Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Op een andere pagina beschrijf ik hoe de discussie verloopt over het overbrengen van in de bedelaarsgestichten ouderloos geworden kinderen naar de kindergestichten. Het ministerie van Binnenlandse Zaken vindt dat er eerst toestemming gevraagd moet worden aan de gemeenten, maar ze schrijft ook:
Mij zeer wel kunnende vereenigen met de gronden, door UwelEd. voor
dien overgang aangevoerd, autoriseer ik dezelve om de kinderen,
met namen M.T. van Damme (N189), T.S.A. Swart
(N269), J. van de Veere (N1088), F. de Vulder
(N1089), P. de Vulder (N1091) en S. Kleves (N1650)
welke voor Rijks rekening verpleegd worden, naar de
Etablissementen te Veenhuizen te doen overbrengen.
Die kinderen gaan meteen over naar de kinderetablissementen. Hun overgang wordt vermeld op pagina 173 van De kinderkolonie. Het betreft:
● Felix Simon Antonides Swarts is de zoon van de
voormalige arts van de Ommerschans, Anthony Felix Simon Swart. Zie
voor de voorgeschiedenis van dat gezin het bestaan als geneesheer,
gevolgd door het bestaan als bedelaar.
Felix Simon Antonides Swarts is de enige overlevende van dat
gezin.
Hij is geboren op 31 mei 1814 en hij gaat per 1 april 1829
over van het bedelaarsgesticht naar het kindergesticht. Hij staat
met het weesnummer 1883 op de scans van de wezenregisters met de
invnrs 1410, 1411 en 1413 (zie helemaal bovenaan de pagina hoe die
scans te bereiken zijn).
Hij staat ook met kwekelingennummer 70 op folio 7 van het register
van kwekelingen bij het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding
te Wateren met invnr 1584 (daarvan zijn geen scans). Zie voor meer
over dat Instituut dit overzicht.
Vandaar verlaat hij de koloniën met ontslag op 4 april 1835.
Enkele notities over zijn latere leven staan onderaan deze
pagina.
● Stijne Kleves staat met bedelaarsnummer 1650 in het
bedelaarsregister toegang 0137.01 invnr
425. Zij is 1 februari 1826 het bedelaarsgesticht
binnengebracht door de stad Almelo, tegelijk met haar
moeder Catharina Jozef. Die laatste overlijdt daar 15 juni 1826.
Stijne Kleves is geboren op 23 januari 1815 en gaat op 1 april
1829 over naar het kindergesticht. Zij staat met het
weesnummer 148 in de wezenregisters met de invnrs 1410, 1411 en
1412. Zij zal Veenhuizen met ontslag verlaten op 16 maart 1835.
En dan zijn er drie jongens van één moeder en dat vergt wat toelichting, wat kan dankzij informatie van familie-onderzoeker André Sijnesael. Amalia Vergauwe heeft bij zich een kind uit haar huwelijk met Joannes Franciscus van der Veere. Na diens overlijden krijgt ze twee kinderen uit een relatie met Joannes Baptiste de Vulder. Die laatste is in 1823 in het werkhuis in Veere overleden.
Amalia wordt op 23 december 1827 met die drie kinderen,
alle drie jongens, het bedelaarsgesticht binnengebracht vanuit
Sint Jan-in-Eremo. Ze staat in het bedelaarsregister toegang
0137.01 invnr
425 met nummer 1087. met de aantekening '1 Meij 1828
overleden'. De drie jongens worden overgebracht naar het
kindergesticht:
Jan van de Veere komt vreemd genoeg ook wel eens voor als
Franciscus van de Veere. Hij staat in hetzelfde bedelaarsregister
als zijn moeder met bedelaarsnummer 1088. Hij gaat op 1 april
1829 over naar het kindergesticht.
Hij is geboren 15 augustus 1811 en staat met het weesnummer 550 in
de wezenregisters met de invnrs 1410 en 1411. Hij verlaat
Veenhuizen met ontslag op 15 november 1832.
