Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen



De kinderen Steeneker komen september 1832 aan in het kindergesticht, twee gaan via de voordeur weg, eentje via de achterdeur

Van familie-onderzoekster Yolanda Snip-Steneker heb ik begrepen dat de vader, Johannes Hendriks Steeneker, turfmaker en arbeider, in 1827 op ongeveer 33-jarige leeftijd overlijdt, en de moeder, Sjoukje Veenstra, boerendienstmeid, in 1831 op 37-jarige leeftijd.

Dat gebeurt allemaal in Haskerdijken, nabij Heerenveen. Vervolgens worden de drie kinderen door de gemeente Haskerland op 23 september 1832 bij het kindergesticht afgeleverd. Van oud naar jong:

Jantje Steeneker

Jantje Steeneker staat met het weesnummer 1609 op de scans van het wezenregister 1831-1834 met invnr 1411 en van het wezenregister 1835-en-verder met invnr 1413. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn. De klerken hebben voor de zekerheid een '(v)' achter haar naam gezet.
Volgens die inschrijving is zij geboren 5 juni 1819, volgens familie-onderzoek is dat 7 juni 1819 te Tjalleberd. Bij aankomst in Veenhuizen is ze dus dertien jaar oud. Bij haar en bij haar broers staat als godsdienstige gezindheid genoteerd 'Roomsch'.
Volgens een overzicht uit oktober 1835, invnr 164 scan 12, woont zij op zaal 1 & 2, bij zaalopziener Martinus van der Meij de Bie. Op een overzicht uit november 1838, invnr 201 scan 336, staat dat zij is aangesteld als 'kamerwacht' van haar zaal. Dat is best een belangrijke positie die aan de meest vertrouwde zaalbewoner gegeven wordt. Overigens staat ze hier als Jantje Jans Steeneker.
Ze zal op de ontslagvoordracht voor 1839 staan, want dan is ze twintig, maar die heb ik niet bekeken. Bij zo'n voordracht wordt door de gouverneur van de provincie de mening gevraagd van het plaatselijke gemeentebestuur (zie bijvoorbeeld deze pagina), Op 8 maart 1839 laat de gouverneur van Friesland aan het ministerie van Binnenlandse Zaken weten dat Haskerland geen bezwaar heeft en op 16 maart 1839 geeft het ministerie aan de Maatschappij van Weldadigheid toestemming om Jantje te ontslaan, invnr 206 de scans 553-554. Vervolgens verlaat ze op 3 april 1839 Veenhuizen.
Volgens een opgaaf uit januari 1840, invnr 222 scan 142, zou ze naar 'Talberd' (dus Tjalleberd) gegaan zijn en daar 'dienen bij de burgerstand'. Ze zal in 1848 trouwen te Schoterland.

Hendrik Steeneker

Hendrik Steeneker, wiens voornamen voluit zijn Hendrik Johannes, staat met het weesnummer 1610 in het wezenregister 1831-1834 met invnr 1411 en in het wezenregister 1835-en-verder met invnr 1413.
Hij is geboren 25 augustus 1820 te Haskerdijken en bij aankomst te Veenhuizen dus twaalf jaar. Volgens een overzicht uit oktober 1835, invnr 164 scan 29, wonen hij en zijn jongere broer Pieter allebei op zaal 11 & 12 bij zaalopziener Jacobus Meijer.
Op een overzicht uit november 1838, invnr 201 scan 336, wordt vermeld dat hij als 'hoeveknecht' werkzaam is, dus werkt op een van de grote boerderijen op het land rond de gestichten. Bij hem loopt de ontslagprocedure net zoals bij zijn zus (zie boven), maar dan een jaar later.
De gouverneur van Friesland laat op 12 maart 1840 weten dat Haskerland het prima vindt als H.J. Steeneker met ontslag gaat en op 23 maart 1840 geeft het ministerie officieel toestemming, invnr 226 de scans 158-159. Hendrik verlaat Veenhuizen op 6 april 1840.
Volgens een opgaaf uit januari 1841, invnr 239 scan 166, zou hij dan bij de boerenstand te Heerenveen werken. In zijn latere leven staat hij te boek als boerenknecht, boer en schipper.

Pieter Steeneker

Pieter Steeneker, wiens voornamen voluit Pieter Johannes zijn, staat met het weesnummer 1622 in het wezenregister 1831-1834 met invnr 1411 en in het wezenregister 1835-en-verder met invnr 1413.
Hij is geboren 21 oktober 1823 te Haskerdijken en bij aankomst dus acht jaar, bijna negen. Zie voor zijn zaal en zaalopziener bij grote broer Hendrik. Op een overzicht uit november 1838, invnr 201 scannummer 336, staat hij als 'fabriekarbeider', wat inhoudt dat hij aan spinnen en weven doet.
Als niet alleen zijn zus maar ook zijn broer de kolonie heeft verlaten, heeft Pieter er ook geen zin meer in. Hij loopt van de kolonie weg op 10 juni 1840 en hij is een van de weinigen die ze nooit meer weten te achterhalen. In zijn latere leven staat hij te boek als kleermaker en vrachtrijder.

Overigen

Overigens zitten er ook enkele Steeneker, Steenekes, Stenekes in de gestichten voor bedelaars en is er ook één bijna-naamgenoot als ingedeelde wees in de vrije koloniën:

Jan Steneke is volgens de kolonieadministratie geboren op 28 oktober 1822. Hij is 'Lutersch' en afkomstig uit Alkmaar. Hij wordt op basis van het contract A2 (zie voor een uitleg) tussen de Maatschappij en de 'Regenten van het Aalmoezeniershuis te Alkmaar' op 8 december 1837 in de kolonie geplaatst.
Hij wordt eerst ingedeeld bij het jonge gezin van kolonist (eerst kolonistenzoon) Sietze Hoekstra en zijn echtgenote kolonistendochter Neeltje Dijkshoorn, invnr 1349 hoeve 30. Op een onbekend tijdstip gaat hij over naar het Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding te Wateren, zie hier voor meer over dat Instituut.
Als zijn ontslag wordt aangevraagd, schrijft de Instituteur op 24 maart 1842, invnr 257 scan 115 'dat de gemelde jongeling die laat in de koloniën is aangekomen, en bij zijne aankomst nog geen schoolonderwijs had genoten, nog matig heeft leeren lezen en schrijven, zoo dat hij zich wel kan redden'.
Jan Steneke verlaat de koloniën met ontslag op 16 april 1842.