Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Onderstaande brief van de directeur der koloniën is gedateerd 20
maart 1838, heeft als nummer N627 en bevindt zich in invnr
193, vul rechtsonder het scannummer 373 in. Blijkbaar heeft
iets of iemand het ontslag aangevraagd van Hendrik Antes:
Frederiksoord den 20 Maart 1838
Ik heb de eer UWEdGeb op de Marginale van den 12 dezer maand N. 19, te antwoorden, dat de Wees H. Antes N. 96 B, bij het 1e Gesticht te Veenhuizen het timmeren geleerd heeft en daarin zulke vorderingen heeft gemaakt, dat hij wel in staat beschouwd kan worden, om in de gewone Maatschappij zelf in zijn onderhoud te voorzien.
Hij heeft zijne geloofsbelijdenis afgelegd en heeft te goed
wegens oververdiensten
f 52,93
en Schuld wegens Kleeding
f 19,72½ blijft tegoed f 33,20½
Er bestaan alzoo bij ons geene bedenkingen tegen het ontslag bij den teruggaanden brief aangevraagd.
De Directeur der Kolonien
J. van Konijnenburg
Wie hier meer over wil weten moet naar het archief om te kijken in
invnr 470 bij de brief van 12 maart 1838 onder nummer N19 waarop
de directeur reageert en in invnr 471 bij de bespreking van
bovenstaande brief op 24 maart 1838 onder agendapunt N7.
● Hendrik Antes is in het kindergesticht geplaatst door
'de Commissie van Oppertoezigt over 't Algemeene Armbestuur te
Rotterdam', op basis van het contract A12 (zie voor uitleg over
A-contracten deze pagina).
Hij staat bij de transcriptie van de op particulier contract
gevestigde weeskinderen in invnr 1410 op deze pagina met het
nummer 41 en hij staat in het register van alle op
contract geplaatste koloniebewoners met invnr
1389, vul rechtsonder het paginanummer 38 in, met het
B-nummer (van Bijzonder contract) B96 of 96B.
Volgens die registratie is hij geboren op 26(?) september
1817 en door Rotterdam naar het kindergesticht gebracht op 6
juli 1828. Hij verlaat kort na deze brief, namelijk op 31
maart 1838, de kolonie Veenhuizen.