Franciscus de Vulder staat in hetzelfde bedelaarsregister
als zijn moeder met bedelaarsnummer 1089. Hij gaat op 1 april
1829 over naar het kindergesticht.
Hij is geboren 7 april 1817 en staat - als 'Francis' - met het
weesnummer 1650 in de wezenregisters met de invnrs 1410, 1411 en
1413.
Rond de tijd dat hij twintig is en dus mag verwachten dat hij uit
Veenhuizen ontslagen wordt, neemt hij - op 11 juni 1837 -
de benen. Hij wordt echter teruggebracht en moet verschijnen op de zitting van
de raad van tucht van 25 november 1837. Hij wordt daar
veroordeeld tot vier dagen in de strafkamer en als dat achter de
rug is, verlaat hij op 29 november 1837 Veenhuizen met
ontslag.
Pieter Johannes de Vulder staat in hetzelfde
bedelaarsregister als zijn moeder met bedelaarsnummer 1091. Hij
gaat op 1 april 1829 over naar het kindergesticht.
Hij is geboren 21 maart 1819 en staat - eerst als 'Petrus' - met
het weesnummer 199 in de wezenregisters met de invnrs 1410, 1411
en 1412.
Hij verlaat Veenhuizen met ontslag op 25 maart 1839.
In de brief van het ministerie is ook sprake van Maria Theresia van Damme. Maar daarover schrijft de directeur der koloniën in een brief waaruit wordt geciteerd op pagina 174 van De kinderkolonie van 6 april 1829, invnr 96:
Bij missive der Permanente Kommissie dd. 24 Maart jl. no 239 ontving ik autorisatie tot overplaatsing van eenige kinderen uit de bedelaars Etablissementen in die van weezen en daaronder die Maria Theresa van Damme; dan deze verzogt hebbende om te Ommerschans bij hare zuster te mogen blijven, heb ik geene zwarigheid dit toe te staan; mogt intusschen de overplaatsing volstrekt noodig zijn zal het mij aangenaam weezen, daarvan nader te worden geinformeerd.
De gegevens van Maria Theresia van Damme, bedelaarsnummer 189, aangekomen op 20 maart 1826 vanuit Veere, staan in het bedelaarsregister met toegang 0137.01 invnr 424 en dan scan 118:
Dogter van Johannes Judocus - volgens
familieonderzoeker Louis de Wit moet dat zijn Judocus Johannes
van Damme
En van Maria Delcamp - moet zijn Maria Anna Delcamp
Geboren te Oostburg
den 16 september 1810 - moet zijn 11 september 1810 te
Koewacht in de gemeente Oostburg.
Laatstgewoond te Zuidzande
Lang 5 voet 4 duim
Aangezigt ovaal
Voorhoofd hoog
Oogen blaauw
Neus dik
Mond ordinair
Kin rond
Haar blond
Wenkbrauwen idem
Merkbare teekenen doof
De gegevens van die moeder, ook 20 maart 1826 uit Veere gekomen, staan erboven. Ook gelijk aangekomen is Maria Theresia's stiefvader Karolus de Veuser (of de Vuijser), bedelaarsnummer 863. De betreffende zuster is Francisca van Damme, bedelaarsnummer 852. En tenslotte behoort tot het gezin Maria Theresia de Veijser, een zuigeling nog.
Dit hele gezelschap heeft eerst van 1 tot 4 januari in het Huis van Arrest te Middelburg gezeten wegens bedelarij en daarna vanaf 4 januari 1826 in het Provinciaal Werkhuis te Veere, tot ze op 20 maart 1826 in de Ommerschans worden ondergebracht.
Daar overlijdt eerst moeder Maria Anna Delcamp en vervolgens de
zuigeling Maria Theresia de Veijser, De stiefvader Karolus de
Veuser verlaat 24 mei 1829 met ontslag het bedelaarsgesticht.
De twee zussen, dus Francisca van Damme en de dove Maria
Theresia van Damme verlaten volgens het bedelaarsregister
toegang 0137.01 invnr
425 samen de koloniën met ontslag op 12 juni 1829.