Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
De adjunct-directeur van het eerste gesticht doet een concept-voordracht
en na daarbij waar nodig toelichting gevraagd te hebben, stelt de
permanente commissie een definitieve voordracht op voor
het ministerie van Binnenlandse Zaken. Zulke stukken voor de
periode 1841-1846 bevinden zich in Drents Archief, toegang 0186
invnr 1434, en daarvan zijn geen scans.
Op deze bladzij staat een transcriptie van het eerste vel van de
concept-voordracht van het eerste gesticht, opgesteld in de
laatste dagen van december 1844 of begin januari 1845 door adjunct
Jannes Poelman. De laatste die hij maakt, hij zal 14 mei
1845 overlijden.
De kop boven het formulier luidt:
Nominatieve Staat van Jongelieden verpleegd in het 1e Gesticht te Veenhuizen geboren in het jaar 1825 en vroeger van welke het ontslag in het jaar 1845 in overweging moet worden genomen
Er staan op dit eerste vel vijf weeskinderen: Ze zijn allemaal op weesnummer te vinden op de scans van het wezenregister met invnr 1412, zie helemaal bovenaan de pagina hoe die scans te bereiken zijn. Als ze vóór 1835 zijn aangekomen, staan ze ook in het wezenregister met invnr 1411.
Bij iedereen staat de stand van de rekeningen en dat is per 1 januari 1845. Aan de oververdienste kun je aflezen hoe goed iemand kan werken. Het tegoed of tekort op kleding geeft de verhouding aan tussen wat iemand spaart voor kleding en wat iemand aan kleding verstrekt krijgt. Daaruit valt af te leiden hoe zuinig iemand op zijn spulletjes is of hoe ijdel (wil niet in ietwat versleten spullen blijven rondlopen).
Ten zien valt dat de adviezen door de directie gebaseerd zijn op
de tegoeden. Het positiefste advies is voor Johanna Catharina Vos
van Rijswijk die opgeteld het meest tegoed heeft. Isabel Monster
heeft de laagste oververdienste en krijgt het negatiefste advies.
● Johannes Juriën heeft weesnummer 2, is volgens de kolonieadministratie geboren 1 december 1825 en is op 19 november 1842 vanuit Amsterdam in het kinderetablissement terechtgekomen.
De stand van zijn rekeningen, overgenomen uit zijn zakboekje:
● Op kleding heeft hij ƒ 0,08 tegoed.
● Aan oververdienste heeft hij ƒ 6,34½ tegoed.
Hij is rooms en lidmaat van de kerk.
'Graad van geestontwikkeling: Leest en schrijft gebrekkig.
Uitzigten op een middel van bestaan
1. Opgaaf van de jongelieden: Verlangt zijn ontslag, zal
trachten eene boerendienst te bekomen.
2. Gevoelens van de directie nopens de meerdere of mindere
geschiktheid der kinderen om in hun eigen onderhoud te kunnen
voorzien: Met het landwerk bekend, is hij bij het verkrijgen
eener ligte dienst wel in staat zijn onderhoud te verdienen.'
Opvallend in het advies is de vermelding van 'ligte' bij een
dienst. De tegoeden zijn ook inderdaad niet geweldig. Johannes
Jurien (in deze concept-voordracht overigens geschreven als
Jurrien) gaat 15 april 1845 met ontslag.
● Hendrica Margaretha Beltjens heeft weesnummer 7, is volgens de kolonieadministratie geboren 5 augustus 1825 en is op 15 maart 1839 vanuit Amsterdam in het kinderetablissement terechtgekomen.
De stand van haar rekeningen, overgenomen uit haar zakboekje:
● Op kleding heeft zij ƒ 17,13 tekort.
● Aan oververdienste heeft zij ƒ 13,27 tegoed.
Zij is rooms en lidmaat van de kerk.
'Graad van geestontwikkeling: Leest en schrijft tamelijk.
Uitzigten op een middel van bestaan
1. Opgaaf van de jongelieden: Verlangt haar ontslag, de
famielle te Amsterdam zal voor eene dienst zorgen.
2. Gevoelens van de directie nopens de meerdere of mindere
geschiktheid der kinderen om in hun eigen onderhoud te kunnen
voorzien: Om te dienen wel geschikt, in staat om in de
behoefte van haar onderhoud te kunnen voorzien.'
