières van deze kinderen in het kort:
Louwerens Cornelis in 't Hout, later Laurentius Cornelis,
ongetwijfeld familie van de hieronder staande meisjes in 't Hout,
wordt genoemd op pagina 185 van De kinderkolonie als hij
blijkbaar dienst doet als portier bij het derde gesticht. Zijn
gegevens staan op deze
pagina.
Ari Leunis staat met het weesnummer 1056 in het stamboek van het
eerste gesticht met invnr 1571. Hij is geboren 2 augustus 1815.
Hij overlijdt te Veenhuizen op 6 juni 1828.
Catharina in 't Hout staat (zonder tweede naam Cornelia) met
weesnummer 1034 in het register van het eerste gesticht met invnr
1571 en in de wezenregisters met de invnrs 1410 en 1411. Zij is
geboren 26 december 1814.
Zij zal Veenhuizen met ontslag verlaten op 4 september 1834.
Pieternella Wilhelmina in 't Hout staat met weesnummer 1035 in
het register van het eerste gesticht met invnr 1571 en in de
wezenregisters met de invnrs 1410, 1411 en 1412. Zij is geboren
10 juni 1816.
Zij zal Veenhuizen met ontslag verlaten op 10 juli 1835.
Levina Johanna in 't Hout staat met weesnummer 1054 in het
register van het eerste gesticht met invnr 1571 en in de
wezenregisters met de invnrs 1410 en 1411. Zij is geboren 5 mei
1819.
Zij keert op 30 juli 1833 niet van verlof terug. Ze is dan
veertien jaar oud, dus waarschijnlijk is er een familielid dat
zich over haar ontfermt.