Ze kan gezien de oververdiensten best goed werken, maar geeft
veel uit aan kleding. Hendrica (in het inschrijfregister en in de
wezendatabase Hendrika) Margaretha Beltjens gaat 18
april 1845 met ontslag.
● Frans Anthonie Labodaan heeft weesnummer 8, is volgens de kolonieadministratie geboren 1 mei 1825 en is op 2 juli 1833 vanuit 's Gravenhage in het kinderetablissement terechtgekomen.
De stand van zijn rekeningen, overgenomen uit zijn zakboekje:
● Op kleding heeft hij ƒ 10,90 tekort
● Aan oververdienste heeft hij ƒ 24,14 tegoed.
Hij is gereformeerd en lidmaat van de kerk.
'Graad van geestontwikkeling: Onderwijzer van den 3e rang.
Uitzigten op een middel van bestaan
1. Opgaaf van de jongelieden: Verzoekt zoo lang te mogen
blijven, tot dat hij elders of bij de Maatschappij van
Weldadigheid eene ?? kan bekomen.
2. Gevoelens van de directie nopens de meerdere of mindere
geschiktheid der kinderen om in hun eigen onderhoud te kunnen
voorzien: Voor het onderwijs geschikt.'
Geeft dus blijkbaar onderwijs aan andere wezen. Het onleesbare
woord waar vraagtekens staan zal iets als 'betrekking' of
'aanstelling' betekenen. Die aanstelling komt er in de kolonie in
ieder geval niet. Frans Anthonie (in het inschrijfregister en in
de wezendatabase Antonie) Labodaan gaat 2 juli 1845 met
ontslag.
● Isabel Monster heeft weesnummer 9, is volgens de kolonieadministratie geboren 10 september 1825 en is op 23 november 1842 vanuit Brielle in het kinderetablissement terechtgekomen.
De stand van haar rekeningen, overgenomen uit haar zakboekje:
● Op kleding heeft zij ƒ 4,59½ tekort.
● Aan oververdienste heeft zij ƒ 1,04½ tegoed.
Zij is gereformeerd en geen lidmaat van de kerk omdat zij
'achterlijk in het onderwijs' is.
'Graad van geestontwikkeling: Leest en schrijft tamelijk.
Uitzigten op een middel van bestaan
1. Opgaaf van de jongelieden: Verlangt nog een jaar te
mogen blijven, als hebbende geen uitzigt op eene dienst.
2. Gevoelens van de directie nopens de meerdere of mindere
geschiktheid der kinderen om in hun eigen onderhoud te kunnen
voorzien: Is voor den dienstbaren stand nog te zwak, niet in
staat haar onderhoud te kunnen verdienen.'
Met 'achterlijk in het onderwijs' bij de godsdienstige gezindheid
zal worden bedoeld dat ze achter loopt bij het
godsdienstonderwijs. Ze blijft langer in het kindergesticht en zal
pas op 10 april 1849 met ontslag gaan.
● Johanna Catharina Vos van Rijswijk heeft weesnummer 10, is volgens de kolonieadministratie geboren 24 maart 1824 en is op 1 augustus 1831 vanuit Middelburg in het kinderetablissement terechtgekomen.
De stand van haar rekeningen, overgenomen uit haar zakboekje:
● Op kleding heeft zij ƒ 9,37 tegoed.
● Aan oververdienste heeft zij ƒ 11,60 tegoed.
Zij is gereformeerd en lidmaat van de kerk.
'Graad van geestontwikkeling: Wegens gemaakte vorderingen
in het onderwijs van de school ontslagen.
Uitzigten op een middel van bestaan
1. Opgaaf van de jongelieden: Verlangt haar ontslag, wil
trachten eene dienst te bekomen.
2. Gevoelens van de directie nopens de meerdere of mindere
geschiktheid der kinderen om in hun eigen onderhoud te kunnen
voorzien: Daartoe wel geschikt haar eigen onderhoud te
verdienen.'
Is dus een jaartje ouder dan de anderen. Heeft opgeteld het meeste tegoed en kan dus met meer dan twintig gulden vertrekken. 'Van de school ontslagen' wil zeggen dat ze goed kan lezen, schrijven en rekenen. Ze gaat 2 mei 1845 met ontslag.